Aantekeningen |
- Siegfried erfde van zijn vader Wigerik van Lotharingen en zijn broers de functies van graaf van de Moezelgouw en de Ardennengouw, voogd van de Abdij van Sint Maximin te Trier en van de Abdij van Echternach, en grote bezittingen in Opper-Lotharingen. Hij ruilde bezittingen bij Ettelbruck met de abdij van Sint Maximin tegen een strategisch gelegen plek aan de Alzette, waar hij in 963 een kasteel bouwde. Dit kasteel kreeg de naam Lucilinburhuc (klein kasteel) en groeide later uit tot de stad Luxemburg. In 964 bouwde hij ook een kasteel in Saarburg. Hij steunde de koningsverkiezing van Otto III. Siegfried kwam in 985 zijn neef Godfried van Verdun te hulp toen de stad Verdun werd aangevallen door een Frans leger. Godfried en Siegfried werden verslagen en gevangengenomen. Na de dood van koning Lotharius van Frankrijk in 986 werden ze weer vrijgelaten. Op het einde van zijn leven werd Siegfried geëxcommuniceerd toen hij de bisschop van Verdun gevangen had gezet. Bij zijn dood in 998 werd Siegfried opgevolgd door zijn oudste zoon Hendrik.
[wikipedia]
|