13. | Maeij Westelinck (9.Segerus4, 6.Joanna3, 4.Jacqueline2, 1.Elisabeth1) is gestorven vóór 1607. Andere gebeurtenissen:
Aantekeningen:
Staet van goede die bij dese maken en[de]
overbringhen in handen van schepen[en] van S[int]-P[auwel]s
om[m]e overgestelt te werden in de wees[en] bouck
Joos de Hooghe, Joos van Meerssche als staen[de]
voochden van [de] II kin[deren] Jan de Cock die hij gehat
heeft bij Maije 's Westlyncx zijn huysvr[auwe] zo
hiern[aer] volcht,
Eerst zo es den voorn[oemde] II wees[en] v[er]storven van huerl[uyden] vader de dry
deelen van [de] hofstede met oock de dry deelen in een ghem[et] lants daer an-
ligghen[de] binnen de prochie van S[int]-Pauwels in den Crayenackers en[de] het
ander vierendeel behoirt toe de wees[en] moeder zo in de hofstede als
in 't ghem[et] lants duerdien zij t' s[ae]m de helft gecocht hebben en[de] houdt
oock ter bijlevy[nghe] het vierendeel van [de] voorn[oemde] hofstede haer leven gedueren[de]
welcke hofstede en[de] lant belast met thien maten rogx 't s[jae]rs die
heffen d' hoirs Symoen de Maere bovendien noch belast met XX s[chellinghen] g[rooten] 't s[jae]rs
den X en[de] XVI [de] heft de w[eduwe] Jacob V[er]beke en[de] belast noch met XXVII stuvers
't s[jae]rs in twee chaertres tot proffijte van Pieter Cole en[de] d' hoirs G[illis] Toen de wees
moeten dooghen de dry delen behalfven dat se de hauwerigge betalen
moet zolanghe de houdenesse van [de] kin[deren] duiert en[de] hae[ren] bijlevynghe
zonder den wees[en] cost
Item den wees[en] is noch v[er]storven van huerl[uyden] vader het vierendeel
in een half bunder lants zulcx de vader gecocht heeft in huwel[ijck]
met de wees moeder en[de] het ander vierendeel compt tot proffijte
van de wees moeder int half buynder lants en[de] de ander helft int
voorn[oemde] half buynder compt oock tot proffijte van [de] [t]wee wees gecocht
bij den voochden dus hebben de wees der inne de dry delen int voorn[oemde] halfs bunder
lants ligghen[de] binnen S[int] P[auwels] in de voorn[oemde] wijck en[de] en es niet belast dan
met 's hee[ren] rente op de Ast en[de] ghelt jaerl[ijcks] in pachte bij Joos de Caluwe
ghehuurt voor XIIII s[chellinghen] g[rooten] 't s[jaer]s wel v[er]staen[de] dat de w[eduwe] G[illes] de Cock hier-
inne haut ter bijlevinghe het vierendeel in 't voorn[oemde] half buynders landts
dus tot proffijte van[de] wees[en] 't s[jaer]s VII s[chellinghen] g[rooten]
Item den wees[en] is noch v[er]storven van [de] huysv[rauwe] Jan de Mare, Pierinne
sCocx den wees[en] oude moye over de wees[en] potie XII p[ond] g[rooten] eens in geld
de welcke houdt Joos de Caluwe op v[er]loop den pen[ning] XVI zolange
alst den voochden belieft off dat hij Joos de Caluwe beset doen
zal dus hier XII p[ond] g[rooten]
Item den voorn[oemde] Joos de Caluwe getraut hebben[de] de wees[en] moeder heeft
genomen te houden de twee voorn[oemde] kin[deren] vrij en[de] vranck van montcosten, sieck
en[de] gesont, cleen, reen, vrij van settin[ghe], bruloghen, kinderheffen en[de] alle andere
oncosten die den wees[en] zoude mogen overco[m]men en[de] dit voor den tijt dat het
joncxste kindt zal oudt wes[en] XV jae[ren] welcke houdenesse expire[ren].
zal kerss[avon]t neghentich naestcomen[de] ten wae[re] dat het joncxste quame van
leven[de] lijve ter doot zo v[er]schijnt en[de] volhent den voorn[oemde] houdenesse als het oudste
zal wes[en] XV jae[ren] oudt waervoor hij Joos de Caluwe heeft alle het haffel[ijck]
goet bevonden in 't sterfhuijs van[de] wees[en] vader binnen en[de] buyten den huyse zo
wel schulden van baten als schulden van achterdeel boven dese heeft hij Joos
de Caluwe alle de kin[deren] goet te ghebruycken zolanghe de houdenesse dueren
zal te weten de wees[en] potie in de hofstede en[de] in 't ghem[et] landts en[de] het
vierendeel in 't half buynder lants zulcx de vader gecocht heeft met de
wees[en] moeder met conditie dat hij Joos de Caluwe moet betalen en[de]
houden t[e] zijne laste alle de renten d[aer]op staen[de] zouden den wees[en] cost boven
dese is den voorn[oemde] Joos de Caluwe gehouden te ontheffen ende te ontlasten
den wees[en] van X s[chellinghen] g[rooten] 't sj[aers] spreken[de] en[de] op de voorn[oemde] hofstede en[de] de zelve te
lossene over de voorn[oemde] wees[en] in 't pont gr[ooten] 't sj[aer]s dat heft de we[duwe]
Jacob V[er]beke ofte emmers te tellen de wees[en] acht pont gr[ooten] in ghelde
dit is aldus ghed[aen] ter p[rese]ntie van[de] voorn[oemde] voochden en[de] Joos de Caluwe
en[de] de wees[en] moeder
Aldus overghegeven de voorn[oemde] staet van goede en[de] houdenesse van [de] wees[en]
n[aer] ons beste v[er]stant en[de] wetentheyt ons t' orconden onderteeckent Joos
de Hooghe, Joos van Meerssche met zeker hanteecken en Joos
de Caluwe met zeker handteecken.
[GOA Kemzeke en Sint-Pauwels register 362 folio 186v en 187]
Brulog == bruiloft (zie bruiloft in de GTB)
bylevinghe == levenslang vruchtgebruik zie ook bylevinghe
De plaatselijke munteenheid was "pond grooten Vlaams" die onderverdeeld was in 12 schellingen of 240 grooten.
ß staat op zich zelf voor s(chellinghen) en het is gebruikelijk dit, waarschijnlijk om onderscheid van andere muntsoorten helder te maken, te noemen als schellinghen grooten (referenties hiervoor zijn eenvoudig te vinden met de zoektermen "schellinghen grooten" en "scellinghen grooten" ).
Transcriptie gemaakt door: Harold van Aalderen met verbeteringen van Pauwels, Annemarie47 en Bart Jans via het Stamboomforum sectie Leeshulp
(zie: http://www.stamboomforum.nl/subfora/236/2/51435/0/leeshulp_gevraagd_staten_van_goed_akte_jan_de_cock_en_maije_westelinx_sintpauwel_1585 )
Maeij getrouwd Joannes de Cock circa 1560 in Sint-Pauwels,,Oost-Vlaanderen,België. Joannes (zoon van Bouwen de Coc en Gillijne van Voorde) is geboren tussen 1523 en 1539; is gestorven vóór 1585. [Gezinsblad] [Familiekaart]
Kinderen:
- 16. Jan de Cock is geboren tussen 1570 en 1575; is gestorven in 1634.
- 17. Elisabeth de Cock is geboren in tussen 1570 en 1575; is gestorven in na 1585.
|
Maeij getrouwd Joos de Caluwe circa 1585. Joos is gestorven in 1633 in Sint-Pauwels,,Oost-Vlaanderen,België. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|