|
Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 5,151 t/m 5,200 van 5,306
| # | Aantekeningen | Verbonden met |
|---|---|---|
| 5151 | was de tweede graaf van het graafschap Loon. Emmo was hoogstwaarschijnlijk de zoon van de eerste graaf, Giselbert van Loon. Emmo's broer Otto was abt van de abdij te Sint-Truiden [wikipedia] | van Loon, Emmo (I20320)
|
| 5152 | was de vijfde graaf van Loon tussen 1139 en 1171. Hij liet in Brustem een burcht bouwen. Van zijn broer Gerard erfde Lodewijk in 1155 het graafschap Rieneck. Lodewijk was voogd van de abdij van Averbode en de abdij schonk de Bolderbergwinning in Bolderberg, nu bekend als domein Bovy [wikipedia] | van Loon, Lodewijk I (I20246)
|
| 5153 | was een Frankische edelman die een belangrijke rol speelde in het bestuur in Zuid-Duitsland. Zijn ouders zijn onbekend. Gerold was getrouwd met Imma, dochter van Hnabi en Hereswind. Gerold en Imma waren schoonouders van Karel de Grote en grootouders van Lodewijk de Vrome. Gerold is afkomstig uit Rijnland had daar en in de Elzas grote bezittingen, Imma had vermoedelijk grote bezittingen in de Bertoldsbaar. Hij was een van de Frankische edelen die in Allemannië op hoge posities werden benoemd en werd graaf van de Kraichgau en de Anglachgau. Later werd hij ook graaf van de Vinzgau. Hij wordt samen met Imma vermeld in 779 bij een schenking aan het Nazariusklooster en in 784 bij een schenking aan de abdij van Lorsch. In 788 werd hij prefect van Beieren na het afzetten van Tassilo III van Beieren en leverde een belangrijke bijdrage aan de integratie van Beieren in het Frankische rijk. Wordt markgraaf van de Avaarse Mark nadat die in 791 door Karel de Grote is ingesteld. Hij stierf in 799 tijdens een veldtocht tegen de Avaren. [wikipedia] | van Vinzgouw, Gerold I graaf (I1868)
|
| 5154 | was een Varangse knjaz (prins) die heerste over het Kievse Rijk tussen 912 en 945 volgens de Nestorkroniek. Het is een van de eerste vorsten van het Kievse Rijk waarvan met enige zekerheid kan worden gesteld dat hij echt heeft bestaan en geen legendarisch figuur was. De Nestorkroniek vermeldt verder weinig over hem. Er is gespeculeerd dat de kroniekschrijver(s) ervoor kozen om zijn regering uitgebreid te beschrijven, aangezien het Kievse Rijk in die tijd werd gedomineerd door de Chazaren. Een vermelding in de kroniek dat hij de zoon was van Rurik wordt op chronologische gronden ook in vraagstelling gebracht. Scheepsgraf van Igor de Oude in 945 (door Heinrich Semiradski) Hij onderwierp de Slavische Drevljanenstam na een strijd in 914 en liet hen schatting betalen. Het jaar daarop wist hij als eerste Kievse vorst vrede te sluiten met de machtige Petsjenegenstam, maar raakte in 920 opnieuw in oorlog met hen. Hij belegerde Constantinopel twee maal; in 941 en in 944. In 941 trok Igor met een grote vloot naar de stad, waarna het Kievse leger de ommelanden van Constantinopel verwoestte. Het Byzantijnse leger wist de vloot te beschadigen met Grieks vuur en wist hen daarop te verdrijven, waarna Igor zich terugtrok. De Byzantijnse vorst liet daarop waarschijnlijk de gunstige handelsverdrag met de Vangariërs verbreken. Igor trok daarop in 944 opnieuw naar de stad, naar verluidt om de privileges van het oude handelsverdrag opnieuw af te dwingen. De Byzantijnen stuurden een delegatie die het verdrag hernieuwde, maar de privileges waren minder positief voor de Vangaarse handelaren als daarvoor. De tekst van het verdrag is vermeld in de Nestorkroniek. Hierdoor werd het Kievse Rijk ook geopend voor christelijke invloeden. In 913 en 944 plunderden de Rus de Arabieren in de Kaspische Zee en belegerden de hoofdstad van Kaukasisch Albanië (nu grondgebied van Azerbeidzjan). Het is niet bekend of Igor iets van doen had met deze veldtocht of dat het hier ging om een onafhankelijke groep Varangiërs. Igor werd gedood bij het inzamelen van de verschuldigde schattingen van de Drevljanenstam in 945, wat weer werd gewroken door zijn vrouw; Olga van Kiev. De Nestorkroniek wijdt zijn dood aan zijn eigen extreme hebberigheid, door te zeggen dat Igor al voor de tweede keer de schatting ophaalde in die maand. Zeker is dat Igor een verhoging wilde van de schatting en gedood werd bij een veldtocht tegen de Drevljanen. Zijn zoon Svjatoslav werd bij de dood van Igor niet meteen heerser over het Kievse Rijk, daar Igors vrouw Olga het regentschap eerst op haar nam tijdens zijn minderjarigheid. [wikipedia] | van Kiev, Igor (I20940)
|
| 5155 | was een belangrijke Frankische edelman in Italië. In 817 was hij graaf van Brescia, Parma, Picenza, Modena en Bergamo. Hij was ook gezant van de koning voor Italië, samen met bisschop van Ratald van Brescia. In 818 was hij een van de belangrijke tegenstanders van de mislukte opstand van Bernard van Italië. Als dank werd hij in 822 benoemd in de strategisch belangrijke functie van hertog van Spoleto. [wikipedia] | van Spoleto, Suppo I (I20693)
|
| 5156 | was een belangrijke hoveling van Otto I de Grote en hertog van Lotharingen. Zijn bijnaam werd hem gegeven omdat hij een opvallend rood gezicht had. Koenraad volgde in 941 zijn vader Werner op als graaf van de Nahegouw, Spiersgouw en de Wormsgouw. Ook werd hij dat jaar benoemd tot graaf van de Niddagau. Koenraad had persoonlijke bezittingen bij Waiblingen en Bad Dürkheim (stad). Direct al in 941 had Koenraad een vooraanstaande rol in het onderdrukken van de opstand van Hendrik I van Beieren. In 942 was hij een van de bemiddelaars van de vrede van Visé, waarbij het conflict tussen Otto en Lodewijk IV van Frankrijk werd beëindigd. Dat jaar werd hij ook benoemd tot graaf van Franken, als waarnemer voor de overleden hertog Everhard III van Franken. In 944 volgde zijn benoeming tot hertog van Lotharingen, en gaf hij zijn functie als graaf van Franken op. Hoewel Koenraad persoonlijk geen grote machtspositie in Lotharingen had, wist hij dit onrustige hertogdom toch redelijk onder controle te krijgen hoewel machtige edelen als Reinier III van Henegouwen weerspannig bleven. Hij schonk in 946 bezittingen aan de kerk in Speyer en trouwde in 947 met Liutgard van Saksen, dochter van Otto. Hij sloeg in deze periode eigen munten in Speyer, Bingen en Worms. In 951 volgde Koenraad Otto naar Italië en werd in 952 benoemd tot diens stadhouder in Pavia. In die functie onderhandelde hij een regeling met Berengarius II van Italië waardoor die koning van Italië kon blijven onder het oppergezag van Otto. Toen Otto vervolgens aanvullende voorwaarden aan Berengarius oplegde, was Koenraad diep beledigd over de inbreuk die Otto op zijn bevoegdheden had gemaakt. Dit was voor Koenraad reden om in 953 de opstand van Liudolf van Zwaben, de broer van zijn vrouw te steunen. De opstand verliep niet gunstig en Liudolf zocht steun bij de Hongaren. De Hongaren waren echter geen reguliere bondgenoten maar maakten gebruik van de staat van burgeroorlog door op grote schaal te gaan plunderen. Voor veel van de opstandelingen was dit een reden om zich met Otto te verzoenen. Ook Koenraad koos in 954 weer de kant van Otto. Hij moest zijn functie als hertog opgeven maar kon al zijn graafschappen en persoonlijke bezittingen behouden. Nog in 954 leidde Koenraad een veldtocht tegen de Slavische stammen die de opstand hadden gesteund en in 955 was hij aanvoerder van het contigent uit Franken tijdens de slag op het Lechveld. Volgens de kronieken van Corvey heeft Koenraad in een rustig moment van de slag zijn wapenrusting losgemaakt om wat koelte te krijgen (het was hoogzomer) waarna hij prompt door een pijl in de keel werd geraakt en stierf. Omdat Koenraad sneuvelde op de dag van de heilige Laurentius van Rome, zijn in de omgeving van Speyer in zijn nagedachtenis een groot aantal kerken aan Laurentius gewijd. Koenraad is begraven in de dom van Worms. [wikipedia] | de Rode, Koenraad (I20762)
|
| 5157 | was een dochter van Eduard de Oudere en van Ælfflæd. Haar halfbroer koning Athelstan van Engeland zond haar en haar zuster Aelgifu naar Duitsland zodat Otto I een van hen als bruid kon kiezen - en voor de ander een passende echtgenoot zou vinden. Otto koos Edith en huwde haar in 929. Hij schonk haar Maagdenburg als morgengave (bruidsschat). Edith en Otto stichtten het Mauritiusklooster in Maagdenburg dat later de dom van die stad zou worden. Edith begunstigde ook andere kerken en kloosters. Otto zou veel van haar hebben gehouden en zeer hebben getreurd na haar overlijden. Edith werd begraven in de dom van Magdeburg. [wikipedia] | van Wessex, Editha (I20764)
|
| 5158 | was een dochter van een van de graven uit het grafelijk huis van Hamaland. Meginhard IV lijkt in aanmerking te kunnen komen voor het vaderschap. Zeker is dit echter niet. Haar moeder is onbekend. [wikipedia] | van Hamaland, Gerberga (I20967)
|
| 5159 | was een hoge Frankische edelman. Hij maakte deel uit van de rijksadel van Karel de Grote. Hij wordt gezien als de stamvader van de Unruochingen. De familie komt uit Alemannië maar had ook grote bezittingen in het noorden van Neustrië. Hij had in 805 een van de Saksische gijzelaars in bewaring en was in 806 een gezant van de koning. In 811 is hij lid van de delegatie die vrede sloot met de Denen en hij was een van de getuigen van het testament van Karel de Grote. In 839 wordt hij genoemd als graaf van de Ternois, in de laatste jaren van zijn leven was hij monnik in de abdij van Sint-Bertinus in Sint-Omaars. [wikipedia] | Unruoch graaf van Ternois (I1936)
|
| 5160 | was een vooraanstaand edelman onder de Oost-Franken en een zwager van Ernst I van de Nordgau. Hij wordt gezien als de stamvader van de Konradijnen. Gebhard was graaf van de Lahngouw en de Wetterau. Samen met zijn buurman Poppo I van Grabfeld en de bisschoppen Adalbert van Metz en Otgar van Mainz steunde hij in 838 Lodewijk de Vrome tegen Lodewijk de Duitser. In 845 stichtte hij het klooster St Severus in Aarbergen, gaf grote schenkingen aan het klooster en verplaatst het later naar Gemünden. Kort voor zijn dood wordt Gebhard monnik in dit klooster. Sint Severus van Ravenna heeft een belangrijke rol gespeeld bij de bekering van de bevolking van het Westerwald. [wikipedia] | van de Lahngouw, Gebhard (I20628)
|
| 5161 | was een vooraanstaande hoveling van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome. Odo was zoon van Hadrianus van Orléans (zoon van Gerold van de Vinzgau) en Waldrada van Hornbach. Zijn vader was zwager van Karel en daardoor was Odo een volle neef van Lodewijk, via diens moeder. Hij had dus uitstekende connecties en was daarbij ongevaarlijk omdat hij geen aanspraken op de troon had, de ideale combinatie voor een carrière aan het hof. Hij was een trouwe aanhanger van Lodewijk de Vrome en een gunsteling van diens tweede vrouw Judith van Beieren. In 810 was hij keizerlijk gezant naar Oost-Saksen en werd gevangengenomen door de Wilzen (een Slavische stam). Een jaar later maakte hij deel uit van delegatie die vrede sloot met de Denen. In 821 werd hij benoemd tot graaf van de Lahngouw. In 826 werd hij opperschenker van de palts te Ingelheim. Een jaar later werd hij graaf van Orléans als opvolger van Matfried, die samen met Hugo van Tours was afgezet wegens lafheid. Odo werd een bondgenoot van Bernard van Septimanië. In mei 830 werd Odo verslagen door de opstandige Pepijn I van Aquitanië. Door Lotharius I werd hij verbannen naar Italië. Matfried werd hersteld als graaf van Orléans. In oktober van datzelfde jaar wist Lodewijk de Vrome de macht terug te winnen en herstelde hij Odo in zijn ambt. In zijn poging om zijn macht te doen gelden krijgt hij te maken met veel verzet over zijn politiek ten aanzien van kerkelijke bezittingen. In 834 gaf Odo leiding aan een veldtocht van de strijdkrachten uit Neustrië die trouw waren aan Lodewijk, tegen de aanhangers van Lotharies: Matfried en Lambert van Nantes. Bij de grens met Bretagne wordt Odo bij een verrassingsaanval verslagen. Zelf komt hij om het leven en met hem sneuvelen zijn broer Willem, Wido van Maine en Theodo, abt van St Martin te Tours en keizerlijk kanselier. Odo wordt als schuldige aan deze nederlaag beschouwd. [wikipedia] | van Orléans, Odo (I20629)
|
| 5162 | was graaf van Arles en Turijn. In 826 ruilde hij met Lodewijk de Vrome 8 hoeven en een kapel bij Beek bij Nijmegen, met bezittingen in Vercelli. Hij was de stamvader van de Bosoniden. [wikipedia] | van Arles, Boso (I20890)
|
| 5163 | was graaf van Luxemburg en de Moezelgouw, voogd van de dubbelabdij Stavelot-Malmedy en de abdij van Sint-Maximinius te Trier. In 1008 kwam Frederik in opstand tegen zijn zwager keizer Hendrik II en zat daarom 1011-2 gevangen maar verzoende zich later met hem. Frederik was een zoon van graaf Siegfried van Luxemburg en Hedwig van Nordgau. Hij trouwde rond 995 met Irmtrud van de Wetterau (ca. 978 - ca. 1020), erfgename van het kasteel Gleiberg (in de huidige gemeente Wettenberg). [wikipedia] | van Luxemburg, Frederik (I20831)
|
| 5164 | was heer van Cuijk en Herpen en burggraaf van Utrecht. Ook was hij de eerste heer van Asten waarvan schriftelijke gegevens bekend zijn. Dit betreft een document uit 1212 waarin hij het patronaatsrecht van Lierop en Asten doet toekomen aan de abdij van Floreffe, die ook de priorij van Postel heeft gesticht. [wikipedia] | van Kuyc, Albert (I1829)
|
| 5165 | was in het derde kwart van de achtste eeuw graaf van Parijs | van Parijs, Gerard I (I20611)
|
| 5166 | was koning van Kent vanaf 640 tot aan zijn overlijden. Hij was volgens Beda de eerste koning in Engeland die beelden van traditionele godsdiensten liet vernietigen en de vastentijd verplicht stelde. In 655 stelde hij Deusdedit als de eerste Angelsaksische aartsbisschop van Canterbury aan. [wikipedia] | Earconbert (I20776)
|
| 5167 | was markgraaf van Friuli, koning van Italië (888-889, 896-901 en 905-924) en keizer vanaf 916. | van Friuli, Berengarius I (I20687)
|
| 5168 | was markgraaf van Ivrea van 889 tot zijn dood en stichter van het huis Ivrea, dat naar hem ook wel het huis der Anscariden genoemd wordt. Anskar was graaf van Oscheret in Bourgondië en steunde hertog Guido III van Spoleto in diens poging de Franse troon te bestijgen nadat Karel III was afgezet. Nadat dit mislukte steunde hij Guido in de strijd tegen Berengarius van Friuli om de kroon van Italië. Anskar steunde ook Bosso van Provence in zijn poging om een zelfstandig koninkrijk te vormen. Na Guido's overwinning stelde deze de mark Ivrea in en benoemde Anskar tot markgraaf. In 894 verdedigde hij de Alpenpassen tegen koning Arnulf van Oost-Francië. Na de dood van Guido steunde hij diens zoon Lambert van Spoleto tegen de pogingen van Arnulf om koning van Italië te worden. Later werd hij adviseur van koning Berengar I. Anskar deed grote schenkingen aan het klooster van Bobbio. [wikipedia] | van Ivrea, Anscarius (I20694)
|
| 5169 | was paltsgraaf van Lotharingen en de machtigste edelman van het Rijnland. Herman volgde zijn vader op als graaf van de Bonngouw, Eifelgouw, Mieblgouw, Zülpichgouw, Keldagouw, Alzey en de Auelgouw. Daarnaast was hij voogd van het aartsbisdom Keulen en van een groot aantal kloosters. Ook had hij grote persoonlijke bezittingen in het Rijnland, het Moezeldal en Opper-Lotharingen. In 955 nam hij als een van de weinige Lotharingse edelen deel aan de slag op het Lechveld, vermoedelijk omdat zijn vrouw verwant was aan bisschop Ulrich van Augsburg die die stad tegen de Hongaren had verdedigd. Herman volgde Otto I de Grote meerdere malen op zijn Italiaanse veldtochten. Herman steunde Otto III en onderhandelde namens hem met de troonpretendent Hendrik II van Beieren. Als dank daarvoor werd hij in 985 benoemd tot paltsgraaf. Hij was ook aanwezig bij de ontmoeting van Otto III en regentes Adelheid, met koning Hugo Capet van Frankrijk. Er is geen enkele aanwijzing dat hij in enige zin "zwak" zou zijn, aangenomen wordt dat zijn bijnaam is ontstaan uit een grap. [wikipedia] | van Lotharingen, Herman (I20651)
|
| 5170 | was vanaf 1048 hertog van Zwaben. Otto wordt voor het eerst genoemd in 1014 als graaf van Neder-Altmühl (of Kelsgau). Door erfenis van zijn vader (1024) bezat Otto uitgebreide goederen in Radenzgau en Schweinfurt, in het noorden van Beieren. In 1034 werd hij graaf van Neder-Naab. Hij nam onder Koenraad II de Saliër en Hendrik III deel aan verschillende keizerlijke expedities naar Bohemen, Hongarije en Polen. In 1040 leidde hij het Beierse contigent naar Bohemen maar werd verslagen bij Cham (stad). Otto werd in 1048 in Ulm door Hendrik III aangesteld tot hertog van Zwaben. Otto is begraven in Schweinfurt. Otto was zoon van Hendrik van Schweinfurt en van Gerberga van Gleiberg. Hij was in 1035 verloofd met Mathildis, dochter van Boles?aw I van Polen, maar deze verloving werd werd verbroken door het concilie van Trebur in 1036 - vermoedelijk wegens bloedverwantschap. [wikipedia] | van Zwaben, Otto III (I20864)
|
| 5171 | was vanaf 1061 de eerste graaf van Limburg die met zekerheid genoemd kan worden. Tevens was hij graaf van Aarlen en voogd van de abdij van Sint-Truiden. Walram wordt soms beschouwd als bouwheer van het slot Limburg, doch deze mening is vooralsnog niet verenigd kunnen worden met het feit dat bedoelde burcht zich in 1085 nog in handen bevond van paltsgraaf Herman II van Lotharingen. [wikipedia] | van Limburg, Walrem I (I20822)
|
| 5172 | website graftombe geeft zelfde overlijdensdatum als haar man | Reinders, Hendrikje (I11951)
|
| 5173 | website graftombe vermeld voorletters D. C. | van Aalderen, Jan Geert (I13000)
|
| 5174 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin F223748461
|
| 5175 | wedr van Lijsbeth Joosten woonend te Ridderkerk j.d. van Ridderkerk | Gezin F1869
|
| 5176 | wedr van Ridderkerk wed. uit Charlois | Gezin F223749011
|
| 5177 | wedr. van Claertie Bastiaens won. in Sandelingenambacht j.d. van Swijndrecht en aldaer won. | Gezin F223749021
|
| 5178 | wedr. van Lijsbeth Hendriscksz van den Bergh wonend in Ridderkerk j.d. wonend te Ridderkerk | Gezin F223749010
|
| 5179 | wedue van Hermannus Burgman | van Aalderen, Johanna (I12919)
|
| 5180 | weduenaer van Barendrecht wonende op Dordrecht j.d. van den Clundaert op scrijven van den Clundaert getrouwt bij mij den 31. Maij 1605 | Gezin F223748774
|
| 5181 | weduw van Neeltje Leenderts Westdijk | van de Boogert, Cornelis Gerritsz (I1780)
|
| 5182 | weduwe Christiaan Voer | van Aalderink, Margrita (I12885)
|
| 5183 | weduwe van Jan Sijmonsen Stolck , wonend: Hillegersberg in Ommoorden | Gezin F223747517
|
| 5184 | weduwe van Bernard | Friderada (I1965)
|
| 5185 | weduwe van Bernardus de Lange / 1 kind gewettigd | Gezin F223745572
|
| 5186 | weduwe van Cornelia Casparisd van Brouwershuijsen | de Haan, Johannes Markisse (I1781)
|
| 5187 | weduwe van Cornelis Versteeg | van Kolfschoten, Theuntje Jans (I21651)
|
| 5188 | weduwe van Dirck Joris van Esch | Stijntje Everts (I16405)
|
| 5189 | weduwe van Dirk Klaase Ambagtsheer | Gezin F223744651
|
| 5190 | weduwe van Eldert Joppen Evenblij | Maertge Cornelis (I19697)
|
| 5191 | weduwe van Gijsbert Hamanusse Vermeulen | Gezin F223746081
|
| 5192 | weduwe van Huijbert Jans de Graaf | Gezin F223746083
|
| 5193 | weduwe van Jan Hendrik Greve | Gezin F223745005
|
| 5194 | weduwe van Johannes | Vereijk, Johanna (I1083)
|
| 5195 | weduwe van Koenraad I van Beieren. | van Schweinfurt, Judith (I20862)
|
| 5196 | weduwe van Pieter van den Berg / vader van de bruidegom wonende te Zwolle | Gezin F223745027
|
| 5197 | weduwe van: Leendert Ambagtsheer Botersloot bij Kalverstraat; overledene liet na 4 minderjarige kinderen | de Groot, Maria (I2921)
|
| 5198 | weduwe van: Maarte Willemsz van Terbregge in de kerk; kleed van 4 gld. | Ambagtsheer, Machteltie Leenderts (I2933)
|
| 5199 | weduwe van: Teunis Ambagsheer overleden 15-12-1799; Grote kerk; Oppert bij de St. Jap | van Leeuwen, Lambertje (I3134)
|
| 5200 | weduwenaer van Catharina Joosten j.d. beide wonende alhier attestatie vergunt om in princelant te trouwen | Gezin F223748772
|