Aantekeningen |
- In een onbekende periode was Godfried een tijd lang als paltsgraaf de vertegenwoordiger van de hertog van Lotharingen. Het ambt werd van 911-915 door Reinier I van Henegouwen (als markgraaf) en aansluitend door Wigerik uitgeoefend. Aangezien Wigerik voor 922 is overleden en Karel III in 923 is afgezet, blijft er slechts een kort tijdsvenster over, waarin Gottfried (ondanks zijn jeugd) als plaatsvervanger van zijn schoonvader in Lotharingen als paltsgraaf kan hebben gefunctioneerd.
Aangezien Gotfried gelijktijdig echter nauw verwant was met Hendrik de Vogelaar en Otto I de Grote en tevens een broer was van Otto I's belangrijke adviseur en latere kanselier Wigfried, is het ook mogelijk dat hij deze positie na 923 ondanks zijn betrekking met de afgezette Karel III, wist te behouden. Het feit dat zijn zoon Godfried I van Neder-Lotharingen in 959 zelf hertog van Neder-Lotharingen werd, in eerste instantie nog als plaatsvervanger van aartsbisschop Bruno van Keulen, de broer van Otto I de Grote en de opvolger van Wigfried in beide posten, spreekt er voor dat relaties met de Saksische dynastie belangrijker waren dan relaties met de West-Franken.
[wikipedia]
|