Aantekeningen |
- Boudewijn is bekend als grondlegger van het graafschap Vlaanderen en doordat hij met kerstmis 861 de koningsdochter Judith van West-Francië van het hof van haar vader Karel de Kale schaakte. De 17-jarige Judith was al twee keer weduwe en was teruggekeerd naar het hof van haar vader. Die wilde haar natuurlijk een derde keer gunstig uithuwelijken, maar ze vluchtte met Boudewijn – toen al een bekende vechtjas – van het hof dat voor de viering van kerst naar Senlis was getrokken. Het stel werd daarbij geholpen door Judiths broer Lodewijk de Stamelaar, die steeds in conflict was met zijn vader. Het stel vluchtte naar het noorden maar Karel stuurde brieven aan Rorik van Dorestad en bisschop Hunger van Utrecht dat zij de vluchtelingen geen onderdak mochten geven. Karel liet het paar door bisschoppen excommuniceren maar ze trokken naar Rome en bepleitten hun zaak bij de paus. Die maakte de excommunicatie ongedaan en verzoende Judith en Boudewijn met Karel. Op 13 december 863 volgde het officiële huwelijk te Auxerre. Karel was niet aanwezig bij het huwelijk.
Als onderdeel van de verzoening kreeg Boudewijn het bestuur over de pagus Flandrensis het gebied rond Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge. Dit was in de ogen van Karel waarschijnlijk een onbetekenende functie: Vlaanderen lag in een uithoek van zijn koninkrijk en werd geteisterd door de Vikingen. Boudewijn bleek echter een succesvol bestuurder. Hij wist de invallen van de Vikingen te stoppen en bouwde daarvoor versterkingen in Arras, Gent en Brugge. In Brugge bouwde hij een kerk die was gewijd aan Donatianus van Reims en gaf relieken van de heilige aan de kerk. In Veurne stichtte hij een Benedictijner klooster en schonk het relieken van heilige Walburgis. In 870 werd zijn bezit uitgebreid en was hij heer van geheel Vlaanderen en Ternois, hetzelfde jaar werd hij lekenabt van Sint Pieter in Gent. In 877 steunde hij Lodewijk de Stamelaar bij de opvolging van Karel de Kale. Kort daarna trok hij zich terug en werd monnik in de abdij van Sint-Bertinus, waar hij ook is begraven.
Traditioneel wordt Odakar III van de Morinen als zijn vader gezien maar Odaker (als vader van Boudewijn) en zijn voorouders worden tegenwoordig als speculatief beschouwd omdat dit alleen is gebaseerd op teksten uit de twaalfde eeuw. Een andere theorie is dat Boudewijns vader wel Odaker heette maar een lagere hoveling was.
[wikipedia]
|