Aantekeningen |
- Giselbert erfde in 915 het grootste deel van de bezittingen en functies van zijn vader Reinier I van Henegouwen. Koning Karel de Eenvoudige weigerde echter om hem ook de functie van "marchio" (markgraaf; te vergelijken met hertog) van Lotharingen te geven, die zijn vader wel had gehad. De basis van Giselberts macht werd gevormd door zijn rol als lekenabt van een aantal grote abdijen: Sint Servaes in Maastricht, de abdij van Echternach, de dubbelabdij Stavelot-Malmedy, de rijksabdij Sankt Maximin te Trier, de abdij van Saint-Ghislain, de abdij van Remiremont, en de abdij van Moyenmoutier. Giselbert gaf veel van deze bezittingen weg aan edelen en wist zo een groot aantal vazallen aan zich te binden. Giselbert werd (in 920) de eerste "princeps" van Lotharingen genoemd. In 918 kwam hij in conflict met Karel toen die hem Sint Servaes ontnam. In 922 steunde Giselbert dan ook de opstand van Robert van Parijs en vocht in 923 aan zijn kant in de slag bij Soissons. In 925 huldigde Giselbert Hendrik de Vogelaar als koning.
In 928 werd Giselbert benoemd tot hertog van Lotharingen en nog in 928 huwde hij Gerberga van Saksen, de dochter van Hendrik de Vogelaar. Hendrik dwong Giselbert in 931 om zijn bondgenootschap met Herbert II van Vermandois op te geven. Als hertog behaalde Giselbert successen in de verdediging van Lotharingen tegen de Vikingen en Bourgondiƫ.
Hendrik had zijn hertogen een grote mate van zelfstandigheid laten behouden. Na zijn dood (936) bleek diens zoon Otto I een politiek te voeren waardoor de hertogen veel meer een ondergeschikte rol zouden krijgen. Giselbert sloot zich daarom in 939 aan bij de opstand van Hendrik I van Beieren (de jongere broer van Otto) en Everhard III van Franken (zoon van de vroegere koning Koenraad I van Franken). Op 2 oktober 939 staken zij vanuit het oosten bij Andernach de Rijn over. De achterblijvers werden in de slag bij Andernach op de oostelijke oever verrast door een leger dat de lokale graven Udo van de Wetterau en Konrad Kurzbold op de been hadden gebracht. Giselbert verdronk toen hij al zwemmend over de Rijn wilde vluchten.
Volgens een kronikeur van zijn tijd was hij niet alleen dapper en vechtlustig maar ook altijd begerig naar andermans bezit en iemand die altijd dubbelzinnig sprak en altijd mensen tot twist en afgunst aanzette.
[wikipedia]
|