Aantekeningen |
- 05.01.1612 89 Cornelis Thonisz als oom en gerechte bloetvoocht van Aert Jansz en Ariaentgen Jansdr, achtergebleven kinderen van zal. Lijntgen Thonisdr, zijnde suster, met Heyltgen, Jacob Jansse huysfrou, als bestemoeder van de voorseyde kinderen, bijgestaen door de schout alhier als oppervoocht nomine officio (is: ambtshalve), in aanwezigheid van voornoemde Aert Jansz, en Pieter van Hemert, secretaris tot Berchambacht, verhuert en geeft in pachte: aan Goossen Thonisz 1/3 van een weerken lants leggende gemeen en onverdeelt metten huyrder in een stuck van 5½ m met allen zijnen toebehooren voor den tijt van vijff aeneenvolgende jaeren, daervan des 1en Jaers pachten verschijnt Sinte Petry in zulle 1613, 15 car. guldens de mergen elck jaer. De verpachter moet alle landslasten aen die pacht corten. Zou een der twee kinderen houlijcken (huwen) binnen die 5 jaren, of willen ze 't land verkopen, dan is 't met de verhuyring afgelopen, (uyt, doot en te nyet) mits dat den pachter dat lopende jaer huyr nog uytgebruycken zall. Bij de verkoop zal hij echter steeds 't oprechte voorbodt krijgen. [Weer Z15? Z28?].
|