Aantekeningen |
- 3 sep 1630; nr. 75
Accoord tussen Snel Harmansz, oud-Burgemeester van Ammerstol, voor zichzelf, Anthonis Gerritsz
Waert als man en voogd van Pietertgen Harmens, ter eenre en Arien Comelisz, won. in Sliedrecht als
getrouwd gehad hebbend Lijntgen Hermans, en z.st.m. voor en vervangende Hubert Mertensz, zijn
zwager, als getrouwd hebbend Merchgen Ariens,ten behoeve van Harmen Ariensz, eveneens
present, en van Comelis Ariensz en Jannichjen Ariensdr, zijn kinderen gepr. bij de voorst. Lijntgen
Hermans, ter andere zijde, betr. de goederen van Aerjaentgen Comelis, hun moeder resp.
grootmoeder, nagelaten.
Snel Harmansz en Thuenis Gerritsz zullen hebben en behouden alle goederen, roerende en
onroerende, waarvoor zij de voorst. kinderen van de voorst. Arien Comelisz gepr. bij Lijntgen Willems
(sic) zullen vrijkopen voor 15 g van 40 gr 't stuk. Get.:
[Hogenda; Ammerstol - WA nr. 1 Weesboek 1580-1638; L. Baerts-Oskom]
- Alsoo Gerrit Jansse Waert verdachvaert is van wegen Jan Huijbertse Caps, om te geven getuijgenisse
der waerheijt, ende die voorn. Jan Huijbertse nijet en compareert, verleenen Schepenen de voorn.
Gerrit Jansse comparitie, ende condemneeren Jan Huijbertse in de costen, actum in juditio.
- Rechtdach gehouden den 7e aug 1623
Gerrichgen Wouterse wed. wijlen Gijsbert Gijsbertse za. voor haer zelve ende de kinderen van de
voorsch. Gijsbert Gijsbetse eijsers. Contra Thuenis Gerri tse Waert, gedaagde eijsch doende tot
condemnatie ten sine aende eijsers op te leggen ende te betalen eerst de somme van 130 gld, ende
noch eenige dubbele ducaten over de eerste pacht van de huijsinge ende erve bij hem op den 10e
april lestende volgens de voorwaerden gecost, met condemnatie ende bij provisie tot namptisement
gerefereert de eijser hare actie ende recht, twelcke zij jegens Jacob Thuenisse Blommekerk als borge
renuncieert te seggen hebbende, mitsgaders noch haer actie van vuijtlegging, gereferueerd
presenterende zij eijsers, niettemin de gedaagde de betaling gedaen wesende ofte datelick te zijne
bekent te eijgenen ende wesen nae costume, mits wederom vereijst behoorlijke schultbrieff, cum
expensis.
Alsoo de gedaagde beneffens de dachvaerdinge gedaen, copie en is gepresenteert, gunnen
Schepenen daeromme de gedaagde als noch copie vrije dachvaerdinge ende dach ten naesten.
- Jan Hermanse eijser. Contra De wed. van Jacob Thuenisse Blom za. ende Thuenis Gerritse Waert,
gedaagde eijsch doende. Tot betaling van 8-7-0 van coop van rijs die de ged. mit hare mede standers
gecost.hebben.
Schepenen ordonneeren de eijser zijn vermeten bewijs in te brengen ten naesten.
- Gerrit Janse Waert eijser. Contra Arien Cornelisse Rootbaert ged. omme als noch te zien nieuwe
letteren van exceptie. Schepenen decerneeren nieuwe letteren van exceptie.
- Rechtdach gehouden den 12e oct. 1626
Jan Hermanse eijser. Contra Thuenis Gerritse Waert, ende de wed. van Jan Thuenisse Blom,
gedaagden omme te zien dienen van bewijs.
Schepenen ordonneeren de eijser zijn gepreferenteerde attestatie te doen recolleren voor de
Gerechte alhier, volgens de ordonnantie ende deselve gesien hebbende zullen Schepenen sententie
naer behooren.
|