Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 1,201 t/m 1,250 van 5,248
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1201 | GIVN Reinier SURN van Aarschot | van Aarschot, Reinier (I11293)
|
1202 | GIVN Ricolt SURN van Ochten | van Ochten, Ricolt (I6265)
|
1203 | GIVN Ruprecht III SURN van Virneburg | van Virneburg, Ruprecht III (I14215)
|
1204 | GIVN Rutger I SURN van Kuyc-Herpen | van Kuyc-Herpen, Rutger I (I5679)
|
1205 | GIVN Sophia SURN [van Kleef?] | [van Kleef?], Sophia (I8931)
|
1206 | GIVN Sophia SURN van Gymnich | van Gymnich, Sophia (I20370)
|
1207 | GIVN Willem SURN van Arundel | van Arundel, Willem (I6901)
|
1208 | GIVN Willem SURN van Kuyc-Asten | van Kuyc-Asten, Willem (I5689)
|
1209 | GIVN Willem I SURN van Holland | van Holland, Willem I (I20341)
|
1210 | Gaecken Anninck ende Geertjen Eetgerinck beyde in Beckum Proclamati die 25. Junii, copulati die 13. Aug | Gezin F223748526
|
1211 | Gebhard was in 897 graaf van de Rijngouw. In 903 werd hij benoemd tot hertog van Lotharingen, in welke positie hij blijkbaar zonder veel problemen kon samenwerken met Reinier I van Henegouwen, de machtigste edelman in Lotharingen. Gebhard verwierf in 904 de Wormsgouw en in 909 de Wetterau. Gebhard sneuvelde bij Augsburg in de strijd tegen de Magyaren. [wikipedia] | van Franconië, Gebhard (I20625)
|
1212 | Geboorte aangifte gedaan door de vroedvrouw met als getuige Assuerus van Aalderen echtgenoot van Marta Buisman | van Aalderen, Hendrikus (I11961)
|
1213 | Geboorte akte onder moedersnaam. Erkend bij huwelijk van ouders | Joosten, Adriana (I3293)
|
1214 | Geboortejaar geschat op basis van mondig bij poorter schap dus dan zeker 21 als 25 bij huwelijk dan geboren rond 1629 | Drinckvelt, Huijbrecht Aertsen (I6088)
|
1215 | Geboorteplaats: Barendrecht akte nr. 1962 | van Geldere, Bastiaantje (I3010)
|
1216 | Geboorteplaats: Drachten gem. Smallingerland / beroep overl.: verkoopster | van Aalderen, Minke (I11285)
|
1217 | Geboorteplaats: Gorinchem akte nr. 1878 | van Tricht, Arend (I2986)
|
1218 | Geboorteplaats: Hardinxsveld Cornelus werd 11 maanden oud. | Ambachtsheer, Cornelis Pieter (I2818)
|
1219 | Geboorteplaats: Hardinxveld wonende te Hardinxveld | van Loon, Dirk Willem (I2733)
|
1220 | Geboorteplaats: Hillegersberg | Ambagsheer, Nicolaas Jurgen (I2974)
|
1221 | Geboorteplaats: Kamperveen / oud 51 jaar; beroep overl.: winkelier | van Aalderen, Aleid (I1906)
|
1222 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 1577 | Helderman, Dirkje (I3061)
|
1223 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 3248; overledene: mannelijk | Ambachtsheer, N.N. (I3028)
|
1224 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 3877 | van Trigt, Metje (I3051)
|
1225 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 3901 | Ambachtsheer, Grietje (I3048)
|
1226 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 3950; overledene: vrouwelijk | Ambachtsheer, N.N. (I3054)
|
1227 | Geboorteplaats: Rotterdam akte nr. 4141 | Ambachtsheer, Grietje (I3043)
|
1228 | Geboorteplaats: Rotterdam | Ambagtsheer, Cornelia (I2901)
|
1229 | Geboorteplaats: Werkendam en weduwnaar van Anna Been. Overleden in het Armenhuis in Rotterdam [Affiches, annonces et avis divers de Rotterdam = Advertentien, aankondigingen en berigten van Rotterdam; editie: 02-04-1812, Dag Nummer: 40;Uitgever: Benjamin Arrenberg; Rotterdam] | Ambagtsheer, Bastiaan (I2902)
|
1230 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I24884)
|
1231 | Geboren in het jaar 1458 want op 3 november 1517 was Frank van Alckemade ongeveer 59 jaar (bron: http://www.wintersteijn.nl) en in 1494 was hij 36 jaar oud (bron: R.Fruin "Enqueste ende informatie" Leiden 1876). Hij woonde in Haarlem. Frank van Alckemade was een bastaardzoon van Floris Hugensz van Alkemade (bron: dr J.C.Kort "Van Alkemade 1200-1782 III in NL 115 (1998) 343-360) en werd in 'd'oude Chronijcke van Holland' (1636) van Gouthoeven: "Franco B.sone van Floris (van den Woude) voorsz." genoemd. In maart 1487 trad "Vranck de bastaert van Alckemade" op uit naam van (zijn halfzus) jonkvrouwe Beatrijs van Alckemade, vrouw van Jan van Heemstede; bij verkoop van een huis in de Grote Houtstraat te Haarlem naast Geertruida en Ermgard (dochters van IJsbrand Gaal), achter strekkende tot aan Floris van Adrichem (bron: NHA transp.reg.Haarlem inv.nr 76.3, fol.64) en in mei 1487 werd een schuldbekentenis opgetekend van Frank de bastaard van Alkemade (bron: HNA transp.reg.Haarlem 76.3 fol.78v). In september 1491 lijdt Pieter van Leeuwarden schuld aan Frank de bastaard van Alkemade (bron: NHA, transp.reg.Haarlem 76.4 fol.120v) en in maart 1492 lijden Dirk de Weent en Frank de bastaard van Alkemade gezamenlijk schuld aan Katharina wed. van Pouwel Arentsz van Noyen (bron: NHA transp.reg.Haarlem 76.4 fol.151v). In 1494 was Frank van Alckemade Baljuw van Zwammerdam en Rietwijk (bron: R.Fruin:"Enqueste en informatie" Leiden 1876). Hij was tussen 1510 en 1523 rentmeester van Kennermerland en pachtte de Sluisvisserij te Spaarndam en Halfweg tussen 1510 en 1513, terwijl hij deze in eigen beheer had 1509-1510 en 1517-1518 (bron: P.J.E.M. van Dam "Vissen in Veenmeren" Hilversum 1998, pag.260 en 255). In 1511 verkocht Frank van Alckemade een huis in de "Coninckstraet" te Haarlem voor 350 Rijnse guldens (bron: NHA, Stadsarchief Haarlem Thesaurierrek. inv.nr.394). Op 15 februari 1535 werd Frank van Alckemade, zalicher gedachten, vermeld als oudoom van Roeland van Heemstede (bron: NHA Archief Heerl.Heemstede inv.nr.419). Frank de bastaard van Alckemade was hoogheemraad van Rijnland tussen 1518 en 1524 (bron: S.J. Fockema Andreae "Het Hoogheemraadschap van Rijnland", Leiden 1934, blz 401). Frank van Alckemade bezat in het rekenjaar 1540 een losrente op de stad Haarlem: "Vranck van Alckemade, van een jair losrenten... betaelt bij quytancie van Jan van Alckemade, zijn zoon... XXX lb.). | van Alckemade, Frank (I2327)
|
1232 | Geboren omstreeks 1555, woonde in Udenhout waar hij een brouwerij aan de Molenstraat bezat (1606-1619), was met broer Boneventura eigenaar van 'De Hesseldonck' (1606-1610, vertrok in 1619 naar Loon op Zand waar hij schepen (1627) en schout (1634) werd. Zijn zegel vertoont het volle wapen van Arkel (1627). Hij testeerde 17-1-1631, overleed 15-6-1635 en werd begraven in de kerk van Loon op Zand. De scheiding en deling zijner goederen vond plaats op 17-1-1637, waaruit blijkt dat hij gehuwd was geweest met Anna van der Schoor, die reeds op 16-10-1625 te Loon op Zand was overleden. Anna was de dochter van Corstiaen Peterszn. van der Schoor. Van Schijndel 1959, blz. 126. (website www.kareldegrote.nl reeks 97) | van Grevenbroeck, Dirck Raessen (I17728)
|
1233 | Geboren womöglich als Sohn des sieghardinischen Grafen Sieghard V. vom Chiemgau erbte er dessen Grafschaftsrechte im Riesgau, zu welchem er ab dem Jahre 1030 bestellt wurde. Durch seine um 1015/20 geschlossene Ehe mit der Erbtochter des Grafen Walther vom Filsgau erbte er Gebiete um Fils und Rems, Göppingen, Staufen, Lorch und Gmünd, behält daneben ausgedehnten Altbesitz seines Geschlechts zwischen Alpen und Donau. Im Jahre 1053 wurde er Pfalzgraf in Schwaben; diese Funktion hatte er wahrscheinlich bis in das Jahr 1069 inne. Im Jahre 1070 wurde Friedrich vielleicht als ein (Laien?-)Mönch in einem süddeutschen Benediktinerkloster genannt. Begraben liegt er in seiner Stiftung, dem Stift Lorch („in pago"), später übertragen in das Kloster Lorch („in monte"). Translationsverzeichnis/Fragment der um 1140 aus dem Stift im Dorf in das Kloster auf dem Berg Umgebetteten: „Fridericus palatinus Frid. junioris pater, Frid. ducis avus, Cuonr. regis proavus, fundator necnon monachus, in pago, deinde in monte sepultus" [wikipedia] | van Staufen, Friedrich (I20676)
|
1234 | Gebruikt een stuk land van zeven morgen in het ambacht van den Indijk, liggende aan de Breudijk; strekkende van den dijk tot aan de molenvliet. Het land is eigendom voor een vierde gedeelte van den Weledele Heer Mr. Wiecker Onno Gerard Lokman [Schepenakten Harmelen (gerecht Indijk), 1762; inv. 830 folio 97v] Huurt een stuk land van de erfgenamen van Sr. Gerrit Glimmer op de zelfde locoatie [Schepenakten Harmelen (gerecht Indijk), 1769; inv 830 folio 145] [Schepenakten Harmelen (gerecht Indijk), 1771; inv 830 folio 151v] | van Dijk, Pieter Crijnsz (I400)
|
1235 | Gedetineerde in het huis van bewaring van Goes op een politieovertreding van 14 juli 1863 tot 15 juli 1863. Wonende in Goes maar geboren in Bergen op Zoom [254 Strafinrichtingen Zeeland, 1809-1973 inschr. 593] | Touw, Cornelis (I343)
|
1236 | Gedetineerde te Middelburg 1817 (zeeuwengezocht; toegang 254 inv 366 en 367) | Kelder, Susanne (I22098)
|
1237 | Gedoopt 't dogt. van Jan Mannen en Jennigjen Bartels op't R.V. genaamd Jennigjen | Mannen, Jennigje Jans (I24940)
|
1238 | Geertruid d. van Gerrit Henricsen en Grietjen Jans | Geertruyt Gerrits (I17787)
|
1239 | Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, het Rijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit. Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn V van Vlaanderen. Robrecht gaf zijn aanspraken in Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam "de Fries". Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage. Robrecht en Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk. [wikipedia] | van Saksen, Geertruida (I20949)
|
1240 | Geertruijt d. van Gerrit Hendricks en Grietien Jansen | Geertruyt Gerrits (I17785)
|
1241 | Geertruyt d. van Gerrit Moeren en Grietie Jans | Moeren, Geertruyt Gerrits (I17788)
|
1242 | Gehoort het rapport van de Heeren van Middelburgh en Goes, op de requeste van Pieter Marinissen Mesoeck, beenhacker tot Goes, breeder gemeld in de notulen van den 31. Meert 1683. Is goegevonden en verstaen, alvorens op de versoecken ten principalen te disponeren, dat de goederen en effecten, door Maerten Jansse van Noorwege gemaeckt aen de twee weesen van Maria Meertens van Noorwege, des testateurs dochter, en des suppliants gewesen hysvrouw, sullen werden overgebracht ter weeskamer der stadt Middelburgh, om aldaer ten profijte van de voorsz. weesen verseeckert, ende geadministreert te werden, volghens de ordonnantie op de selve kamer gearresteert. | Mesoeck, Pieter Marinus (I22662)
|
1243 | Gelegerd te den Helder | Ambachtsheer, Jan (I17998)
|
1244 | Gelet op de requeste van Pieter mesouck, beenhacker tot Goes, te kennen gevende hoedat Maerten Janssen van Noorwegen, (in sijn leven) meester kuyper tot Middelburg, disponerende van sijne tijdelijcke goederen, aen Maria en Marinus Mesouck, sijne suppliants twee kinderen, verwecht bij Maria Maertens van Noorwegen, des testateurs dochter, gelegateert heeft eenighe obligatien tot laste van dese provincie en de Banck van Leeninge tot Middelburg, mitsgaders de nombre van 3 gemeten 10 roeden lants, ende eyndelingh noch eene somme van 500 pond vlaems, met de clausule dat de voornoemde kinderen uyt den inkomen vandien yder niet meer als hondert guldens jaerlycx souden mogen verteeren; en alsoo den suppliant onmogelijck is de voornoemde kinderen daervoor te onderhouden, versoeckende uyt den inkomen van sijne voornoemde kinderen goet, soodanigen jaerlycxsen toelegh, als haer Ed. og. sullen oordeelen tot der selver opvoedinghe en andere nootsaeckelijckheden te werden vereyscht, mitsgaders den suppliant te authoriseren, om de 500 pond vlaems aen gelt, op behoorlijcken intrest te mogen besitten, onder cautie; is goegevonden en verstaen, de voornoemde requeste te stellen in handen van de Heeren van Middelburgh en van der Goes, om het gedaen versoeck nader te examineren, de geineresseerde bij het fidecommis, oock de vooghden van des suppliants kinderen daerop te hooren, en daervan rapport te doen. | Mesoeck, Pieter Marinus (I22662)
|
1245 | Genoemd als pachter van ene helft van het goede Dingstede van 1594-1610 [NL 1974 col 116] | Gezin F223749178
|
1246 | Geplaatst bij het korps genietroepen te Tjimahi, 2e luitenant WRH van Aalderen uit Nederland verwacht wordende [24 dec 1904; https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2947053:mpeg21:0008 ] | van Aalderen, Willem Rutger Henri (I12419)
|
1247 | Gerard Onder de Linde van Dordrecht boekverkoper oud 28 jare in de Langebrughsteeg ouders doot geassissteert met Willem Fredrik van der Willip en adriana van Dakenburg van A. oud 28 jare op de Leprosenburgwal geassisteert met haar vader Abraham van Dakenburgh | Gezin F223749376
|
1248 | Gerard kwam in 897 in conflict met koning Zwentibold van Lotharingen. Die ontnam hem eerst zijn positie maar Gerard en Zwentibold verzoenden zich weer. Het conflict was echter niet opgelost en Gerard en zijn broer Matfried (graaf van de Eiffel) namen de leiding op zich van een opstand, en versloegen en doodden Zwentibold in 900 in een veldslag bij Susteren. Gerard trouwde direct met Zwentibolds weduwe Oda (ca. 880 - na 952), een dochter van Otto I van Saksen, maar het lukte Gerard en Matfried niet om hun gezag over Lotharingen te vestigen. In 903 werd Gebhard van Franconië tot hertog van Lotharingen benoemd. Gerard was in 906 in conflict met een graaf Koenraad, vermoedelijk Koenraad I van Franken (een neef van Gebhard) die door Koenraad de Oudere (een broer van Gebhard) met een leger was gezonden om Gebhard te ondersteunen. Gerard sneuvelde in 910 in gevecht met een Beiers leger. Gerard was zoon van Adelhard van Metz (ca. 850 - 2 januari 890), graaf van Metz en lekenabt van Echternach, die zoon was van Adalhard de Seneschalk, en van een dochter van Matfried van de Eifelgouw (ca. 820 - na 18 september 882). Matfried wordt in 843 al genoemd als graaf van de Eifelgouw en in 877 staat hij op een lijst van edelen die de koning van West-Francië zullen bijstaan als die de Maas zou oversteken. [wikipedia] | van de Metzgau, Gerard (I20606)
|
1249 | Gerard van Auvergne was een hoge Frankische edelman. Gerard was een lid van de keizerlijke entourage van keizer Lodewijk de Vrome en verbleef aan het hof. Hij was getrouwd met Rotrude, dochter van keizer Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw. Na Rotrudes overlijden hertrouwde hij met haar zuster Hildegarde. Gerard was graaf van Aquitanië en werd in 839 door keizer Lodewijk de Vrome benoemd tot graaf van Auvergne en Poitiers. Hij sneuvelde op 25 juni 841 in de Slag bij Fontenoy (841). Na zijn dood werd Hildegarde abdis van de Abdij van Onze Lieve Vrouwe en van Sint-Jan te Laon [wikipedia] | von Auvergne, Gerhard (I20672)
|
1250 | Gerard volgde in 1047 zijn broer Adalbert op als graaf van de Elzas, Metz en Châtenois, toen die hertog werd van Opper-Lotharingen. Adalbert werd tot hertog benoemd in plaats van de opstandige Godfried II van Lotharingen maar werd in 1048 al door Godfried gedood. Gerard volgde toen zijn broer op als hertog maar werd al snel door Godfried gevangengenomen. In 1049 bemiddelde paus Leo IX een vrede in Lotharingen en werd Gerard vrijgelaten. Met steun van keizer Hendrik III wist Gerard zijn positie te versterken ten koste van Godfried en zijn bondgenoten. In 1053 kwam Gerard op zijn beurt paus Leo IX te hulp tegen de Italiaanse Normandiërs. Gerard leidde een klein Duits contigent in het pauselijke leger dat zich in dat jaar wilde verenigen met een Byzantijns leger om de Normandiërs aan te vallen. Die wachtten echter niet af maar onderschepten het pauselijke leger op 18 juni 1053 bij Civitate (bij Foggia). Er werden besprekingen gevoerd maar de Normandiërs vielen ondertussen aan en hun rechtervleugel verjoeg een overmacht aan Italiaanse troepen van de paus. Ondertussen wisten de Duitsers, die ongeveer 2:1 in de minderheid waren tegen de resterende Normandiërs, hun tegenstanders in het nauw te brengen maar ze verloren de slag toen de rechtervleugel van de Normandiërs op het slagveld terugkeerde. Paus Leo IX werd gevangengenomen. Gerard was voogd van de abdijen van Sint Pieter te Metz, Sint Maarten bij Metz, Sint Evre te Toul, Remiremont, Moyenmoutier en Saint-Mihiel. Deze voogdijschappen leidden tot conflicten met de bisschoppen van Metz, Verdun en Toul. Gerard bouwde kastelen in Prenay en Nancy (het begin van het middeleeuwse Nancy) om zo de verbinding tussen zijn noordelijke en zuidelijke bezittingen zeker te stellen. Tegen het einde van zijn leven kwam Gerard in conflict met lokale edelen. Hij overleed op een veldtocht tegen opstandelingen, volgens geruchten was hij vergiftigd. Hij werd begraven in de abdij van Remiremont. Met zijn bewind kwam een einde aan de turbulente geschiedenis van Opper-Lotharingen, zijn nageslacht regeerde tot 1755. [wikipedia] | van Lotharingen, Gerard (I20942)
|