Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
1. | Herriksje Herberts Ambagtsheer is gedoopt op 20 dec 1676 in Hardinxveld,,Zuid-Holland,Nederland (dochter van Herber Jacobs Ambagtsheer en Neeltje Leenderts de Heck); is gestorven na 1728. Andere gebeurtenissen:
Aantekeningen: mogelijk is dit het tweede kind Hendrixen. De doopvermelding geeft niet aan of het een zoon of dochter betreft en de naam kn gelezen woorden als Hendrixjen Herriksje getrouwd Huijbert Jans de Graaf op 24 aug 1704 in Hardinxveld,,Zuid-Holland,Nederland. [Gezinsblad] [Familiekaart] Kinderen:
Herriksje getrouwd Arie Knelisse de Kuijf op 30 jan 1728 in Hardinxveld,,Zuid-Holland,Nederland. Arie is geboren in in De Werken,,Noord-Brabant,Nederland. [Gezinsblad] [Familiekaart] Aantekeningen: Getrouwd: |
2. | Herber Jacobs Ambagtsheer is geboren vóór 1657 (zoon van Jacob Ariens Ambachtsheer); is gestorven na 1686. Andere gebeurtenissen:
Aantekeningen: - 1 april 1677: comp. voor notaris Pieter Backer te Hardinxveld mr. Leendert de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, enerzijds en mr. Arien de Heck, chirurgijn te Bleskensgraaf, Cors Bastiaensz. Bos, als man van Marichien Leendertsdr. de Heck, Theunis den Breeden, als man van Lijsgen Leendertsdr. de Heck, Herber Jacobsz. [Ambachtsheer], als man van Neeltjen Leendertsdr. de Heck, allen kinderen van voornoemde Leendert de Heck, anderzijds. Zij verklaren dat tussen hen comparanten geschil is gerezen aangaande een somma van 400 gl., aan tweede comparanten bij de uitkoop van hun moederlijke goederen door eerste comparant beloofd, maar waarvan tweede comparanten beweren nooit iets te ontvangen te hebben. De overeenkomst houdt in, dat na het overlijden van mr. Leendert zijn voornoemde kinderen bij de scheiding van diens boedel eerst een bedrag van 400 gl. zullen ontvangen. (ONA Hardinxveld inv. 1) Herber getrouwd Neeltje Leenderts de Heck vóór 1677. Neeltje (dochter van Leenderts de Heck) is geboren tussen 1641 en 1659; is gestorven vóór 22 okt 1682. [Gezinsblad] [Familiekaart] |
3. | Neeltje Leenderts de Heck is geboren tussen 1641 en 1659 (dochter van Leenderts de Heck); is gestorven vóór 22 okt 1682. Aantekeningen: 1 april 1677: comp. voor notaris Pieter Backer te Hardinxveld mr. Leendert de Heck, chirurgijn te Hardinxveld, enerzijds en mr. Arien de Heck, chirurgijn te Bleskensgraaf, Cors Bastiaensz. Bos, als man van Marichien Leendertsdr. de Heck, Theunis den Breeden, als man van Lijsgen Leendertsdr. de Heck, Herber Jacobsz. [Ambachtsheer], als man van Neeltjen Leendertsdr. de Heck, allen kinderen van voornoemde Leendert de Heck, anderzijds. Zij verklaren dat tussen hen comparanten geschil is gerezen aangaande een somma van 400 gl., aan tweede comparanten bij de uitkoop van hun moederlijke goederen door eerste comparant beloofd, maar waarvan tweede comparanten beweren nooit iets te ontvangen te hebben. De overeenkomst houdt in, dat na het overlijden van mr. Leendert zijn voornoemde kinderen bij de scheiding van diens boedel eerst een bedrag van 400 gl. zullen ontvangen. (ONA Hardinxveld)
|
4. | Jacob Ariens Ambachtsheer is geboren vóór 1636 (zoon van Adriaen Cornelisz Ambochtsheer); is gestorven na 20 dec 1676. Aantekeningen: Jacob Ariens genoemd als getuige bij doop kleinkind Tevens een Jacob Ariens genoemd als getuige bij mogelijke kinderen/kleinkinderen van Barber Ariens.
|
6. | Leenderts de Heck en is gestorven.
|
8. | Adriaen Cornelisz Ambochtsheer is geboren vóór 1595. Aantekeningen: "Jan Corsz. eijsscher contra Adriaen Cornelisz. Ambochtsheer woonende op Gijssen buijtendams eijsch doende. Extra ordinaris rechtdaech gehouden op costen van ongelijcken op den IIIIen Junij 1613. Present schepenen alle excepto Stoffel Florisz. Den eijsscher seijt dat hij in den voorleden winter van den gedaechte gecocht hadde een paer lange waerden rijs, ende heeft daervan ontfangen een hondert en t' achtentich bossen, ende als hij op den IIen Junij lestleden deselve rijs aen den gedaechte soude betaelen, heeft den gedaechte geseijt dat den eijsscher egeen coop aen deselve rijs en hadde, hem daerover scheldende voor een leugenaer. Den gedaechte seijt dat den eijsscher egeen coop aende rijs en hadde, ende deselve 180 rijs bossen gelaeden heeft, buijten zijn weten. Schepenen, parthijen gehoort hebbende, wijsen parthijen bij malcanderen op hoop van accoort, ofte bij faulte vandien dat parthijen ten naesten rechtdaeg schriftelijck haere verificatie inbrengen, daermede sij haer willen behelpen. Idem eijsscher contra Heijmen Cornelisz. woonende in Slijdrecht gedaechde, eijsch doende. Den eijscher seijt, dat den gedaechden op den IIen Junij lestleden ten huijse van de schoudt Otto van der Mijll tegens hem eijsscher geseijt heeft, Adriaen Cornelisz. ende ghij simmeleert met malcanderen van den coop van de rijs. Den gedaechde ontkent deselve woorden gespoecken [sic] te hebben ende wil voorts procederen op costen van ongelijcken verzoekende voorts copie uit den eijsch. Schepenen, parthijen gehoort hebbende, consenteren den gedaechden copie uit den eijssch ende wijsen parthijen bij malcanderen op hoop van accoordt, ofte bij faulte vandien een ander citatie tegens den naetsten [sic] rechtdach." [ORA Hardinxveld inv. 22, akte dd 4 juni 1613] (transcriptie van Bas Haksteen)
|