Aantekeningen |
- Gertrude was erfdochter van graaf Koenraad van Haldensleben (ca. 1020 - 10 september 1056), zoon van Bernard II van Brandenburg (haar moeder is onbekend). Daardoor was ze een aantrekkelijke huwelijkskandidaat voor de hoge adel. Ze werd echter geschaakt door de Beierse edelman Frederik van Formbach (ca. 1035 - 1059). Toen het paar na enkele jaren naar Saksen reisde voor een verzoening, werd Frederik door Saksische edelen vermoord. Gertrude hertrouwde met hertog Ordulf van Saksen.
In 1075 overleed Ordulf maar Gertrude bleef als weduwe van een hertog, en door haar verwantschappen en bezittingen, een leidende figuur onder de Saksische adel. Zij werd samen met andere leden van de Saksische adel door Hendrik IV (keizer) in 1075 gevangen gezet te Mainz. Tijdens onlusten in de stad wist ze echter te ontsnappen. In 1076 werd ze echter opnieuw gevangen gezet en bleef meerdere jaren in gevangenschap. Na haar vrijlating voedde ze haar kleinzoon Lotharius III van Supplinburg op, een latere hertog van Saksen (1106) en keizer van Heilige Roomse Rijk (1125).
[wikipedia]
|