![]() |
![]() Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 1,451 t/m 1,500 van 5,293
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1451 | Hij was graaf van de Ardennengouw en Metz, en lekenabt in de abdij van Gorze. Er is maar weinig over hem bekend. Bivinus zou een zoon kunnen geweest zijn van Richard II van Rouen, graaf van Amiens. [wikipedia] | van Metz, Bivinus (I20888)
|
1452 | Hij was het die de macht van Mercia overwon en van Wessex het dominante AngelSaksische koninkrijk maakte. Hij kreeg de titel 'Bretwalda', waarmee door de Angelsaksen een heerser werd aangeduid die macht had over andere heersers. Hij wordt gezien als de eerste koning van Engeland. Hij is begraven in de Old Minster te Winchester. Egbert was zoon van Ealhmund, koning van Kent. Na de dood van zijn vader verkeert hij in een onzekere positie en wordt hij door Offa van Mercia en Beorhtric van Wessex in 789 naar het vasteland van Europa verbannen. Daar leeft hij 13 jaar onder bescherming van Karel de Grote. Na het overlijden van Beorhtric in 802, weet Egbert met steun van Karel de Grote en van de paus de troon van Wessex te verwerven. Voor Karel is hij vooral een tegenwicht tegen de overmacht van Mercia. Het leger van Hwicce (een hertogdom binnen Mercia) valt direct Wessex aan maar wordt door Egbert afgeslagen. Cornwall wordt onderworpen in twee veldtochten in 815 en 825. Ook in 825 verslaat hij Beornwulf van Mercia bij Ellendun (nu Wroughton) en stuurt zijn zoon Ethelwulf om zijn gezag te vestigen in de gebieden die onder het gezag van Mercia stonden: Kent, Essex en Sussex. In 826 vraagt East Anglia de bescherming van Egbert. Aanvallen van Mercia op East Anglia in 826 en 827 zijn een grote mislukking. In 829 verslaat Egbert Wiglaf van Mercia en slaat zelf munten als koning van Mercia. Egbert wordt Bretwalda (de hoogste koning) van Engeland, dus ook met een vorm van gezag over Northumberland. In 830 volgt nog een expeditie naar de gebieden in Wales die onder invloed van Mercia stonden. Vanaf 830 volgt echter een periode van tegenslag: Wiglaf wint de troon van Mercia terug. De macht van Egbert over East-Anglia, Essex en misschien ook Kent lijkt verdwenen. Mogelijk is hier een samenhang met de periode van burgeroorlogen in het Frankische Rijk waardoor Egbert zijn Frankische steun verliest? Uiteindelijk ontstaat er een natuurlijk machtsevenwicht tussen Wessex, Mercia, East-Anglia en Northumberland - de kleine staten hebben hun zelfstandigheid dan verloren: Sussex, Kent, Surrey en mogelijk ook Essex zijn een onder-koninkrijk onder Egberts zoon Ethelwulf. In 836 wordt Egbert bij Carhampton verslagen door een strijdmacht van 35 Deense schepen. In 838 verslaat hij bij Exeter een bondgenootschap van Denen en Kelten. De onafhankelijkheid van het Keltische koninkrijk Dumnonia is hiermee feitelijk afgelopen. Egbert en Aethelwulf sluiten een overeenkomst met de bisschoppen van Canterbury en Winchester. In ruil voor aanzienlijke schenkingen erkennen de bisschoppen Aethelwulf als opvolger van Egbert en erkennen ze Egbert en Aethelwulf als heer en beschermer van hun kerken en kloosters. In 839 is er nog correspondentie met Lodewijk de Vrome over zijn voorgenomen reis naar Rome. Het testament van Egbert geeft alleen bezittingen aan mannelijke familieleden, zodat er niet via huwelijk bezittingen uit de familie zullen verdwijnen. Het overgrote deel van zijn bezit gaat echter naar zijn opvolger. [wikipedia] | van Wessex, Egbert (I20770)
|
1453 | Hij was kerkmeester van Westmaas 1512, vermeld in of nabij Mijnsheerenland 1548-1553 | Adriaen Yemansz (I21407)
|
1454 | Hij was landbouwer aan de Gebroken Meeldijk onder Oost Barendrecht. | Groenendijk, Dirk Fransz (I19804)
|
1455 | Hij was van 1118 tot 1139 als Walram II hertog van Limburg in opvolging van zijn vader. Hij was ook hertog van Neder-Lotharingen van 1128 tot 1139, ter vervanging van Godfried I van Leuven, die zichzelf niettemin oorkondelijk als hertog van Neder-Lotharingen bleef beschouwen. Walram werd in 1128 hoe dan ook door de Duitse keizer het hertogelijk gezag toegekend (inbegrepen de Markgraafschap Antwerpen als ambtsleen). Het jaar daarop, in 1129, werd hij ook voogd van Duisburg. Zijn zoon Walram werd graaf van Aarlen. Hij werd in het hertogdom Limburg opgevolgd door zijn zoon Hendrik II van Limburg, die later ook het graafschap Aarlen van zijn broer zou overnemen. Op 16 juli 1139 blies Walram II zijn laatste adem uit. Nog vóór 9 februari 1140 bevestigde Koenraad III Godfried VI als hertog van Neder-Lotharingen, die al op 25 juni 1139 het hertogschap daadwerkelijk uitoefende. Walram II droeg de volgende titels: graaf van Arlon in 1115, graaf van Wassenberg en Limburg in 1119 en hertog van Neder-Lotharingen in 1128. Voorts was hij markgraaf van Antwerpen en rijksvoogd van Duisburg. [wikipedia] | van Limburg, Walram II (I20302)
|
1456 | Hij was voor 1269 nog minderjarig, zodat het regentschap door zijn moeder werd waargenomen. Jan komt in meerdere aktes voo. In 1273 koopt hij de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim en wordt in 1281 tot ridder geslagen door Floris V, de graaf van Holland. In 1288 neemt hij aan Brabantse zijde deel aan de Slag bij Woeringen. In 1290 erkent hij Floris als zijn leenheer voor zijn kasteel in Gorinchem en krijgt daarvoor in ruil het recht om daar tol te heffen. Jan was een van de ondertekenaars van een brief van de Hollandse adel aan koning Eduard I van Engeland. Floris leende in 1292 12.000 Hollandse ponden van Jan, Richoud van Noordeloos (ongetwijfeld een achterneef van Jan) en Lambrecht de Vriese. Toen Floris in 1296 werd vermoord, nam Jan samen met de heren van Wassenaar en van Borsselen, het bestuur van Holland tijdelijk op zich. In 1297 kwam Jan om het leven bij de Slag van Vronen. Hij is begraven in Gorinchem. [wikipedia] | van Arkel, Jan II (I17768)
|
1457 | Hij weduwe van Josina Dek; zij geb onder Middelburgs ambagts beide woonende alhier | Gezin F38
|
1458 | Hij weduwnaar van Maritie Keet wonend Hillegersberg Zij weduwe van Gerrit van Geldere wonend Hillegersberg | Gezin F1185
|
1459 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin F223747885
|
1460 | Hij weduwnaar wonend Kleine Kipstraat Zij weduwe van Johan Adam Michels wondend .Schotsesteeg Huwelijks akte vermeld geboorte in Werkendam. | Gezin F1172
|
1461 | Hij woonde in de Groote Lindt. Zijn nakomelingen zouden best verder als Van der Linden bekend kunnen zijn. Hij werd toen hij volwassen was ook wel Timmerman genoemd. Pieter Huybertszoon Timmerman. Tussen 1612 en 1615 is hij overgevaren naar Puttershoek. (Bron: Kees Bestebreurtje) | Timmerman, Pieter Huybertsz (I1521)
|
1462 | Hij woonplaats Hulst; Zij woonplaats Stoppeldijk | Gezin F223747746
|
1463 | Hij wordt door Smelzer ook betiteld als Koning der Friezen. Maar hij leefde na de verovering van Frisia door Karel Martel. De gangbare bronnen over de Koningen van Friesland vermelden Radbod als Koning van de Friezen die streed tegen Peppijn II en diens zoon Karel Martel in de periode van 680-720. Deze Radboud is zijn veronderstelde kleinzoon. Algemeen wordt Poppo van wie de oorsprong verder niet bekend is als laatste Friese Koning genoemd hij verloor rond 733 van Karel Martel waarop Karel het westelijk deel van het Friese rijk (grofweg het huidige Holland + Zeeland) definitief inlijfde in het Frankische rijk. Deze Radboud is niet bekend uit Frankische kronieken maar zou mogeljk met de titel Hertog van Friesland als Frankisch leenman kunnen hebben gediend. Onder de Friesen kan hij natuurlijk wel als Koning beschouwd zijn, maar er zijn geen Friese kronieken die hem als zodanig vermelden. Radbout zou door zijn vader Agillus zijn beleend met de regio Kennum (incl. Egmont). Dit lijkt echter evenzo onwaarschijnlijk aangezien alleen Karel Martel als koning der Franken het recht op het uitgeven van een leen had. De Friezen zelf hadden geen feodaal stelsel zoals de Franken hadden. En zelfs bij de Franken was dit stelsel nog nauwelijks ontwikkeld. | Radbout I (I23247)
|
1464 | Hildegard gehörte einer der vornehmsten Familien im Elsass an; ihr Onkel väterlicherseits war Bischof Bruno von Toul, der spätere Papst Leo IX.. Hildegard brachte große Güter im Unter- und Oberelsass mit in die Ehe ein [wikipedia] | von Egisheim-Dagsburg, Hildegard (I20675)
|
1465 | Hilligie Pieters Fijnekam | Fijnekam, Pieter (I10754)
|
1466 | Hoewel enkel patroniem en vader worden vermeldt bij doop is plaatsing hier logisch vanwege de vermelding van 5 kinderen van Jan Jans | Dingstee, Kier Jans (I21396)
|
1467 | Hoewel het voor de hand ligt te veronderstellen dat deze Arien een kleinkind is van Arien Pietersz Ambachtsheer broer van Thonis Pietersz. is hier toch een probleem mee. Zijn vader zou dan zijn Pieter Ariens A. getr met Neeltje Claes. Echter zij was in 1656 reeds overleden en Arien wordt niet genoemd bij de kinderen van Neeltje eerste of tweede man (Pieter). Dat zou alleen kunnen als Arien Pieters toen al mondig was maar dat zou betekenen dat hij 21 was en dus al in 1635 geboren zou moeten zijn. Te vroeg om kind te zijn van Pieter Ariens Ambachtsheer. Verbinding gemaakt in de veronderstelling dat Arien een kind moet zijn uit een tweede huwelijk van Pieter Ariens met een onbekende vrouw Echter in een boedelscheiding van Pieter Ariens en Neeltje Claes bij het overlijden van Neeltje wordt een voorsoon van Pieter genoemd. Dit zou dus Arien Pieters A. kunnen zijn wat betekent dat hij voor 1651 moet izjn geboren of indien toen al mondig misschien zelfs al voor 1640 (zie commentaar bij Pieter Ariens). Dat zou echter betekenen dat Pieter dan ook al voor 1624 moet zijn geboren wat de hele tak dus naar voor schuift). «b» 26 dec 1685; «/b»Transport van een woonhuisie gedaen bij Aeltie Pieters bejaerde dochter ten behouve van Arijen Pieters Ambachsheer den 26 december 1685. Wij Daniel Sanne gesubstitueerde schout, Gerrit Wesselse van Clacker en de Jacob Cornelisse Crouff schepenen op den dorpe van de Westmaes, voor hen compareerde Aeltje Pietes bejaerde dochter wonende alhier de welcke bekende getransporteert en vercocht te hebben aen Arijen Pietersz Ambachtsheer onse inwoner hem sijne erve en naercomelinge Een woonhuijsje en erve gelijck hetselve van outs gepossideert en beseten is geweest en staende en gelegen op dese dorpe, belent ten oosten de buijrestraet, ten westen de berm van de Munneckendijck ten zuijden Jacob Crouff en noorden de kinderen van de secretaris Hendrick van Mlssen zaliger elcx aldernaest omme daer mede te doen als met zijne copers vrije eijge goet, sonder tegensprecke van iemant belovende daerom voorn comparante t voorn woonhuijsie te vrijen en te waren nu en ten eeuwige dage van alle commer en opsal die voor date deses... (Westemaas inv nr 28; 1657-1670 fol 164 verso; extract van streekmuseum Heinenoord) «b»10 juli 1692;«/b» Compareerde voor Geeerit Wessels van Clacker en Jacob Cornelisz Creouff schepenen van Westmaes: De eersame Arien Pieters Ambachtsheer ende d eerbare Stijnje Jans echt man en vrou onse inwoonders alhier, beijde haerluijder verstant redenen en memorieten volle gebruijckende dewelcke overdenckende de broosheijt des mensche levens op deser aerde datter niets seeckerder is dan de uijre van de doot en niets onseckr als den uijre van dien en disponeert van haer tijdelijcke goederen, bevelende eerste haer onsterfelijcke zielen in de grondelose barmhartighijet Godes en hunne doode lichaeme een eerlijcke begraeffenisse en d elangstlevende benoed tot universale erfgenaam welke de kind ofte kinderen zal alilmenteren in kost kleding en reding tot de huwelijcke staete toe en de kinderen dan eens uit te keren fl 3-3-0 voor en in plaats van haer legetime portie, de langstlevende wordt tot voogd benoemd Gedaen en gepasseert te Westmaas ten huijse van de testateuren en getekend door: G.W.can Calcker, Jacob Crouff en mij present secretaris C. Spruijt (Westmaast ORA 21; 1645-1736; extract van streekmuseum Heinenoord) «b»1709«/b»; WIj Leendert Sanne gesubstitueerde schout, huijgh van der Swaen ende Aert van der Wael schepenen in den dorpe van de Westmaes, voor hen compareerde: Arijen Pietersz Ambagtsheer wonende in Mijnsheerenland van Moerkercken en verclaerde bij comparant finalijck vercocht te hebbenen mitsdien wel en wettelijk in volle vrije eigendom te transporteren aen en ten behoeve van Claes Dirckse Croos onse inwooner alhier hem sijne erve en naercomelinge. Een woonhuijssie en erve staende en gelegen op dese dorpe belent ten oosten de buijrstraet ten westen de onderberm ten zuijden de weduwe van Jacob Croeff en ten noorden huijgh van der Swaen elcx aldernasestomme en voor de ... (Westmaas inv nr 29; 1699-1745 folio 72; extract van streekmuseum Heinenoord) | Ambagtsheer, Arien Pieters (I18756)
|
1468 | Holland 1137, (stads)graaf van Utrecht, voogd van St. Servaas te Maastricht 1146 | van Kuyc, Herman (I1836)
|
1469 | Hoofdcijns vermeldt Cecilia Westelinck | Gezin F223748534
|
1470 | Hubert Cornelissen Huysman j.m. van Nootdorp met Neeltgen Alderts weduwe van Cornelis Arienssen Groenheyde woonende tot Haserswoude in den bent. Hiervan attestatien gegeven op Nootdorp den 6 februari | Gezin F223749040
|
1471 | Hubert Cornelissen Huysman j.m. van Nootdorp met Neeltgen Alertssen weduwe van Cornelis Ariens Groenheide, wonende in den Bent na datse haare drie sondaghsche geboden alhier en in de kercke van Haserswoude onverhindert gehad hebben, sijn alhier op den 8 februari in onse kerkke getrouwt | Gezin F223749040
|
1472 | Hugo had uit zijn familiebezit grote bezittingen in de Elzas. Hij begon zijn loopbaan als graaf van Tours en Sens en voogd van St Julien te Auxerre. In 811 maakte hij met bisschop Haido van Basel en hertog Aio van Friuli, deel uit van het Frankische gezantschap naar Constantinopel. In 824 leidt hij een veldtocht naar Bretagne en in 826 begeleidt hij keizerin Judith naar de doop van de Deense koning Harald Klak in Ingelheim. In 827 kreeg Hugo de opdracht om samen met Matfried van Orléans en Pepijn I van Aquitanië een leger te formeren en een inval in de Spaanse Mark af te slaan. Matfried en Hugo talmden net zolang tot dat de dreiging voorbij was. Hieraan dankt hij zijn bijnaam. In februari 828 worden daarom al zijn functies ontnomen, op een hofdag in Aken. Daarna werd Hugo een van de voornaamste hovelingen van Lotharius I en hij was een van diegenen die hem aanzetten tot opstand tegen zijn vader. Als straf verloor hij al zijn bezittingen in Frankrijk maar werd door Lothar hertog van Locate (bij Milaan) gemaakt. Hugo is overleden tijdens een aardbeving. Hij liet zijn bezittingen na aan St Johannes de Doper te Monza. | van Tours, Hugo (I20636)
|
1473 | Hugo, geb. ca. 855/60, gesneuveld in de strijd tegen de Normandiërs in febr. 880 en werd begr. in de abdij Lorsch. | Hugo (I1995)
|
1474 | Huisvrouw: Bastiaan Ambagsheer overledene is overl. op 22 -12-1798 | Been, Martijntje (I2903)
|
1475 | Huisvrouw: Cornelis Ambagtsheer in de kerk; 't beste kleed; in Omoorden | Stolck, Marijtie Gerris (I2935)
|
1476 | Huisvrouw: Teunis Ambachtheer Nieuwe kerk huur kelder; Hang bij de Grote Markt | Nikasius, Engeltje (I3012)
|
1477 | Huisvrouw: Willem Tippe overledene liet na 2 minderjarige kinderen; overledene met haar doodgeboeren kint. | Ambagtsheer, Adriana (I5609)
|
1478 | Humbert met de witte hand was van adellijke komaf, maar zijn herkomst is niet met zekerheid vast te stellen. Naast een afkomst uit lokale adel (dan zou Amadeus van Beiley zijn vader zijn) is afstamming uit hoge adel uit Saksen, Italië, Bourgondië en de Provence gesuggereerd. De bijnaam Withand is moeilijk te verklaren. Misschien wordt bedoeld dat hij zeer gul was maar er wordt ook rekening gehouden met een schrijffout in middeleeuwse teksten. In het conflict tussen Rudolf III van Bourgondië en keizer Hendrik II koos Humbert de kant van de keizer. Als dank hiervoor maakte de keizer hem in 1003 graaf van Salmourenc en graaf in het noorden van Viennois. In 1017 werd hij graaf van Nyon (aan de noordkant van het meer van Genève in het zuidwesten van het huidige Zwitserland) en in 1024 van het Valle d'Aosta. In 1034 schonk de Duitse koning Koenraad II hem een deel van Maurienne als dank voor zijn hulp in de strijd tegen aartsbisschop Aribert van Milaan. Hij verkreeg ook de graafschappen Savoye, Beiley, Chablais en een deel van de Tarantaise. Humbert beheerste zo drie van de grote passen in de Alpen: de Mont Cenis en de twee Sint-Bernard-Passen. Humbert vestigde zich in een kasteel in Aiguebelle. [wikipedia] | van Savoyen, Humbert I Withand (I20678)
|
1479 | Huurt in 1780 de hofstede De IJzeren Mortier met 28 morgen aan land. Thans een rijksmonument http://rijksmonumenten.nl/monument/26491/boerderij-de-yzere-mortier/maartensdijk/ | van Voorst, Willem (I393)
|
1480 | Huwelijkscontract tussen Albert Hendriks en Cornelisje Peters noemt als getuigen aan de bruidegomszijde de volle dochters en zoon; Elsjen Alberts, Lisabeth Alberts, Geretje Alberts en Eerken Alberts. Deze kinderen worden in de BS bij huwelijken van hun kinderen vermeldt met de naam Dokter (uitgezondert Eerke) | Gezin F223749517
|
1481 | Huych Cornelis, als man en voogd van Aeltgen Pietersdr., Ariaen Cornelis, als man en voogd van Angenietgen Pietersdr., en Pieter Hermans, als man en voogd van Neeltgen Pietersdr., transporteerden op 7-5-1595 te Ridderkerk aan hun oom Cornelis Willems Jonckint 16 hont zowel binnen- als buitendijks gelegen grienden met bijbehorende beteling in Oud-Reyerwaard en dit zoals Neeltgen Cornelisdr., weduwe van Willem Goosen zaliger, en Goosen Willems zaliger, dit bij dode hadden nagelaten. De vrouw van Jeyskoot stamde uit een vooraanstaande boerenfamilie te Ridderkerk en was een kleindochter van Willem Goossensz., waarsman van Oud- Reyerwaard, heemraad, kerkmeester en taxateur der 10e Penning van Ridderkerk, en waarschijnlijk Neeltgen Cornelisdr.6 De identiteit van de moeder van Angenietgen is mij onbekend. Zeer wel mogelijk was zij een Abrahamsdochter omdat zowel Angenietgen als haar zuster Neeltgen een zoon de naam Abraham,7 meegaven en deze beslist niet uit de familie van hun vader afkomstig was. Het huwelijk van Jeyskoot met Angenietgen, noch dat van haar zusters, werd te Ridderkerk teruggevonden, zodat zij daar als huwbare dochters niet meer woonachtig zullen zijn geweest. Wellicht waren zij wel in Ridderkerk opgegroeid, want hun vader was daar immers landgebruiker geweest. Mogelijk waren de gezusters later in de Alblasserwaard beland; misschien wel vanwege hertrouwen van hun moeder, daar hun vader reeds voor 9-3-1581 gestorven was,8 dus toen de gezusters nog minderjarig moeten zijn geweest. In ieder geval bestonden er later nauwe banden met de Alblasserwaard. Zuster Aeltgen trouwde Huych Cornelisz., heemraad van Bleskensgraaf, zoon van Cornelis Jansz. Jonckbloet, schout van Oud-Alblas, terwijl zuster Neeltgen de vrouw werd van Pieter Hermansz. Pijl, schepen en heemraad van Alblasserdam en hoogheemraad van de Alblasserwaard. | Angenietgen Pietersdr (I2190)
|
1482 | III proclamatie 3 feb ... getrouwt den 19 febr 1641 Pieter van Pucke weduwnaar van Haerlem woonende op de Hooghstraet met Catharina Gilsemans j.d. van Rotterdam woonende in de Westwagenstraet | Gezin F223749147
|
1483 | ITEM 139 ROLE 93-06 GIVN Margaretha SURN van Brabant | van Brabant, Margaretha (I20355)
|
1484 | ITEM 141 ROLE 95-09 GIVN Otto SURN van Kleef | van Kleef, Otto (I7086)
|
1485 | ITEM 172 ROLE 120-05 GIVN Willem SURN van Leuven-Perwez | van Leuven-Perwez, Willem (I6314)
|
1486 | ITEM 172 ROLE 120-06 | van Putten, NN (I1733)
|
1487 | ITEM 173 ROLE 120-08 GIVN Willem SURN van Kuyc | van Kuyc, Willem (I20367)
|
1488 | ITEM 173 ROLE 121-06 GIVN Godfried SURN van Leuven-Perwez | van Leuven-Perwez, Godfried (I6308)
|
1489 | ITEM 174 ROLE 123-03 GIVN Ida SURN van Leuven | van Leuven, Ida (I20359)
|
1490 | ITEM 182 ROLE 134-02 GIVN Ida SURN van Leuven | van Leuven, Ida (I20339)
|
1491 | ITEM 215 ROLE 176-02 GIVN N.N. (dochter) SURN van Leuven | van Leuven, N.N. (dochter) (I6894)
|
1492 | ITEM 215 ROLE 176-04 GIVN Dirk SURN van Rhenen | van Rhenen, Dirk (I1834)
|
1493 | ITEM 215 ROLE 176-05 GIVN Sophia SURN van Rhenen | van Rhenen, Sophia (I1833)
|
1494 | ITEM 223 ROLE 184-06 GIVN Alveradis SURN van Kuyc | van Kuyc, Alveradis (I6023)
|
1495 | ITEM 223 ROLE 184-09 GIVN Mabelia SURN van Voorne | van Voorne, Mabelia (I6021)
|
1496 | ITEM 225 ROLE 187-08 | van Kuyc, Kunigunde (I17765)
|
1497 | ITEM 25 ROLE 1-01 GIVN Hendrik II SURN van Leuven | van Leuven, Hendrik II (I20337)
|
1498 | ITEM 91 ROLE 55-09 GIVN Johan II 'de Oudere' SURN van Reifferscheid | van Reifferscheid, Johan II 'de Oudere' (I20357)
|
1499 | Ik ondergeschrevene aangeeving doende van 't lijk van Maria Roeters huisvrouw van Pieter van Dijk verklaard dezelve te gehoore tot de classe van drie gulden | Maria Roeters (I21667)
|
1500 | Ik ondergescreven aangeeving doende van 't lijk van Krijn van Dijk zullende vervoert werden na Schipluyden hoorende onder de classis van vijftien guldens dus fl 15. [aangifte gedateerd 2 october 1781] | van Dijk, Crijn (I23690)
|