Aantekeningen |
- In zijn jonge jaren was hij een gevangene aan het hof van Otto I de Grote die zijn vader en zijn grootvader had verslagen. In 982 werd hij paltsgraaf van Bourgondië en door zijn huwelijk graaf van Mâcon. In 986 werd hij graaf van het gebied dat zijn ouders voor hem rond Dole hadden gevormd. Na de dood van zijn stiefvader in 1002, wierp hij zich op als hertog van Bourgondië, maar in 1004 annexeerde koning Robert het hertogdom Bourgondië bij Frankrijk. Zijn andere titels en bezittingen wist hij echter te behouden. In 1004 deed hij een schenking aan de abdij van Saint-Bénigne (tegenwoordig de kathedraal) te Dijon, voor het zieleheil van zijn moeder, zijn stiefvader en zijn vrouw. In 1006 nam hij deel aan een opstand tegen keizer Hendrik II de Heilige toen die door Rudolf III van Bourgondië tot zijn erfgenaam was benoemd. Otto-Willem is begraven in de abdij van Saint-Bénigne.]
[wikipedia]
|