Aantekeningen |
- Boso werd door het huwelijk van zijn zuster Richildis met Karel de Kale een belangrijke hoveling. In 870 werd hij graaf van Troyes, Lyon en Vienne, en lekenabt van de abdij van Sint-Mauritius. In 872 werd hij benoemd tot graaf van Berry en tot kamerheer van Lodewijk de Stamelaar, die onder zijn vader koning van Aquitanië was. Boso werd een belangrijke raadgever en bestuurder onder Lodewijk. In 876 volgde hij Karel de Kale naar Italië, waar die tot koning werd gekozen en tot keizer werd gekroond. In Pavia werd Boso tot aartsminister en stadhouder van Italië, en tot hertog van de Provence benoemd. Boso nam Ermengarde, dochter van de overleden koning Lodewijk II van Italië, en haar moeder Engelberga van Parma, gevangen. Al snel kwamen Boso, Ermengarde en Engelberga tot zaken en Boso trouwde met Ermengarde. In 877 werd Boso benoemd tot graaf van Mâcon en Chalon-sur-Saône, hij verzette zich tegen een tweede veldtocht van Karel in Italië. Na het overlijden van Karel behoort Boso tot de edelen die bij Lodewijk de Stamelaar de bevestiging van diens toezeggingen afdwingen.
In 878 vergezelde Boso paus Johannes VIII naar Troyes om steun tegen de Saracenen en de Italiaanse edelen te vragen. Boso werd met een klein leger naar Pavia gestuurd en de paus adopteerde Boso als zoon. Samen wilden ze Boso tot koning van Italië laten uitroepen maar de Italiaanse bisschoppen en edelen verzetten zich hiertegen en Boso keerde terug naar huis. In 879 werd Boso nog benoemd tot graaf van Autun.
Na het overlijden van Lodewijk de Stamelaar in 879, werd zijn koninkrijk gedeeld tussen zijn twee oudste zoons. Boso was een tegenstander van deze deling. Toen dat jaar ook nog een inval door de Oost-Franken plaatsvond, maakte Boso gebruik van de verwarring en riep zich uit tot een zelfstandige koning in ongeveer het gebied tussen de Rhône, de Alpen en de Middellandse Zee. Dit was het gebied waar hij al een groot aantal functies en bezittingen had. Hij maakte Arles tot zijn hoofdstad. Zijn vrouw en zijn schoonmoeder zouden zijn ambitie nog hebben versterkt. De paus was daarentegen teleurgesteld dat Boso's ambitie bij de Alpen ophield en daardoor geen nuttige bondgenoot meer voor hem was. Ter gelegenheid van zijn kroning stichtte hij de abdij van Charlieu. In hoog tempo creëerde hij een regering en een feodale organisatie.
Boso's koningschap werd niet door de andere koningen van de Frankische koninkrijken geaccepteerd. Hij was namelijk de eerste koning die niet van Karel de Grote afstamde (zijn vrouw wel) en zijn koningschap was daardoor een onacceptabel precedent omdat het inbreuk maakte op hun exclusieve rechten op de koningstitels. Ze sloten een bondgenootschap tegen Boso en belegerden in 880 Vienne. Boso liet de verdediging van de stad over aan zijn vrouw en trok zich zelf met een leger terug in de bergen. Door onderlinge conflicten werd het beleg na enige tijd opgeheven. Vienne werd opnieuw belegerd door Karloman van Frankrijk die echter in 882 weg trok na het nieuws van het overlijden van zijn broer Lodewijk III van Frankrijk. Hetzelfde jaar werd Vienne echter veroverd door Karel III de Dikke. Ermengarde en haar kinderen werden gevangengenomen en door Boso's broer Richard I van Bourgondië in Autun opgesloten. In 884 werd Karel de Dikke koning van alle Frankische koninkrijken. In ruil voor een huldiging door Boso en de opgave van Wallis, Aosta en Savoije erkende Karel zijn koningstitel en sloot vrede.
De laatste jaren van zijn leven verliepen rustig. Boso werd begraven in de kathedraal van Vienne.
[wikipedia]
|