Aantekeningen |
- Hij testeert 29.9.1532 en legateert het vorsterschap van Mierlo aan Vedastus (van Grevenbroek ??) "zijne neve", maar in leenregister (abusievelijk ?) genoemd natuurlijke zoon. Had bij N.N. twee bastaardzoons en bij Anna (lees Barbara) Martens negen bastaardkinderen, die zijn goederen erfden. Barbara Martens overleed na 26.9.1577 en werd begraven in Gemert.
Erasmus (Raeschen) was volgens het testament (1485) van zijn vader de oudste zoon. Hij was heer van Bilrevelt (Bijlrevelt) en gegoed in Hobbertinghen (huys, hoff, landen, bosschen), Berlinghen (landen en bosschen) en Mierlo (hoeve Ter Hoeffve met toebehoren). Vervolgens bezat hij een jaarlijkse rente van 30 gouden rijnsgulden op de heerlijkheid van Grevenbroek. Cartularium Mierlo stuk nr. 89.
Hij kocht 7 juni 1502 het dorp en de heerlijkheid Hupertingen (Huberdingen) in Luxemburg dat een leen was van de Heer van Heeswijk en Dinther, van. In 1518 verkocht hij dit weer. Taxandria jrg. 13 (1906), blz. 70 (artikel G.vd. Elsen, Heeswijk en Dinther II).
Heer van het huis, dorp en de heerlijkheid Mierlo, en de watermolens op Coll door koop in 1518.
Erasmus testeert 29 sept. 1532 voor twee notarissen en schepenen van Mierlo, en vermaakt Mierlo aan zijn (minderjarig) petekind Jan, oudste zoon van jhr. Franchois, de zoon van zijn broer. Bonaventura van Grevenbroek wordt als eerste van zijn natuurlijke kinderen genoemd (deze moet al rond 1527 zijn gehuwd). Vervolgens wordt Barbara Martens bedacht, bij wie Erasmus de volgende natuurlijke kinderen heeft verwekt: Anna (afzonderlijk en als eerste genoemd); Barbara; Lucia; Maria. Cartularium Mierlo, nr. 91.
Volgens Van Bokhoven maakte Erasmus op 28 sept. zijn testament en op 29 september voor schepenen van Mierlo een codicil. Zie Rijksarchief Noord-Brabant, collectie Baron van Leefdaal, nr. 3, gemerkt B, fol. 32 en Mierlo R. 49 (1533-1534), ongefolieerd. Volgens Van Bokhoven had Erasmus nog meer natuurlijke kinderen: Frans (gehuwd); Dominicus; Bernard (deze laatste bij Barbara Martens). De overtuigend gebrachte opvatting van Van Bokhoven dat Mierlo vermaakt is aan de oudste zoon van voornoemde natuurlijke zoon Frans van Grevenbroek (en niet aan Jan zoon van jhr. Franchois zoon van jhr. Hendrik van Grevenbroek) wordt niet bevestigd door het testament van 29 september uit het Cartularium en de leenverheffing.
Van Schijndel noemt als natuurlijke kinderen van Erasmus nog: Dionisius (verm. 1520-1541); Frans (verm. 1521-1532, priester en rector van een altaar in de kerk van Mierlo); Raes (verm. 1532); en de bekende Vedast (vaandrig in dienst van Z.K.M.).
De door Van Bokhoven genoemde neve Vedast of diens broer Jan worden niet als Van Grevenbroek betiteld. In het testament van jhr. Hendrik van Grevenbroek, de jongere broer van Erasmus, en die van zijn vrouw Everardina Surleth, d.d. 25 juli 1526 is slechts sprake van hun beider wettige zoon en erfgenaam Frans/Franchois (reeds gehuwd met jkvr. Catharina van Meghen) en diens zusters. Ook is er in het testament sprake van zijn zusters kinderen. Cartularium Mierlo, nr. 90.
Omdat in het leenregister Vedast als natuurlijke zoon wordt betiteld, ziet men hem en zijn broer als natuurlijke zonen van jhr. Hendrik van Grevenbroek. De vergissing in het leenregister heeft dan slechts betrekking op een verwisseling van vader, Erasmus of broer Hendrik. Volgens het testament van vader erfde jongste zoon jhr. Hendrik, 'landen, bempden en bosschen onder Wellen, Vlbeeck, Overbroeck en Berlinghen', en 50 gouden rijnsgulden op het Land van Grevenbroek.
Na haar relatie met Erasmus van Grevenbroek huwde Barbara Martens (geb. ca. 1501/02, overl. voor 1 feb. 1580) met de Gemertenaar Gerart Lenart Valcx (overl. voor 14 juli 1578) bij wie ze nog vier kinderen kreeg: Catelijn (geb. ca. 1537/38); Adriaen; Marten; en Lenart. Hun nageslacht komt veelvuldig voor in de Gemertse en Helmondse schepenprotocollen.
(website Karel de Grote; reeks 97)
Zie ook noot 24 NL-1961 blz 146 en 147
|