Aantekeningen |
- 07.12.1623 140v Pieter Willemsz, wonende tot Berchambacht, voor hem selven en voor Willem Willemsz, zijn broeder; Dirck Jacobsz Stolwijck, als man en voocht van Marijken Pietersdr; Henrick Adriaensz Cleyn Meel getrout hebbende Weyntgen Pietersdr; ende Aert Jansz Cuyper als man en voocht van Marijken Elberts; tesamen erffgenamen van vaders zijde in de goederen bij wijlen Ocker Gerritsz achtergelaten. En Pieter Claesz, wonende te Berchambacht, Maerten Jacobsz, wonende te Berchambacht voor hemselven en voor Aeffgen Jacobs, zijne suster, en nog als gemachtigde van Jan Fredericxsz Hanneman (lastgeving 02.12.1623); de voorseyde Dirck Jacobsz Stolwijck als lasthebbende van Cornelis Jacobsz Pelle, getrout hebbende Grietgen Pieters, woenende in 't lant van Steyn; Pieter Jacobsz, mede aldaer woenende, uyten name van Jacob Pietersz Clos, zijnen vader woenende tot Haestrecht (is veranderd in Pieter Jacobsz. Clos, zijnen vader) en tevens voor de kinderen van Huybert Pietersz; Dirck Woutersz vanwegen Aeltgen Jansdr, weduwe van Wouter Dircksz, zijne moeder; Aelbert Pietersz Vermolen, woenende tot Moordrecht vanwegen het sterffhuys van Aeltgen Cornelis, zijne moeder (machtiging Gouda notaris 30.11. lestleden; tsamen erffgenamen ab intestato (is: zonder testament) van voornoemde Ocker Gerritsz van 's moeders zijde. Alle dese erffgenamen van Ocker Gerritsz, ter eenre zijde tegen: Cornelis Dircsxz, als man en voocht van Lijsbeth Ockers, nateurlijcke dochter van voorseyde Ocker Gerritsz, ter andere zijde; verclaren dat 'n geschill verresen geweest is, beroerende het legaat van 6 mrg. lants met huys, berch, scheur en betelinge daerop staende(breder aangegeven met belenders en anderen in 't testament van Ocker Gerritsz van 18.03.1623) mitsgaders over de 2000,- beyde aen Lijsbeth Ockersdr ende haere kinderen bij voornoemt testament gelegateert. Sustinerende de erffgenamen (de 1e partij) tvoorseyde legaet de voorseyde Lijsbeth Ockersdochter ten vollen vyet te mogen volgen als excederende de behoorlijcke alimentatie ende onderhout ten respecte van de welcke tselve haer was gemaeckt; den voorseyde Cornelis Dircxsz ter contrarie. Om verdere onlusten als tussen hen ontstaan zijnde te verhoeden en de lieffde tusschen den anderen te onderhouden ende eenicheyt te bewaren, comen zij, met tussenspreken van de heren Mr. Willem Boquet, advocaat tot Dordrecht, Mr. Evert Puttershoeck, advocaat der Goude, Gerrit Pietersz, woenende tot Berchambacht en Anthonis Dircxsz, secretaris tot Blesgensgraeff, in minne en vruntschap overeen, dat: Cornelis Dircxsz en Lijsbeth Ockers, sijn huysfrou krijgen de 6 mrg. lants met huys, berch schuer en betelinge daerop staende, (sal hen volgen) en de erffgenamen doen afstand van het fidei commis (erfgoed dat in de familie moet blijven), daermede het voorseyde lant bij voorseyde testament was beswaert, hetwelk inhield dat zo Lijsbeth Ockers zonder wettige nakomelingen zou overlijden, die erffgenamen zouden erven, dit geldt niet meer. In plaetse van de 2000,- mogen Cornelis en Lijsbeth (ook vrij van fideï commis) 550,- genieten. Cornelis Dircxsz verclaert dese ontfangen te hebben en voldaen te zijn. Men verlangt borge van hem, dat ingeval Lijsbeth Ockers wettige kinderen bij haer overlijden nalaat, deze geen na-eisen zullen stellen. De erfgenamen willen ook geen last krijgen van dootschulden door de weduwe van Cornelis (doorgehaald) Ocker Gerritsz of door Cornelis Dircxsz voorgeschoten of van de huere van de landen, (die bij voorseyde Cornelis Dircxsz van Ocker Gerritsz gebruyckt werden tot op desen dage) of van de ongelden op de landen rustende, mitsgaders van beesten, hoy ende anders bij Cornelis gehadt, noch zullen zij op een deser dingen rechten laten gelden. Costen van dese overeenkomst dragen beide partijen half. Verbindende allen hun persoon en goederen. Marijke Jans, weduwe van Ocker Gerritsz, stelt zich bovendien ten behoeve van voorseyde erfgenamen borge dat Cornelis Dircsxz hen zal vrijwaren als voorseyd. Mochten nog later duysterheyt of misverstant ontstaen, daarvoor beloven allen zich te onderwerpen aen (te verblijven in) de uitspraak der 4 heren. Ten huyse van Jop Adriaensz van Oort, waert, woenende opt dorp van Blesgensgraeff. [4 mrg. in Weer Z31 en 2 mrg. in N26]. (de Bruijn; Bleskensgraaf Ra Wa)
11.05.1624 145v Cors Claesz, onsen mede-inwoender vercoopt aan Johan Verboom Cornelisz, borger tot Dordregt een 31.5.- siaers losrenten verseeckert op 8 mrg. met huysinge, bepotinge ende betelinge daeropstaende opte noordzijde in de Molswaert weer N20]. Oost; het Zijdelweer en west: Fijken Coenen c.s. Streckende voor van der halve Graeff totten halven Caesloot van de Overwaert, te voren niet anders belast zijnde als: 1. met 6,- sjaers die den H.G. binnen Dordrecht daerop heffende zijn; 2. met 31.5.- sjaers die Cornelis Cornelisz Eyckelboom daerop sprekende heeft; 3. ten behoev van de erffgenamen van Ocker Gerrits met 6.5.- en 4. met 1.10.- die de HGND daerop sprekende heeft; en voorts verseeckert op alle andere goederen, roerende en onroerende die hij heeft. Deze 31.5.- verplicht hij zich op 12 Mey te betalen, vrijs gelts (sonder cortinge van 10e, 20e en andere penninck) daervan t'eerste jaer op 12.05.1625 verschenen sal wesen. Cornelis Corsz, sijnen zoon, onsen inwoender, komt sich borge stellen omme bij foute van jaerlijckse goede betalinge de voorseyde rente t'elcken verscheyndage zelffs op te leggen ende te betalen als zijn eygen schult. Aflossen kan altijt met 500,-. Cors Cornelisz, schout, Gerrit Bastiaensz Moll en Claes Dircksz hadden gezegelt. (de Bruijn; Bleskensgraaf Ra Wa)
06.08.1625 158 Dirck Jacobsz Stolwijck, als man en voocht van Marijken Pieters woenende binnen Gouda voor hemselven en als lasthebbende van Cornelis Jacobsz Pelle, getrout hebbende Grietgen Pieters, woenende in 't lant van Steyn. Pieter Jacobsz, mede aldaer woenende uyten namen van Jacob Pietersz Clos, woenende tot Haestrecht en zich sterckmakende voor de kinderen van Huybert Pietersz. Dirck Woutersz, mede aldaer woenende, vanwegen Aechgen Jansdr, weduwe van Wouter Dircxsz, sijne moeder, woenende tot Moordrecht. Aelbert Pietersz Vermolen voort sterffhuys caverende van Aelgen Cornelis (procuratie Gouda 30.11.1623) ende noch vervangende Henrick Adriaensz Cleynmeel zijnen swager. Willem Willemsz, vervangende de weeskinderen van Pieter Willemsz, zijnen broeder. Aert Jansz Cuyper; Maerten Jacobsz; Jan Maertensz uyten name van Jan Pietersz Hanneman; Pieter Claesz ende Sybrant Jansz. Al tsamen erffgenaemen van wijlen Ocker Gerritsz zaliger en vervangende de andere erffgenamen van vaders en moeders zijde van Ocker Gerritsz, dragen over aan de weduwe en kinderen van Pieter Govertsz de helft van 8 mrg. 350 r, daervan de wederhelft toecompt de weduwe van Ocker Gerritsz, noordzijde, in de 3 weeren van Neeltgen Jannen. Oost: Cors Claesz en west: Loosgens weer. Allen zijn voldaen en beloven te waeren en te vrijen. (de Bruijn; Bleskensgraaf Ra Wa)
|