Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 1,051 t/m 1,100 van 5,248
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1051 | Dom 3. Epiph... it. geproclameert Jan Coendringh soon van Werner Koederingh uyt Hengevelde knecht opt Kevelham ende Metjen Demmers dochter van Jan Demmers op die modderije copulati dom latare, Metjen gaende uyt den craem medebrengende haer kint gedoopt dom. quinquag | Gezin F223749127
|
1052 | Dom 3. Epiph...item geproclameert Jan Coenderingh soon van Werner Koederingh ut Hengevelde knecht opt Kevelham ende Metjen Demmers dochter van Jan Demmers op die Modderije copulati dom. lataer, Metjen gaende uyt den craem mede brengende haeer kint gedoopt dom. quiquag | Gezin F223749129
|
1053 | Dom Trin. 7. gedoopt Fenneken dochtejen van Toonys Sijthof ende Fenne Banze | Sijthof, Fenneken (I20562)
|
1054 | Dom. 3. Trin. gedoopt Claes een soon van Tonnys Sijthof ende Merryken Spenckeling | Sijthof, Claes (I20567)
|
1055 | Dom. Latare gedoopt Maria een dochter van Toonys Sijthof ende Fenneken Banze | Sijthof, Maria (I20564)
|
1056 | Dom. Quinq..... geproclameert Tonnys Sijthof Cuiper wedeman van z. Fenneken Banzen Merrijken Spenckelings dochter van z. Jacob Spenckelings tot Diepenheim Copulati dom. latare | Gezin F223748132
|
1057 | Dom. Trin. 4. gedoopt een dochterken van mr. Tij-Jan achter die molle woonende is gnt. Aeltjen In 1665 viel pasen volgens de orthodoxe berekening op 26 maart in de Juliaanse kalender. Dom Trin 4. is de 4e zondag na de zondag na Pinkesteren. Met een correctie naar de Gregoriaanse kalender kom je dan op 28 juni uit. | Aeltjen Tije (I4768)
|
1058 | Dom. Trin. Jun. 18. gedoopt Claes, een soon van Tonnys Sijthof Cuiper getrout aen Fenneken Banze, welcke in den cream des dages voor Trin. Jun. 17. tegen den avont gestorven is, begraven Jun. 19. | Sijthoff, Claes (I20565)
|
1059 | Doop van zoon Daniel meldt ten onrechte Jacomina Daniels als moeder. Eerste vermelding van de familienaam Touw in 1703 in een lijst van dekens en gezworenen van de gilden van Bergen op Zoom. | Touw, Daniel Jansen (I20205)
|
1060 | Doopvermelding Hulst vermeldt geboorteplaats Langendam. Dit is echter geen plaats maar slechts een dijk tussen Grauw en Hulst Vermeldt als woonachtig op de Melopolder nummer 520 in 1796 sinds 1-7-1793 [website zeeuwengezocht; Rijksarchief Gent (België), archief Scheldedepartement inv.nrs 2670-2674 ] | van Schoor, Marie Catharina (I356)
|
1061 | Doopvermelding noemt kind Arent Steenbergen | Dingstee, Arent Gerrits (I17327)
|
1062 | Door de erfenis van zijn vader, Koenraad II van Auxerre, was Rudolf graaf van Bourgondië en Auxerre, en lekenabt van Saint-Maurice. Daarmee was hij de machtigste man van Opper-Bourgondië (West-Zwitserland en Franche-Comté). Nadat Karel de Dikke was afgezet, verkoos de adel van Opper-Bourgondië Rudolf in 888 tot koning. Rudolf probeerde in de onduidelijke politieke situatie om opnieuw een onafhankelijk koninkrijk Lotharingen tot stand te brengen, zoals dat tot 869 had bestaan onder Lotharius II. Hij bezette grote delen van de Elzas en Lotharingen, en liet zich in juni 888 tot koning van Lotharingen kronen in Toul. Hij stootte daarbij evenwel op Arnulf van Karinthië en diende in oktober 888 op de rijksdag van Regensburg, Lotharingen op te geven in ruil voor zijn erkenning als koning van Bourgondië. Rudolf stelde bisschop Theoderic van Besançon aan als zijn kanselier en sloot een bondgenootschap met Guido van Spoleto, een tegenstander van Arnulf in Italië. In 894 wisten ze samen nog te voorkomen dat Arnulf tot keizer zou worden gekroond. Daarop hield Arnulf een expeditie tegen Rudolf maar die liet het niet op een oorlog aankomen maar trok zich met zijn leger terug in de bergen. Ook een poging van Arnulfs zoon Zwentibold (koning van Lotharingen) om Rudolf te onderwerpen was zonder succes. Na de dood van Lodewijk IV het Kind maakte Rudolf weer gebruik van de politieke onzekerheid en veroverde Besançon en Basel. [wikipedia] | van Bourgondië, Rudolf I (I20700)
|
1063 | Door de mislukte staatsgreep van zijn oom Grimoald was zijn familie in politieke ongenade gevallen, waarbij veel prominente familieleden, onder wie zijn vader, gedood waren. Pepijn had nog wel de omvangrijke familiebezittingen langs de Maas en de Moezel. Door zijn huwelijk met Plectrudis (rond 670) verwierf hij nog meer bezittingen aan de Moezel en in de Eifel. Ook wist hij veel prestige terug te winnen door Gundewin te doden, de moordenaar van zijn vader. In 679 was Pepijn een van de leidende edelen in Austrasië. Samen met Martin van Laon leidde hij het verzet tegen de hofmeier Ebroin van Neustrië en Bourgondië die ook de macht in Austrasië wilde verwerven. De Austrasiërs werden bij Laon verslagen, Martin werd gedood en Pepijn moest vluchten. In 680 werd hij hofmeier van Austrasië. Een jaar later werd Ebroin vermoord, en Pepijn sloot een verdrag met diens opvolger Waratton. In 687 kwam hij echter in conflict met Berthar, de nieuwe hofmeier van Neustrië en Bourgondië. Pepijn versloeg hem in de Slag bij Tertry. Koning Theuderik III benoemde Pepijn tot hofmeier van het gehele rijk en Pepijn erkende Theuderik als enige koning. Verder liet Pepijn zijn zoon Drogo trouwen met een dochter van Berthar. In 689 versloeg hij de Friezen in de Slag bij Dorestad en veroverde hij alle gebieden ten zuiden van de Rijn. Aan de missionaris Willibrord gaf hij een oud Romeins fort, nu de stad Utrecht, als steunpunt voor zijn zending onder de Friezen. Ook onderwierp hij de Alemannen. In 691 deed hij een schenking aan de abdij van Sint-Arnulf te Metz. In 695 benoemde hij zijn zoon Grimoald II tot hofmeier in Neustrië en zijn zoon Drogo tot hofmeier in Bourgondië. [wikipedia] | van Herstal, Pepijn (I20273)
|
1064 | Door tusschen komen van mijne sieckte sijn in Rijsoort gedooopt, een kind van Pieter Quirijnen Huijser en Lijsbeth Hermans den 18en februarii | Huijser, Pietertje Pietersdr (I4634)
|
1065 | Door zijn afkomst was Liudolf een belangrijke figuur in de Duitse politiek. Door zijn vader was hij een van de rijkste edelen van Lotharingen en door zijn moeder was hij de nauwste mannelijke bloedverwant van keizer Otto III. Na de dood van Otto in 1002 was Liudolf een van de belangrijkste kandidaten voor het koningschap maar in zijn plaats werd de politiek bedreven Hendrik II gekozen. Liudolf was toen twee jaar oud, en kreeg daardoor zijn bijnaam "het Kind". Na het overlijden van Hendrik in 1024 probeerde Liudolf opnieuw om koning te worden maar nu werd hij afgetroefd door Koenraad II de Saliër. Liudolf was gehuwd met Mathilde, dochter van Otto I van Zutphen. Liudolf was graaf van Bonn en Zutphen, heer van Alzey en Waldberg, voogd van de door zijn vader gestichte abdij van Brauweiler (huisabdij van de Ezzonen) en legeraanvoerder van de aartsbisschop van Keulen. Hij werd begraven in de abdij van Brauweiler. [wikipedia] | van Brauweiler, Liudolf (I20585)
|
1066 | Dopeling «tab» Arij Vader «tab»Pieter Ariense van Dam Moeder «tab»Cornelia Ariens van de Watering Getuige «tab»Cornelis Leendertse Ambaghtsheer «tab»Trijntie Gerrits Stolk Plaats «tab»Hillegersberg Datum doop «tab»22-05-1701 Bron «tab»DTB Hillegersberg inv. 1 Doop gereformeerd | Stolck, Trijntie Gerrits (I18861)
|
1067 | Drogeropslagen | Wolf, Lucas (I23092)
|
1068 | Ealhswith stichtte de Maria-abdij in Winchester en werd daar na de dood van haar man non. Zij is daar begraven en later herbegraven in de kathedraal van Winchester | van de Gaini, Ealhswitth (I20768)
|
1069 | Ebalus werd in 890 graaf van Poitiers en hertog van Aquitanië als opvolger van zijn vader maar raakte in 892 zijn bezittingen kwijt aan Aymar van Angoulême die hem verdreef met hulp van Odo I van Frankrijk. Hij vond in 893 zijn toevlucht bij Geraldus van Aurillac en verbond zich daarna met Willem de Vrome van Auvergne, die in die periode de feitelijke heerschappij over Aquitanië verwierf. In 902 veroverde Ebalus de Poitou met een leger van Willem, en werd als graaf erkend door Karel de Eenvoudige met wie hij als kind was opgegroeid. Hij reorganiseerde het bestuur en gaf functies als lekenabt en burggraaf aan vertrouwde vazallen. In 904 veroverde hij ook de Limousin en in 911 was Ebalus een van de aanvoerders bij de overwinning op de Vikingen bij Chartres. Toen in 927 de zoons van Willem de Vrome kinderloos overleden benoemde de laatste Ebalus tot erfgenaam. Na diens overlijden werd hij hertog van Aquitanië, graaf van Berry, de Auvergne en Velay, en lekenabt van Saint-Hilaire. Koning Rudolf I van Frankrijk ontnam Ebalus in 929 de heerschappij over Berry. In 932 gaf Rudolf bovendien de titels van Aquitanië en Auvergne aan de graaf van Toulouse, en maakte van de Marche (tussen de Limousin en Poitou) een onafhankelijk graafschap. Ebalus deed in 934 een schenking aan de abdij van Saint Cyprien. Ebalus was een onechte zoon van Ranulf II van Poitiers. Ebalus was in 891 (in oktober 890 waren ze verloofd) gehuwd met Aremburgis en voor februari 911 met Emiliana (-ca. 934). [wikipedia] Ebalus Manzer was geboren uit een buitenechtelijke relatie met een onbekende vrouw. Ebalus´ bijnaam Manzer heeft aanleiding gegeven tot speculatie onder genealogen. Manzer is een bijnaan die in Zuid– Frankrijk nog een enkele keer voorkomt, en steeds bij een bastaard. Het woord heeft echter geen betekenis in een lokale taal van die tijd, maar wel in het Hebreeuws waar het bastaard zou betekenen. Hieraan wordt soms de speculatieve conclusies verbonden dat Ebalus moeder van Joodse afkomst zou zijn. [wikipedia] | Mancer, Ebalus (I20666)
|
1070 | Een Gerrit Willems Baartman wordt als getuige genoemt in het testament van Arien Teunisse Ambagtsheer en Deliaantje Ariens Vletter (ONA Hardinxveld 6; fol 341-343, dd 5-6-1743) | Baartman, Gerardus Willems (I16401)
|
1071 | Een kind van Hermannus van Aalderink op de omloop van grote Kerckhof | van Alderijk, Henricus (I15719)
|
1072 | Een kleinzoon heeft mij bevestigd dat deze Arie Ambachtsheer een zoon is van Cornelis Sparreboom en Clasina Ambachtsheer maar is geboren voor hun huwelijk | Ambachtsheer, Arie (I2962)
|
1073 | Een mogelijke voorouder van Aernt Worre is Jan Florence van den Wor die wordt genoemd in een quitantie uit 1305 als poorter van Dordrecht. tallen den ghuenen die deser letoren sullen sien joff horen lesen de Jacop Uten sacke poirter in Bruoghe saluut in onsen heer je doe u te wetene dat ick hebbe ontfanghen van Jan Florents van den Wor poirter van Dordrecht drie goudene grote van den sculden die mie dit van Dordrecht sent sen wan af je mie houder wert ghe- part ende verlonent dat of te quitane jeghem elken menscher in woonscepen van de .. … ghreghelt met .. .. .. ghende ghemaect ende ghegheven sondags vor dartien daich int jare ons Heren dusentichdriehondertendevive deze akte is ook opgenomen in een index van de regestenlijst van het archief toegang 131 inv 1851 akte 126. | Worre, Aernt (I24012)
|
1074 | Een op zich betrouwbare bron uit de 16e eeuw bekend als het Voorste Haagse Handschrift vermeldt nog 10 voorgangers van deze elfde heer van den Woude, alleen Jacob geheten. Dit zou betekenen dat de voorouders van deze Jacob zijn terug te voeren tot de eerste Jacob van den Woude die aan het eind van de 10e eeuw moet hebben geleefd. | van den Woude, Jacob (I23159)
|
1075 | Een uitgebreid relaas over Pieter Willemsz Penning vind je in Ons Voorgeslacht no 498 (zie bronvermelding) | Penning, Pieter Willemsz (I1596)
|
1076 | Een uitgebreid relaas over Pieter Willemsz Penning vind je in Ons Voorgeslacht no 498 (zie bronvermelding) | Penning, Willem Pietersz (I1592)
|
1077 | Een uitgebreid relaas over Pieter Willemsz Penning vind je in Ons Voorgeslacht no 498 blz 589 ev (zie bronvermelding) | Penning, Willem Pietersz "de Cleynen" alias Penninck (I1600)
|
1078 | Een uitwerking van dit gezin van Mr. C J Hunnik in een brief aan Hubert van Aalderen is te vinden op http://blog.onze-voorouders.nl/2009/12/de-kinderen-van-pouwel-assies.html. In een meer recente blog entry wordt de verbinding met het landgoed den Alerdinck gelegd http://blog.onze-voorouders.nl/2012/08/pouwel-assies-en-den-alerdinck.html Betaalt in 1675 hoofdgeld voor 3 personen boven de 16. Hij had dus minimaal 1 kind geboren voor 1659. Aangezien zijn dochter Fennigje al sinds 1674 in Zwolle woonde is dit vermoedelijk zijn zoon Hendrik die pas in 1678 met attestatie uit Heino als lidmaat in de kerk van Zwolle wordt aangenomen. Van dochter Evertje en zoon Gerrit vermoeden we dat zij nog geen 16 geweest kunnen zijn in 1675. Hieruit kunnen we de voorzichtige conclusie trekken dat de vrouw van Pouwel nog in leven was. Pouwel Assies komt juni 1692 met attestatie naar Zwolle vanuit Heino | Pouwel Assies (I12465)
|
1079 | Een van Jan Jacobs Wor genaemt Martijntgen de moeder Margrietje van Deyl de getuygen Gerrit Brederode, Anna Maes ende Lijsbeth van Deyl | Wor, Martijntgen Jansdr (I24322)
|
1080 | Eenmaal genoemd omstreeks 1200 | van Alkemade, Dirck (I2341)
|
1081 | Eerder weduwe van Willem Schooneman en van Cornelis van Helden. Uittreksel uit het overlijdensregister van Bergen op Zoom d.d. 29-12-1939 | Soeteman, Cornelia (I18885)
|
1082 | Eerder weduwnaar van Ariaantje Boelhouwer | Lagerweij, Johannis (I3399)
|
1083 | Eerder weduwnaar van Marigje van 't Verlaat | Versluis, Arie (I3151)
|
1084 | Egbert Dericxsen, backer Maricken Cornelisdr weduwe Lauorens Joosten beyde van Dordrecht getrout bij mij den lesten january XVC LXXXVIII | Gezin F223749295
|
1085 | Egbert was een zoon van graaf Liudolf van Brunswijk en Gertrudis van Billung. Van zijn vader erfde hij, tesamen met zijn broer, in 1038 het markgraafschap Brunswijk. Voor zijn Oostfaalse bezittingen was hij leenman van de bisschop van Hildesheim. In 1057 werd Egbert in één klap een belangrijke hoveling: een groep Saksische opstandelingen onder leiding van Otto, de buitenechtelijke zoon van Bernard II van Brandenburg, probeerde in een hinderlaag de zesjarige Hendrik IV (keizer) en zijn moeder Agnes van Poitou (1024-1077) te vermoorden. Egbert en zijn broer Bruno II kwamen Hendrik en zijn moeder te hulp en wisten de aanval af te slaan. Bruno sneuvelde bij de gevechten en Egbert werd zwaar gewond. Egbert genas en kreeg als beloning naast zijn eigen functies, ook de functies die zijn broer had gehouden. In die rol was hij vazal van de bisschop van Bremen. Ook trouwde hij in dat jaar de bijna twintig jaar oudere Ermengard van Susa, weduwe van Otto III van Zwaben, dochter van Manfred II Olderik van Turijn en een verwante van de keizerlijke familie. In 1058 nam Egbert deel aan de expeditie tegen graaf Floris I van Holland. In 1063 besliste hij in de stiftkerk van Goslar, de bloedige vete tussen de bisschop van Hildesheim en de abt van Fulda in het voordeel van de bisschop. Een koninklijk onderzoek naar de gang van zaken concludeerde dat Egbert daarbij geen misdaad had begaan. Egbert was in 1062 één van de deelnemers aan de ontvoering van de minderjarige Hendrik IV, wat een coup was tegen het regentschap van diens moeder. Toen Hendrik in paniek van een schip in de Rijn sprong, is Egbert hem nagesprongen en heeft hem zo het leven gered. Na de politieke ondergang van bisschop Adelbert van Bremen in 1066, wist Egbert zijn Friese goederen aan diens leenheerschap te onttrekken. In 1067 werd hij beleend met Meißen. Egbert maakte tijdens het kerstfeest van 1067 te Goslar, met Hendrik plannen om te scheiden van Ermengard om te trouwen met de jonge en rijke Adela van Leuven. Egbert heeft nog een brief geschreven over zijn voornemen tot scheiding en is daarna aan een plotselinge koorts overleden. [wikipedia] | van Meißen, Egbert I (I20915)
|
1086 | Egbert werd koning na het overlijden van zijn vader. Omdat hij minderjarig was, was zijn moeder regentes. Van hem is alleen bekend dat hij twee van zijn neven zou hebben laten doodmartelen (zoons van zijn oom Earmonred) en dat hij de kerk actief steunde. In 667 kiest hij samen met de koning van Northumberland, Wighard als bisschop van Canterbury maar die sterft direct na zijn wijding in Rome aan de pest. Ook helpt hij zendelingen en bisschoppen bij de bekering van de Angelsaksen en bij hun reizen naar Gallië en Rome. Ook sticht hij het klooster van Chertsey. [wikipedia] | van Kent, Erbgert I (I20775)
|
1087 | Eigenaar van het huis Waalburg op het dorp Ridderkerk. Opzichter bij de bedijking te Ridderkerk, collecteur van de kerkelijke goederen te Ridderkerk. | Baes, Cornelis Adriaensz (I20457)
|
1088 | Elisabet Anbagsheer | Ambagsheer, Pietertie (I3150)
|
1089 | Elisabeth Hombart huysvrouw van Matthijs van Leeuwen, alhier overleden onder de classe der onvermogende | Hombart, Anna Elisabeth (I23485)
|
1090 | Elisabeth van Visser | van Aalderen, Willem (I11334)
|
1091 | Emmichhuyser veen, Thonis ende Jacob Jans Drost in plaetse van haer vader, elff mergen 245 roeden 17-02-0. (GA Veenendaal 277a manuel van de cameraer blz.43 1653). Gijsbertje Everts, won. Renswoude, wed. Jacob Jans Drost, in leven weduwnaar van Maeyhje Jans, die zonder testament gestorven was. Zij bezitten een "cleijn stuckje goets" in Renswoude, erfpachtplichtig aan de Carthuijsers in Utrecht, en een zeer kleine inboedel met daar tegenover zeer veel schulden. De erfgenamen zijn: Jan, oudste broer en zwager, hij is niet aanwezig omdat hij "uitlandig" is, Cornelis, Evert, Johannes en Teuntje Jacobsen, getrouwd met Cors Jansz, alle kinderen zijn uit zijn eerste huwelijk. Zij machtigen Hendrick van Velthuijsen, scholtis van Renswoude, om al hun goederen te verkopen om daarmee zoveel mogelijk van de schulden te betalen. (Notarieeel Veenendaal 2189, nr. 172, 04-07-1686). | Drost, Jacob Jansz (I23607)
|
1092 | Enschede Graf G565; Oosterbegraafplaats | Jansen, Klazina (I12954)
|
1093 | Enschede Graf G565; Oosterbegraafplaats | van Aalderen, Hendrik Jan (I12650)
|
1094 | Epiph. V gedoopt het eerste kint van Derck ten Sijthof, Derck | ten Siethof, Derck (I20561)
|
1095 | Er behoorde geen onroerend goed tot de nalatenschap 49 jaar (geboren 11/5/1796 te Workum); landbouwer; man van Neeltje Gerrits Gerritsen, boerin; vader van Gerrit, boer in het Heidenschap o/Nijega, Woltje (vrouw van Freerk Jans Terpstra, arbeider in het Heidenschap o/Workum) en minderjarige Fouw, dienstmeid, Sybolt, Feddo, dienstmeid, Sietske, Gerke en Fokke Feites Hofman. | Hofman, Feite Fokkes (I24758)
|
1096 | Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap man van Hiltje Jannes de Wilde; vader van minderjarige Berend, Jannes, Jakobje, Aaltje, Pieter, Jan en Lammigje Jans Pomper. | Pomper, Jan Berends (I24782)
|
1097 | Er is enige onduidelijkheid over de vrouw van Gerard II van Egmont. Enkele bronnen noemen Mabelia zonder verdere aanduiding. Maar er is een bron die Mabelia van Abcoude noemt. Een andere bron noemt als eerste vrouw van Gerard, Beatrix van Haarlem. Andere bronnen hebben het over Elisabeth die een dochter was van de Heer van Montfoort. Over de kinderen zijn de bronnen het wel eens. Hoewel er ook een bron is die nog een verder niet benoemde Dirk als zoon noemt. | van Egmond, Gerrit II (I2353)
|
1098 | Er is geen doopvermelding gevonden van Kier met ouders Gerrit Kyrs en Geesje Arents Vermeldt in volkstelling 1748 als Kier van Dinghsteede en Harmiena Schruders met kinderen onder de 10 jaaren Marija, Geesien, Gerrijt en Arent. Dienstboden Arent Smet en Geertien Koers. Geen zonder boven de 10 jaaren vermeldt. Dit maakt de zoon Hendrick (19) een opvallende afwezige. [Hasselt en Hasseltercarspel, transcriptie volkstelling 1748; door Guus Edelenbosch] | Dingste, Kier Gerrits (I17326)
|
1099 | Er is geen huwelijk gevonden van dit paar. Mogelijk is het paar nooit getrouwd maar trokken ze slechts samen op. Dit kan betekenen dat het voorkind van Theresia ook van Levinus is. Hier is echter geen verdere aanwijzing voor. | Gezin F246
|
1100 | Er is geen kind gevonden in de doopboeken van Cornelis en Maritge dat Cornelis is genoemt. De doopboeken lijken echter wel compleet. Het kan zijn dat Cornelis Cornelis Huijsman (de jonge) niet een zoon van Cornelis Cornelis Huijsman (de oude) was maar een broer. Dit omdat wordt onderstreept omdat ook Cornelis de jonge twee zonen Cornelis noemde die allebei volwassen zijn geworden. | Huijsman, Cornelis Cornelisz de Jonge (I23537)
|