Aantekeningen |
- Zijn broer werd in 1049 gedood door een leger van de bisschoppen van Utrecht, Metz en Luik. Hij was kinderloos en Floris was zijn erfgenaam maar moest aanvankelijk vluchten. De relatie met de keizer en de bisschoppen bleef slecht. Floris raakte in conflict met de keizer over de tol op de Merwede (vermoedelijk bij Vlaardingen, dus stroomafwaarts van de huidige Merwede). Bovendien probeerde hij zijn bezit in het rivierenland uit te breiden en kwam daardoor in conflict met bisschop Willem van Cuijk. Regentes Agnes gaf in 1058 bisschop Willem van Cuijk van Utrecht, Hendrik II van Leuven, Wichard van Gelder, Anno II aartsbisschop van Keulen, Diederik bisschop van Luik en Egbert I van Meißen, de markgraaf van Friesland (Friesland en Groningen), opdracht om Floris tot de orde te roepen. De eerste echte slag werd in 1061 uitgevochten bij Oudheusden. Floris was zwaar in de minderheid en had daarom het slagveld met grote aantallen valkuilen voorbereid. Zo raakten zijn tegenstanders in grote verwarring en werd een groot aantal direct al buiten gevecht gesteld. Floris wist daarna de slag eenvoudig te winnen. De volgende slag vond op 28 juni 1061 plaats bij Nederhemert. Floris viel de troepen van Keulen, Brunswijk en Cuijk aan en wist ze snel te verjagen. De Friezen gingen vervolgens rusten in de schaduw van de bomen langs de Maas. Herman van Cuijk, burggraaf van Utrecht, hergroepeerde zijn troepen en overviel de nietsvermoedende Friezen. Floris werd samen met honderden van zijn mannen gedood.
Floris is oorspronkelijk begraven in de eerste abdij van Egmond, hij ligt nu na opgraving in het nieuwe mausoleum in de in 1935 herstichte Abdij van Egmond - hoewel er aan wordt getwijfeld of het in 1935 gevonden skelet wel van Floris was.
[wikipedia]
|