Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 2,001 t/m 2,050 van 5,248
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
2001 | Pieter Blank doet aangevinge van het lijk van sijn schoonvader Crijn van Dijk te Maasland overleden en alhier begraven in de classe van fl 15. | van Dijk, Crijn (I23690)
|
2002 | Pieter Blankenn j.m. van Bergambagt wonende alhier met Pieternella van Dijk j. d. alhier sijn in wettige ondertrouw aangeweit na blijk dat s' lands regt op 't trouwen wedersijts voldaan was | Gezin F223749098
|
2003 | Pieter Bouwense Droogendijck j.m. van Abbenbroeck wonende aldaert ende Neeltge Gillis j.dr van de Corendijck wonende aldaer | Gezin F223748816
|
2004 | Pieter Cornelis den Ouwden j.m. geb. en won. op de Zinkweg en Pietertie IJsbrantsz Zuijtlandt geb. in OB beiden won. op de Zinkweg onder OB, get. Arentie Ariens Zuijtlandt amita, hier getrouwd op 2 maart 1701 | Gezin F223747149
|
2005 | Pieter Cornelisse Wor j.m. van Blesgraeff en Neeltje Jaspers Wapperom j.d. van Blesgraef sijn alhier aengetekent den 20 april en getrout den 13 maij | Gezin F223749371
|
2006 | Pieter Cornelisz Wor j.m. van Dordregt en Neeltje de Vos j.d. van Rotterdam beide wonende op 't Haringvliet alhier getrout den 22 november 1695 | Gezin F223749332
|
2007 | Pieter Crijnen jongesel van de Ridderkerck met Elisabet Hermensdr jongedochter van Ridderkerck eerste gebodt gegeven den tweeden meert bevesticht in Heyndrick Yden Ambocht den 23 meert | Gezin F1839
|
2008 | Pieter Ingense Hordijk j.m. van West-IJsselmonde met Lijntje Ariens Hoogvliet j.d. van OOst-Barenregt | Gezin F360
|
2009 | Pieter Ingenssen j.g. en Maertjge Dierk j.d. beyde van IJsselmonde den 6 junii gehalt haer 3de gebodt en .... | Gezin F223749026
|
2010 | Pieter Janssen Wor, molenaer j.m. van Dordrecht wonende in de Vriesestraet Geertje Jordens j.d. van Swijndrecht ende daer wonende per schrijven van Swijndrecht | Gezin F223749266
|
2011 | Pieter Jordenssen ende Aeltjen Jans Jan | Wor, Jan Pieters (I24224)
|
2012 | Pieter Jordenssen j.g.v. Swind. & Aeltgen Jans w.v. Jan Evertszen van der Mast beenhacker, won. beijde op Swind. sijn op ons vs. getrouwt tot Dordt den 4. Julij 1638. | Gezin F223749275
|
2013 | Pieter Pieters van Duijve j.m. tot varentmen tot Rotterdam Cornelia Jans van Nadam j.d. in den Doelstraat attestatie geggeven op Schipluyden 13 oct 1658 | Gezin F223749042
|
2014 | Pieter Pieters van Duijve weduwe in de Gasthuissteech Catharina Somers j.d. in de Bagijnsteech gettouw van de gerechte dese stad den 30 mey 1688 | Gezin F223749043
|
2015 | Pieter Pieters van Duijve weduwe in de gasthuissteech Catharina Somers j.d. in de Bagijnsteech | Gezin F223749043
|
2016 | Pieter Pietersen van Duive j.m. plateelbackerknecht in de Breesteech Rebecca Louris van Waert j.d. in de scheepmaekerij buiten de Rotterdams poort getrouwt alsvoren den 12e september 1643 | Gezin F223748665
|
2017 | Pieter Pietersz van Duijve j.m. varentsman van Rotterdam Cornelia Jans van Nadam j.d. van Delf | Gezin F223749042
|
2018 | Pieter Pietersze van Duijve j.m. Cornelia Jans van Nadam j.d. van Delft | Gezin F223749042
|
2019 | Pieter Wor en Maria Anna Bartheus beijde wonend alhier geboden in d' fransse kerk acte gegeven om in de Waalse kerk te trouwen desen den 30. maij 1734 | Gezin F223749360
|
2020 | Pieter Wor in de Donkenstreat laet na sijn vrouw en twee onmondige kinderen | Wor, Pieter (I24345)
|
2021 | Pieter Wor van desn Ed. Hove veniam atatis bekomen hebbende en welken verklaerde te rederen, transporteren ende in eygendom op te geven aen ende ten behoeve van de heren superintendent regenten van den armen noothulp alhier sekere losrente obligatie van een duysent gulden capitael ten name van Pieter Verhagen des comparants grootvader ten laste deser provintie in data en geaggreert den 20 july 1666 welke obligatie bijschijdinge des boedels van Theodora van Bottgken weduwe van Pieter verhagen op den 6 april 1715 aen des comparants vader Sijbert Wor ende sijn moeder Josina Verhagen is toegeschijden ende nu als eenige ende universele erfnaem ab intestato van sijn voornoemde overledene ouders daer toe gereitis geworden renuntierende hij comparant van alle regt en eygendom hem aen voorsegde obligatie gecom- peteert hebbende ten behoeve vooren belovende deselve te sullen vrijen waren als regt in den lande van Utregt gebruijkelijk is onder verband als na regten also gepasseert binnen Utregt ter presentie van Dirk van Cobregt ende Casper Lous als getuigen | Wor, Pieter (I24345)
|
2022 | Pieter en zijn vrouw waren lidmaten te Gouda op 8-8- 1638, won. Raem Westzijde. Op 6-9- 1680 machtigen mr. Franchois van Baesbanck, schoolmeester tot Giessendam, Maijcken en Susanna van Baesbanck, broer en zusters, notaris Cornelius van der Grijp. Het betreft de nagelaten boedel van mr. Pieter van Baesbanck en Catalijntgen Jans zal. hun ouders. [uit Ons Voorgeslacht 1987; van Baasbank door AJ Stasse] | van Baesbanck, Pieter (I21153)
|
2023 | Pieter van Clootwijc Diricxsen sijdelakenkooper Margriete Wor Schalcx dr. beyde van Dordrecht getrout den 24 apr. 1607 | Gezin F223749194
|
2024 | Pieter van Dijk j.m. te Schipluiden met Maria Roeter j.d. in de Choorstraat | Gezin F186
|
2025 | Pieternelle; ouders Cornelis Claessen van der Spade en Maertje Dircks Warrebout; get. Lydewij Claes van der Spade | van der Spade, Pietertje Cornelisse (I23402)
|
2026 | Plaatsing in de Wor lijn onzeker | Wor, Jan Jacobsz (I24318)
|
2027 | Quirijn Ariens wed. van Leytgen Pleunen ter Ridderk. Neeltgen Gerrits j.d. van IJselmonde eerst geboden den 7 septemb. | Gezin F1768
|
2028 | Quirijn was (stads)boomsluiter, deze was belast met het sluiten van de in het water drijvende bomen, waarmee 's nachts de toegang tot de vaarwegen binnen de stad werd afgesloten. | van Bullenstraete, Quirijn Jacobssen (I5913)
|
2029 | Quirijn was eerder aardewerkbaas. De aardewerker verwerkte aarde of grond ten behoeve van huizenbouw, dijken, sloten/kanalen, vestingwerken enz. Een aardwerker is een arbeider, die grondwerk verrichtte. Tegenwoordig grondwerker genoemd. Het was een zwaar en slecht betaald handwerk. Bij het graven van bijvoorbeeld een bouwput stond men dikwijls tot aan de enkels in het grondwater. Het begrip "aardwerker" was tot in de negentiende eeuw nog in gebruik. | van Bullenstraete, Quirijn Jacobssen (I5913)
|
2030 | RA 3203 24 nov 1685 en 29 nov 1685 vermelding over de weeskinderen van Hendrik en het hertrouwen van zijn vrouw Geertien Luijtjens. Als voogden voor de kinderen wordt vermeldt Kyr Carsten en Willem Luities | Dingste, Hendrik Karsten (I17279)
|
2031 | RA 3203 9 sept 1705 en RA 3190 14 feb 1739; Lucas koopt na overlijden van zijn stiefvader Willem Wopkes de Vries het schip van zijn ouders; Maakt in 1739 een testamentop een week voor het overlijden van zijn vrouw erft dan de helft van enige huizen. | Dinghstee, Lucas Hendricks (I17277)
|
2032 | RBDO 735 123-124 | Gezin F223744813
|
2033 | RK gedoopt. Jacob van den Moelen werd vermeld in 1592 (bron: ??). Op 25 jan 1592 heeft Floris van der Meulen, wonende tot Bergen op Zoom, als mede erfgenaam van Huich van Alckemade, zijn zalige neve, machtig gemaakt Jacob van der Meulen, sijn broeder en Mr Lenaerd Duyck, zijn neve (bron: RAL 506- Not A. 20b...). | van der Meulen, Jacob (I2360)
|
2034 | RK gedoopt. Welgeboren Man 1533 (van Leeuwen). Gouthoeven (1636): p.153 schrijft: "Franco B.sone van Floris voorsz liet na Ian van den Woude, die An. 1519 was Balliou van Goylant en Drost te Muyden". Schepen van Haarlem 1511. Op 9 maart 1512 betaalde Jan Frankenz van Alkemade mee aan een vermogensbelasting te Haarlem. Hij woonde toen op 'het Sant' , oftewel de Grote Markt (bron: CBG 1 (1947) 79). Jan Frankenz van Alkemade was baljuw van Kennermerland tussen 21 maart 1513 en 26 augustus 1517 en was schout van Haarlem tussen 1524 en 1527 (bron: H.F.K. van Nierop, 'Van ridders tot regenten' (1984) 278). Jan van Alkemade was baljuw van Gooiland en kastelein van Muiden op 15 maart 1520 toen werd het huis en de hofstede in de Waarde door François van Heemstede belast voor Jan Frankenz van Alkemade, baljuw van Gooiland en kastelein van Muiden, met 50 pond hollands speciaal op 16 morgen buiten Leiden, genaamd de Waard (de rente is gelost vóór 26 februari 1535) (bron: OV 42 (1987) 710). Op 28 september 1529 werd hij beleend met 1½ morgen land te Oegstgeest - behorende tot het leen van de hofstad te Alkemade - na overdracht door Klaas Martijnsz. Op 1 september 1558 droeg hij ditzelfde leen over aan jonkvrouwe Duve Jansdr, gehuwd met Willem van Boshuizen (bron: OV 33 (1978) 140). In 1533 was Jan van Alkemade eigenaar van twee 'cameren' in het hoofdmanschap van de Nieuwe Toren te Haarlem; hij betaalde daarvoor tijdens de tiende penning 15 Karolusguldens (bron: NHA, Studiezaal, 'Kohier van de tiende penning van Haarlem uit 1533' fol.17v). Op 15 februari 1535 kreeg Jan Frankensz van Alkemade van zijn "neve" Roelant van Heemstede, toestemming om de kapel te Uitgeest " te moeghen presenteren een van zijnen zoonen bij zijn gherechte huysvrouwe ghewonnen ofte eenighe natuerlicke zoenen ofte bastaerden, indien hij eenighe heeft" (bron: NHA Archief Heerl.Heemstede inv nr 419). Op 23 februari 1541 werd Jan Frankenz van Alkemade beleend met twee stukken land, groot 6 morgen, in een weer van 16 morgen in Leiderdorp, genaamd 'de Waard', ten oosten: de Oude Rijn, ten westen en zuiden: Roeland, heer van Heemstede; op 22 december 1554 droeg hij dit leengoed over een Jacob Rudolfsz (bron: OV 42 (1987) 710). Op 1 juni 1542 werd Jan Frankenz van Alkemade beleend met 10 morgen land te Schooten - strekkend oost van de Kruisweg tot de wetering genaamd 'Delft- of Breedsloot', noord: Josina van Ruiven, en zuid: de Heilige Geest te Haarlem - bij overdracht door Jacob Korstenz (bron: OV 41 (1986) 318). Op 1 oktober 1550 werd hem een losrente uitgekeerd: Vranck van Alcmaede van een jair losrenten verschenen alsvoorn betaelt bij quytancie van Jan van Alcmaede XXX k (bron: NHA SH inv.nr. 433, fol.157). Van 1532 tot aan zijn dood in 1559 was Jan Frankenz van Alkemade hoogheemraad van Rijnland (bron: S.J.Fockema Andreae 'Het hoogheemraadschap van Rijnland' Leiden 1934, 401). Vóór 1534 (ca 1533?) ging het pand Rapenburg 69-71 te Leiden over in handen van Jan van Alckemade Vranckenz.*. Vanwege de aanzienlijke schulden van de vorige eigenaar (Bouwen Willem Gerrytszoon, vroedschap van Leiden 1516-1517) die nog op het huis rustten toen Jan het kocht, verkocht hij het huis, dat toen werd verhuurd, in maart 1534 aan Dirck Florysz Heermalen, burgemeester van Leiden, voor 801 Philips schild.* Vijf dagen later kocht Jan van Alckemade zijn voormalig bezit, na de schulden - een schepenbrief op Bouwen en enkele pandbrieven - te hebben voldaan, met steun van 9 borgen, waaronder zijn zoon Huych Jansz van Alckemade, terug. * Hoewel het pand Rapenburg 69-71 deels? was verhuurd ging Van Alckemade er waarschijnlijk toch zelf omstreeks die tijd wonen. Ook in 1534 moet hij verbouwingen hebben laten uitvoeren en ontving hij een vergoeding van stadswege van £ 4.16.- voor een leien dak 'op een vertreccamertge van nyeus gemaict' groot 1½ roede. Het huis werd in de jaren daarop in de kohieren van de 10de penning aangeslagen voor £ 32, waarmee het een stuk lager lag dan de taxatie van de buurpercelen Rapenburg 65-67 (£ 50) en Rapenburg 59-61-63 (£41en £8). Jan van Alckemade bleef tot zijn dood eigenaar van het huis*, waarna het perceel vererfde op zijn zoon Huych Jansz van Alckemade" (bron: Th.H.Lunsingh Scheurleer e.a. "Het Rapenburg, geschiedenis van een Leidse gracht" Leiden 1992 p.603-04, 619 ). In 1551 werden een Jan Frankenz en Cornelis Frankenz vermeld in Rotterdam (zijn dit Van Alkemade's ?) (bron: OV 44 (1989) 27, 29). In 1557 bezat Jan Frankenz van Alkemade land te Heemstede: "Cornelis Jansz van Haerlem bruyct omtrent drie morgen lants, toebehorende Jan Vranckenz van Leyden, voer .... XLII lb" (bron: NA A Staten van Holland vóór 1572, Tiende penning van Heemstede inv.nr. 969, fol.4). Scheurleer: "Jan Vranckenz van Alckemade behoorde niet tot het adellijke geslacht van die naam, maar bekleedde wel een vooraanstaande positie" (pag.619). Ik ben benieuwd naar het zegel van Jan van Alkemade Vranckenz., hoogheemraad van Rijnland, die op 28 december 1552 zegelt (bron: RAL klo.? R 2608). Hij wordt ook genoemd door Cornelis van Alckemade in diens manuscript over de geschiedenis van het Huis Zijl. Jan Vranckenz van Alckemade bezat ook veel land in Wassenaar. | van Alckemade, Jan Franckenzn (I2326)
|
2035 | Ragenold was een aanvoerder van een Vikingleger, dat in 943 koning Lodewijk IV van Frankrijk steunde in zijn strijd tegen Herbert II van Vermandois. In 945 werd hij beleend met Roucy en bestuurde hij ook het graafschap Sens. In 946 werd hij ook graaf van Reims en twee jaar later bouwde hij een kasteel in Roucy. Rond 950 was hij betrokken bij de stichting van een abdij in Charlieu. In 954 zwoor hij trouw aan koning Lotharius van Frankrijk en vergezelde hem in 955 naar Aquitanië. Ragenold is begraven in Klooster van Saint-Remi te Reims. [wikipedia] | van Roucy, Ragenold (I20716)
|
2036 | Ranulf werd in 866 graaf van Poitou als opvolger van zijn vader Ranulf I van Aquitanië. In 868 werd hij door de opstandige Bernard van Septimanië uit de Poitou verjaagd en vluchtte hij met zijn broers naar Lodewijk de Stamelaar die toen koning van Aquitanië was. Pas in 878 wist hij de Poitou weer terug te krijgen. Ranulf gaf op zijn beurt Lodewijks zoon Karel de Eenvoudige een veilig onderdak en zorgde voor zijn opvoeding. In 882 leverde hij strijd tegen de Vikingen bij Brillac en werd verslagen. Ranulf werd in 887 benoemd tot hertog van Aquitanië. Hij steunde Guido van Spoleto in zijn poging om koning van West-Francië te worden. Toen Odo I van Frankrijk koning was geworden weigerde Ranulf om hem te erkennen, en riep zichzelf uit tot koning van Aquitanië. Hij creëerde een stelsel van burggraafschappen om zijn gebied te kunnen verdedigen. In 889 probeerde Odo om Ranulf door een veldtocht te onderwerpen maar Ranulf wist deze aanval af slaan. Ranulf stierf op 5 augustus 890 volgens sommige bronnen in gevecht met de Vikingen, volgens andere bronnen omdat hij vergiftigd was in opdracht van Odo. [wikipedia] | von Poitou, Ramnulf II (I20668)
|
2037 | Ranulf wordt in 839 genoemd als graaf van Poitiers. Hij zal die functie onder zijn vader Gerard van Auvergne hebben uitgevoerd, die toen ook graaf van Poitiers was. Pas na de dood van zijn vader (841) en van bisschop Ebroin van Poitiers (854), zou Ranulf zelf het volledige bestuur over het graafschap uitoefenen. In 841 werd Ranulf lekenabt van Saint-Hilaire te Poitiers. In 852 werd hij benoemd tot hertog van Aquitanië maar werd in datzelfde jaar verslagen door de Noormannen. In 864 wist Ranulf wel een Vikingtroep te verslaan. Daarbij nam hij Pepijn II van Aquitanië gevangen, die zich bij hen had aangesloten en leverde hem uit aan Karel de Kale. 19 oktober 866 overleed Ranulf te Brissarthe aan verwondingen van pijlen die hij drie dagen eerder had opgelopen in een veldslag tegen Noormannen. Het is opmerkelijk dan Robert IV de Sterke iets meer dan een maand eerder ook in Brissarthe tegen de Vikingen was gesneuveld, vermoedelijk ging het hier om dezelfde tegenstanders. [wikipedia] | van Aquitanië, Ranulf I (I20669)
|
2038 | Rechtdach gehouden den 11e dec 1623. Aert Snellen eijser. Contra Gerrit Janse Waert, gedaagde eijsch doende tot condemnatie van 38 st. van arbeijtsloon. Schepenen condemneeren den ged. volgens zijn beken in de eijser zijne eijsch, surcheeren tot vasteavont eerst comende mits stellende cautie voor de 1e rechtdach op pene van te verliesen de atterminatie. | Waert, Gerrit Jansz (I21931)
|
2039 | Rechtdach gehouden den 12e oct. 1626 Jan Hermanse eijser. Contra Thuenis Gerritse Waert, ende de wed. van Jan Thuenisse Blom, gedaagden omme te zien dienen van bewijs. Schepenen ordonneeren de eijser zijn gepreferenteerde attestatie te doen recolleren voor de Gerechte alhier, volgens de ordonnantie ende deselve gesien hebbende zullen Schepenen sententie naer behooren. | Waert, Theunis Gerritsz (I21929)
|
2040 | Rechtdach gehouden den 5e sept 1622 Gerrit Jansse Waert, eijser. Contra Cornelis Cornelisse de oude Rootbaert, gedaagde t 2e default te begeeren. De gedaagde purgeert. Schepenen ordonneeren de ged. binnen staende vierschaer ten principaelen te antwoorden. De gedaagde neempt zijn thienen dach. | Waert, Gerrit Jansz (I21931)
|
2041 | Rechtdach gehouden den 7e aug 1623 Gerrichgen Wouterse wed. wijlen Gijsbert Gijsbertse za. voor haer zelve ende de kinderen van de voorsch. Gijsbert Gijsbetse eijsers. Contra Thuenis Gerri tse Waert, gedaagde eijsch doende tot condemnatie ten sine aende eijsers op te leggen ende te betalen eerst de somme van 130 gld, ende noch eenige dubbele ducaten over de eerste pacht van de huijsinge ende erve bij hem op den 10e april lestende volgens de voorwaerden gecost, met condemnatie ende bij provisie tot namptisement gerefereert de eijser hare actie ende recht, twelcke zij jegens Jacob Thuenisse Blommekerk als borge renuncieert te seggen hebbende, mitsgaders noch haer actie van vuijtlegging, gereferueerd presenterende zij eijsers, niettemin de gedaagde de betaling gedaen wesende ofte datelick te zijne bekent te eijgenen ende wesen nae costume, mits wederom vereijst behoorlijke schultbrieff, cum expensis. Alsoo de gedaagde beneffens de dachvaerdinge gedaen, copie en is gepresenteert, gunnen Schepenen daeromme de gedaagde als noch copie vrije dachvaerdinge ende dach ten naesten. | Waert, Theunis Gerritsz (I21929)
|
2042 | Rechtdach gehouden den 9e dec 1619. Compareerde Gerrit Janse Waert, ende bekende schuldich te wesen Willem Snellen Schout, de somme van 59 st. 4p. ter cause van verdroncken gelach ende bekende daer voor verwonnen te zijn. Zurcheerende dexecutie de tijt van 6 weecken. actum in juditio. | Waert, Gerrit Jansz (I21931)
|
2043 | Rechterlijk Archief Charlois, inv. nr. 13, minuten van opdracht- en hypotheekbrieven (1612-1628), fol. 223 recto et verso, acte d.d. 16 januari 1627: Voor schout en schepenen van Charlois compareren Eeuwout, Dirck, Willem ende Cornelis Wouterszonen Verduyn, Jaephet Cornelisz. als man ende voocht van Jonge Maertgen Woutersdr., Pieter Jansz. de Raet als man ende voocht van Lysbet Wouters, Adriaen Lenertsz. Smitshouck als man ende voocht van Lea Wouters, alle kinderen ende erfgenamen van Wouter Heyndrickxs Verduyn ende Lyntgen Eeuwouts syne tweede huysvrouwe, beyde saliger gedachten; Huybert Jansz. Ruyter als getrout hebbende Oude Maertge Wouters, Dammis Pietersz. als getrout hebbende Maertgen Heyndrickx voor hem selven ende noch als procuratie hebbende van Cryn Heyndrickxz., syn huysvrouwen broeder, gepasseert voor Bastiaen Pietersz. ende Adriaen Lenertsz. Pors, schepenen van Charlois voors. in date den vyfftienden october xvjc sessentwintich, ons schoudt ende schepenen voornoemt vertoont ende gebleken, ende ijder vervangende IJsaack Heyndrickx, syn huysvrouwen broeder, ende noch als actie ende transport hebbende van Abraham Heyndrickx, mede syn huysvrouwen broeder, alle kinderen van Heyndrick Woutersz. Verduyn, ende Joost Pietersz. als man ende voocht van Neeltgen Willems, naergelaten dochter van Nelletgen Wouters, dye een voorkynt was van de voornoemde Wouter Heyndrickx Verduyn ende geteelt by Maertgen Cornelis, syne eerste huysvrouw, beneffens de voornoemde Oude Maertge ende Heyndrick Wouterskinderen, ende oversulx mede erfgenamen van den voornoemden Wouter Heyndrickx Verduyn, ende bekenden den boedel by den voornoemden Wouter Heyndrickx ende Lyntgen Eeuwouts naergelaten, gheschift ende ghescheyden te hebben" - etc. (Op fol. 227 wordt bij de belendingen genoemd de weduwe van Aert Eeuwoutsz., in de polder Varckensoort en in het Struysblock.) idem, nr. 17, fol. 229, acte d.d. 28 juli 1662: Cornelis Woutersz. Verduyn, zoon van Wouter Heyndricksz. Verduyn, verklaart dat zijn vader door zijn huwelijk met Lyntgen Eeuwoutsdr. land aangekomen was van Hadewytgen Aerts, syn huysvrouw moeder za(liger)". Er is geen direct bewijs dat Aert Eeuwoutsz. Verschoor en Adriaen Eeuwoutsz. zonen van Eeuwout Dircxz. en Hadewey Aertsdr. zijn, wel dat zij broers zijn. Beiden hebben echter een dochter Hadewij (een naam die te Charlois alleen in de geslachten Verschoor en Verduyn voorkomt) en een zoon Eeuwout. Aert Eeuwoutsz. heeft bovendien een zoon Dirck. Eeuwout Dircxz. en Hadewy Aertsdr. kopen steeds en uitsluitend de korentienden van het tweede tiendblok, het Struysblock, waarin later het land van Aert Eeuwoutsz. ligt. [uit NL 1974 col 306] | Verduijn, Wouter Hendriks (I18663)
|
2044 | Referentie: | |
2045 | Referentie: | |
2046 | Referentie: | |
2047 | Regelindis bracht als bruidsschat het allodium (later: graafschap) Durbuy aan; zij deed als weduwe tal van schenkingen aan Sint-Aubin. [wikipedia] | van Lotharingen, Regelindis (I1844)
|
2048 | Reist op 3 augustus 1918 naar Amerika met de Nieuw Amsterdam waar hij verblijft in het Stewart Hotel in San Francisco Arriveert op 16 augustus 1918 in Amerika op weg naar Batavia verblijft in Prince .... Hotel NYC Vertrekt op 18 mei 1934 vanuit Amsterdam met vrouw en 2 kinderen naar Belawan (Sumatra) | Ambagtsheer, Ridderus (I2799)
|
2049 | Rekening van ontv. en uitg. van de goederen nagelaten door: Maijken Anthonis t.b.v. haar jongste dochter Lijsabeth Jasons oud 17 jr. (vader is Abraham Jasperse Jason). 1662- maart 18. Overgebracht door: Abraham Jasperse Jason, Gerardt Verstelle (voogd). 1 katern. | Jason, Abraham Jasperse (I22466)
|
2050 | Rekeninghe bewijs en religna die is doende Josina van der Heyden weduwe wijlen Marinus Huybreegtssen Paling in sijn leven voort ende administratie hebbende van goederen aencomende de twee kinderen van Jan Huyssen Paling bij naeme Sara daer moeder aff was Catar lina de Vriese en Abigael daer moeder van is Levina de Klerck gemaeckt in ponden schellingen grooten vlaems als volcht ende eerst..... ..totaal 18 folio's De erfenis omvatte meer dan 1000 pond | Paling, Jan Huysen (I2277)
|