Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen
Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Stamboom:  

Treffers 2,301 t/m 2,350 van 5,297

      «Vorige «1 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 ... 106» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
2301 Wigerik was een broer van Frederik, abt van de rijksabdijen van Gorze und Saint-Vanne. Vermoedelijk was hij de zoon van graaf Odacar (ca. 850 - na 901) van de Bliesgouw en de Ardennengouw, die met Reinier I van Henegouwen succesvol tegen koning Zwentibold in opstand kwam. Odacar was zoon van graaf Wigirik (ca. 820 - na 877) van de Ardennengouw en zijn vrouw Eva.
Na de dood van Lodewijk het Kind in 911 verwierp de adel van Lotharingen de soevereiniteit van Koenraad I en kozen Karel de Eenvoudige van West-Francië als hun koning. Aanvankelijk werd de militaire autoriteit in Lotharingen toegewezen aan graaf Reinier I van Henegouwen, maar na diens dood in 915 werd Wigerik paltsgraaf van Lotharingen. Er was in die tijd geen hertog van Lotharingen, als paltsgraaf voerde Wigerik ook de taken van hertog uit en was dus ook militair verantwoordelijke in Lotharingen.
Hij is begraven in de door hem gestichte Hadelinusabdij.
Kunigunde hertrouwde met Richwin van Verdun, zoon van Giselbert I van Maasgouw.
[wikipedia] 
Wigerik (I20613)
 
2302 Wij Jan Hoyn … schout van Hoocheve[en Huijck Allers Schen]ck ende Ingge Jacobs Gaerloy schepen aldaer doen con[dt ende kennelick dat voor]
ons gecomen ende gecompareert sijn Claesse [Jans dochter … in Hoo]geveen resorteerende onder Nootdorp weduwe van wijlen Al[lart Cornelisz]
Clerck geassisteert met Gerrit van Leeuwen ………………………. heur gecooren voocht in deser ter eenre mitsgaders ….
ende Jacob Cornelis Clerck oomen ende bloetvoochden [van Neel]tgen Allertsdr geboren opten XXI deser maent sebtember anno X[VIC]
vijfenveertich naegelate weeskint van de voornoemde Al[lert C]ornelis Clercq in echte geprocrereert bij de voornoemde Claesse Jans dochter ter ande[re]
sijde met den anderen ten overstaen van Jacob Hoogerscheyt ende Jan Gerritsse Slodt gesworens van Hoogeveen ?uesant Jan Heyen Berkel
substuit schout aldaer geackordeert ende over een gedragen te sijn alvoorens overwoogen hebbende den staet des boedels
concerneerende ende aengaende ‘t voorsegde weeskint vaderlicke erffenisse ende besterffenisse in manieren nae svolgende te weten dat
de voornoemde Claesse Jansdr ‘t voorscreven weeskint sal opvoeden in eten ende drincken … ende van alle lichamelicke behooften geven uuyt
gesondert sal moeten besorgen mitsgaders alle behulp ende hantreickinge soo wel in crancheyt als in gesontheyt moeten doen ter tijt
toe ‘t voorsegde kint gecomen sal sijn ten ouderdomme van haere twintich yaeren middl der tijt te doen leeren leesen ende schrijven item
leeren naeyen ende benaeyen soo veel als doenlick is ende ‘t voorsegde kint sijn vernuft can begripen voorts in alle curpelicke deuchden te opseren
ende onderwijsen als een curpelicke moeder betaemt ende bij haer doenlick is ende ‘t selve ten ouderdomme gecomen sijnde als vooren als
dan eerlicken gecleet ende gereet naer haer staet moeten uuyt setten ende noch bovendien ten behoeve van ‘tselve gemelde kint
vaders cleeren van linde als wolle ende anders gedient hebbende ten lijve voornoemd geen uuytgesondert voor soo veel daer noch
in wesen sijn mitsgaders noch te moeten laten volgen het voorsegde weeskints ouderlicke portie in tweelumppen lants gecomen
uuyten boedel van Cornelis Claesse Clercq zaliger het eene groot seventien hont gelegen in Hoogeveen ende het andere groot ontrent
derthien hont gelegen in Nieuweveen volgende den testamente van de voorsegde Cornelis Claesse Clercq met haere vandien
sedert ‘t overlijden van de selve Cornelis Claessen Clercq des het weeskint voor een vijfde aert sal moeten dragen de opstaende
huisen op de voorsegde landen staende vree der volgende den voorsegde testamente lestelicke het voorsegde weeskint comende
te trouwen tot een bruitstuck sal moeten uuytreicken de somme van vijftich gulden alles vrij gelt waer tegens
de voorsegde Claessen Jansdr hebben ende in vrijen eygendommen gehouden sal alle de vordert goeden des boedels soo roerende als
onroerende gout selver gemunt ende ongemunt ende in schulden bekent ofte onbekent geen uuytgesondert des sij wederomme
dragen ende betalen sal alle de lusten des boedels mede bekent ende onderkent insgelicx geene uytgesondert altoos
tot vasticheyt van de voorsegde alimentatie op voedinge, leeringe, uyutsettinge ende wes voorsegd staet daer van verludde
de voorsegde Claesse Jansdr haer persoon ende goederen roerende ende onroerende ter werelet uuyt uuytgesondert
mackende de selve al te samen subjeckt ‘t verbant van allen rechten mette copen alles sonder fraude des ‘t oorconde
hebbe ick schout voornoemd desen brief bij de heer van Hoogeveen doen besegelen ende beneffens de gesworens int protocol
onderteyckent opten XVII desember XVIC vijenveertich

Huijch Allers Schenck ‘t merck van Ingge ??

ontbrekende tekst is waar dit logisch was aangevuld en tussen haken opgenomen. Afkortingen zijn uitgeschreven. Waar de tekst niet goed kon worden gelezen zijn … geplaatst.

 
Clerck, Aldert Cornelisz (I23526)
 
2303 Wij Maerten Screvel Dircxz., Jacob Oem Heenen Jacopsz.,
ende Pieter Muys Jacopsz., scepenen in Dordrecht oercomen
ende kennen dat voir ons quam Cornelis Wor Jansz.,
metselaer, ende bekende dat hij vercocht heeft
Neeltgen Vastert Willemsz. wedue, die houdertse es
van des brieve, een geheel huys ende erve met
allen sijnen toebehoeren staende ande oversijde
op de vogelmerct op de havensijde tussen
heer Wouter Pieter Staesz. huys aen d'een sijde
ende Jorden, die barbers huys, aen d'ander sijde ende dat
hem hier of betaelt es den eersten penning metten
lesten, hier bij zoe geloefden hij haer dit voers.
huys ende erve te waeren ende te vrijen staende op
XVI zijnsgulden ende vijff stuivers 's jaers losrenten
als een vrij goet van allen some ende authalen
in oirconden desen brieve gegeven op ten VIen
novembers anno XVC XLIII. 
Wor, Cornelis Jansz (I23867)
 
2304 Wijldert s. van Jannes Hellendoorn en Hermtjen Willems Hellendoorn, Wieldert (I17796)
 
2305 Wildert Heldoorn j.m. van Zwolle en
Helena van Dokkum j.d. van Rossum wonende beide te Amsterdam
de proclamatien gaan mede te Amsterdam alwaar zijn ingeschreven
getrouwt den 25 juny 1719 
Gezin F223747111
 
2306 Willem Ariense Wor j.m. van Dordrecht
Catharina Scharx j.d. van Gorchum b.w. aldaer 
Gezin F223749298
 
2307 Willem Cornelissen j.g. van Ridderkerck
Sijtgen Dierickdr j.d. van Ridderkerck
dese gebot gegeven den 20 october bevesticht 
Gezin F1729
 
2308 Willem Cornelissen van Rhijn weduwenaer op de Zuythoorn
Hester Jans van der Bruyn weduwe van Maerten Jacobss Sprockenburch in't Oosteynde 
Gezin F223749036
 
2309 Willem Cornelissen van Rhijn, weduwenaer op de Zuythoorn, met Hester Jans van der Bruyn, weduwe van Maerten Jacobssen Sprockenbruch, woonende binnen Delft, sijn alhier ter kercke getrouwt volgens attestatie van den laesten Mey Gezin F223749036
 
2310 Willem Cornelisssen van Rijn huurt 3 morgen land in de Hooch Harnaspolder van Rhijn, Willem Cornelis (I23408)
 
2311 Willem Hoochlander backer weduenaer uyt 's Gravenhage wonende bij de Spuypoort met
Judith Adriaens van der Wor van Dordrecht weduwe van Abrham Toerlingh wonende aen het Marcktvelt 
Gezin F223749335
 
2312 Willem III van Aquitanië, bijg. Touwhoofd (omdat hij een wilde bos met haar had) of de Vrome, was een zoon van Ebalus van Aquitanië en diens eerste echtgenote Aremburgis. Hij werd graaf van Poitiers, als Willem I, in opvolging van zijn vader, en vanaf 935, hertog van Aquitanië, als Willem III.
In 935 volgde hij zijn vader op als graaf van Poitiers en eiste ook de titel van hertog van Aquitanië op. Die titel bleef echter in handen van de graaf van Toulouse. In 936 moest hij onder druk van Lodewijk IV van Frankrijk zelfs ook zijn bezittingen in Poitiers opgeven, ten gunste van Hugo de Grote. In jaren daarna vocht Willem voor Lodewijk tegen Hugo, onder andere in de verloren slag bij Laon. Toen in 942 een vrede werd bemiddeld tussen Lodewijk en Hugo, huldigde Willem Lodewijk als zijn koning en kreeg daarvoor Poitiers terug, en de functie van lekenabt van Saint-Hilaire-le-Grand.
In 950 kwam hij weer in aanvaring met de koning die Hugo had benoemd tot hertog van Aquitanië. Lodewijk en Hugo probeerden Aquitanië te veroveren maar werden door Willem verslagen. In 955 werd hij graaf van de Auvergne en van Limoges. Willem veroverde Vitry-sur-Loire op de graven van Anjou. Koning Lotharius en Hugo probeerden dat jaar Poitiers te veroveren wat mislukte, hoewel Willem wel in een veldslag werd verslagen. Na de dood van Hugo werd die opgevolgd door de minderjarige Hugo Capet. Die was niet in staat om de aanspraken op het hertogdom door te zetten, en doordat Willem zich verzoende met Lotharius ontstond een periode van rust. Vanaf 959 had Willem de titel van graaf van het hertogdom van Aquitanië, vanaf 962 was hij ook formeel hertog van Aquitanië na 962. In dat jaar deed hij afstand van zijn functie en werd monnik in de abdij Saint-Cyprien te Poitiers. Samen met zijn vrouw deed hij in 963 nog een schenking aan de abdij van Cluny. Willem is de oprichter van de hertogelijke bibliotheek in zijn paleis te Poitiers. Willem is begraven in de abdij van Saint-Cyprien.
[wikipedia] 
van Auqitanië, Willem III (I20664)
 
2313 Willem IV van Aquitanië, bijgenaamd Fierebras of Fierebrace ("IJzeren Arm") was hertog van Aquitanië, als Willem IV en graaf van Poitiers als Willem II.
Nadat zijn vader Willem III van Aquitanië in 963 afstand had gedaan van zijn functies volgde Willem hem op als hertog van Aquitanië, graaf van Poitiers en lekenabt van Saint Hilaire te Poitiers. Hij wist Godfried I van Anjou te verslaan die probeerde gebieden in de Poitou te veroveren. In 971 deed hij een schenking aan Saint-Jean te Angély voor het zielheil van zijn moeder.
Willem regeerde in een lange periode van voorspoed en vrede. Hij was een liefhebber van de jacht en had een groot aantal minnaressen. Zijn vrouw Emma van Blois weigerde dat te accepteren. Zij hadden grote ruzies, Emma nam wraak op Willems minaressen en verliet hem uiteindelijk in 976. Kort daarna kreeg Willem last van zijn gezondheid. Hij werd genezen door Madelmus, een Italiaanse geneesheer. Madelmus werd door Willem rijkelijk beloond en had enige tijd grote invloed op hem. Dat er verder weinig van Willem bekend is, heeft vermoedelijk een oorzaak in spanningen met de geestelijkheid door zijn privé-leven.
In 988 probeerde de nieuwe koning Hugo Capet Aquitanië op te eisen. Het hertogdom was door koning Lotharius van Frankrijk namelijk eens aan Hugo toegezegd. Willem wist Hugo echter te verslaan bij de Loire. Emma en Willem verzoenden zich, en als gevolg daarvan werden Willems minnaressen verbannen. Willem en Emma werden zeer religieus en deden een groot aantal schenkingen, waaronde de stichting van de abdij van Maillezais. Willem bleef weigeren om Hugo als koning te erkennen en noemde zichzelf soms koning van Aquitanië. In 991 verliet Emma Willem opnieuw. Willem deed in 993 afstand van zijn functies en ging wonen in de abdij van Saint Cyprien te Poitiers. Op zijn doodsbed werd hij monnik in de abdij van Saint Maixaint te Poitiers waar hij ook is begraven.
[wikipedia] 
van Aquitanien, Wilhelm IV (I20662)
 
2314 Willem Jansen weduwnaar van Aaltjen Belderink;
Jenneken Plasman weduwe van Berend Rottink 
Gezin F1871
 
2315 Willem Martenssen, hovenier j.g. van Leyden
woonende in de Tollbrughstraet tot een vostelmuerker
Barbara Cornelis Wor dr. j.d. van Dordrecht wonende in de Tolbrugstraet teghen den Vergulden Appel
procolamatie tot Leyden
getrouwt den 12. aprilis anno 1621 
Gezin F223749308
 
2316 Willem schrijft in 1826 een verhandeling over delen in het tijdschrijft "Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in de Vereenigde Nederlanden voor den jare ..., 1826 [volgno 9]"
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:42409:mpeg21:0022
 
van Aalderen, Willem (I11334)
 
2317 Willem sneuvelde in een veldslag tegen de Stadingers. [ook verm. in Tabula] Paus Clemens had hiertoe opgeroepen. Dit is onduidelijk want Paus Clemens II overleed in 1191. Van 1227 tot 1241 was Gregorius IX Paus.
De Stadingers waren voor zover ik dat kan nagaan Saksen. 
van Egmont, Willem I (I2355)
 
2318 Willem ten Ziethoff j.m. met Janna Vos j.d. beide alhier woonende Gezin F1887
 
2319 Willem ten Ziethoff wed. van Hanna Vos alhier woonende met Geertruyd Annink j.d. van Usselo Gezin F1882
 
2320 Willem vertok met vrouw en kinderen uit de gemeentenaar Jutphaas op 27-01-1928 Ambagtsheer, Willem (I2730)
 
2321 Willem was, samen met zijn broer Gerrit, vlasboer op de boerderij van hun ouders aan de Kerksingel te Ridderkerk. Ooms, Willem Dirksz (I4304)
 
2322 Willem werd opgevoed door zijn moeder, na de scheiding van zijn ouders. In 988 keerde hij terug naar de Poitou en deed in 992 een schenking aan de abdij van Saint Maixent. Toen zijn vader afstand deed in 993 werd Willem hertog van Aquitanië, graaf van de Poitou en leken-abt van de abdij van Saint Hilaire te Poitiers.
Willem was een gestudeerde en vrome vorst, die een vredelievende bestuur voerde en er naar streefde conflicten door diplomatie of juridisch op te lossen. Hij had een goede verstandhouding met keizer Hendrik II en wisselde geschenken met hem uit. Militair was hij echter niet succesvol. Hij moest een beroep doen op Robert II van Frankrijk om zijn vazal, graaf van La Marche Boso II te bedwingen, en dat mislukte ook nog. Hij werd verslagen door Fulco III van Anjou, en moest daardoor Loudun en Mirebeau moet opgeven. Ook de Vikingen versloegen hem in 1006. Ten slotte gaf hij Confolens, Ruffec en Chabanais af aan zijn vazal van Willem III van Angoulême.
Toen de Italiaanse adel in 1024-1025 onder leidng van Manfred II Olderik van Turijn in Frankrijk een koning zocht, kozen zij Hugo, de zoon van koning Robert. Maar door het verzet van Robert kon dit niet doorgaan en toen boden ze de kroon aan Willem aan. Willem trok naar Italië om het voorstel te bespreken, maar weigerde voor hem en zijn zoon vanwege van de ondoorzichtigheid van de Italiaanse politieke situatie. Er zijn zes brieven van Willem over dit onderwerp bewaard gebleven.
Willem ondersteunde de invoering van de Godsvrede. Hij voerde een actieve correspondentie met grote kerkleiders, wetenschappers en machthebbers. Willem stichtte een kathedraalschool in Poitiers, verzamelde manuscripten en stichtte een bibliotheek. Hij herbouwde de kathedraal van Poitiers. Willem stichtte de abdijen van Maillezais (1010) en Borgeuil. Ieder jaar maakte hij een pelgrimsreis naar Italië of Spanje. In 1029 trad Willem af en werd monnik in het klooster van Maillezais 
van Aquitanien und Poitou, Wilhelms (I20660)
 
2323 Willemtje Hermens grootmoeder, Hermen Joris, Jan Teunis van Noulant van Esch, Gijsbert (I16488)
 
2324 Wn. Adriana de Rover. Wd. Johan Ulrich Gruben. Gezin F1059
 
2325 Wollebrand Pieters Droogendijk weduwenaar van Marij van Dalen met
Bastiaentge Leenderts Steenhoek j. van de Westmaes
30 september alhier getrout 
Gezin F223749107
 
2326 Wollebrandt Pieterss Drogendijk j.m. ... Abbenbroek
Marijtgen van Dalen j.d.
daar getrouwt in Abbenbroek 
Gezin F562
 
2327 Wonende op de Bootersloot Ambagsheer, Pietertie (I3198)
 
2328 Wonende te Hoogeveen
het schip " de Hoop ". 
Veldman, Jentje (I12012)
 
2329 Woonde in 1812 in de Waterstraat 134 1e wijk
Reg van Alle huizen, 1812 blz 68-69

genoemd in testamenten blz 203 21 dec 1774 
van Aalderen, Assuerus (I12284)
 
2330 Woonde in Barendrecht 1588 Lijntje (I19793)
 
2331 Woonde in Rotterdam op een woonschip later in Gorinchem op schip genaamd "Anna" ligplaats in kanaal van Stenenhoek vanaf 30 mei 1941 tot emmigratie naar Indonesië
Getrouwd geweest met Anna Sofia Tingberg geboren te Gjerpen/Noorwegen.
Dit echtpaar is op 23 juni 1948 gescheiden te Dordrecht.

Immigratie record van Australië vermeldt dat Willem gescheiden is (in 1949) en vloeiend is in Noors.
Vermeldt ook dat Willem van 1 aug 1948 tot 16 april 1950 in Dutch Borneo verbleef als duiker/lasser voor Shell. 
Ambachtsheer, Willem (I15870)
 
2332 Woonde in het stoomgemaal van Aartswoud Gezin F223745628
 
2333 Woonde met zijn vrouw van 13 mei 1930 tot 5 maart 1931 op de Humboletplein 6 (adres moeilijk te lezen kan dus fout zijn) te Eindhoven daarna verhuist naar J.S. Bachstraat 30 te Utrecht Ambagtsheer, Willem (I10897)
 
2334 Woonde op Jerusalemstraat 13b waar vier dagen voor zijn overlijden zijn schoonouders ook zijn ingeschreven.  van der Graaf, Aalbert (I1041)
 
2335 Woonde te Barendrecht. Was in 1636 armmeester te Barendrecht Cornelis Goossens (I19749)
 
2336 Woonde te Heerjansdam 1622. Schepen en heemraad van Heerjansdam 1646. Leenheer, Willem Cornelisz (I5938)
 
2337 Woonde ten tijde van het huwelijk in de Nieuwstraat van Alderen, Aleida (I12888)
 
2338 Woonde ten tijde van overlijden van zijn vader in Nederlands Indie. Tegenwoordig adres in Soest van Aalderen, Hubert (I12515)
 
2339 Woont in 1795 in Dullaart met zijn vrouw Jean Schouwink (volkstelling Napoleon) Pieter Baart (I16175)
 
2340 Woont in 1811 te Kattendijke sinds 1810 met 4 kinderen en Livinus Wulfers en kwam uit Kruiningen Dravik, Pieternella (I4386)
 
2341 Woont in 1829 samen met haar moeder en halfzus Femia op de Huizen 523 (volkstelling Hoogeveen 1829; Historische Kring Hoogeveen) Dingsté, Aleida Johanna (I16960)
 
2342 Woont in 1860 in de Harensteeg nr 36 met haar zoon Adrianus en haar dochter Katharina. Haar zoon Marijn Borger woont met zijn gezin op nr 33. Overbroek, Willemina (I86)
 
2343 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I19564)
 
2344 Wordt 1548 beleend na overdracht door Pieter Waddensz. met een stuk van de droge dijk (5 a 6 geniet weiland) te Hoogvliet tegenover het Schiedamseveer, genaamd Kbuderihoven. Zijn zoon Comelis wordt beleend in 1565 bij dode van zijn vader, hulde doet zijn (half- ?) broer Evert ïhonisz. In 1551 wordt vermeld het huis van Commer Beijensz. aan de Lombardsedijk.
OV 1977 blz. 359: Op zijn weduwe, Maritge, rusten 2 losrenten.
OV 1987 blz. 80: Maritge Comers in 1589 vermeld als belender te Hoogvliet 
Commer Beijensz (I4899)
 
2345 Wordt als eigenaar van "De Gulden Leeuw",staande aan de Kipsloot, na arbitrage verplicht een goot te timmeren in zijn kelder ten einde het naast gelegen huis De Gulden Stier,staande aan de Huybrugge, te laten uitwateren op de Kipsloot. De uitwatering werd verhinderd na een verbouwing aan het naastgelegenhuis van Boudewijn Muylwijck. Gilsemans, Abraham (I23840)
 
2346 Wordt genoemt samen met haar oom Claes Pieters de Rij in de boedelscheiding van de erfenis van Ariaantje van Seghwaart haar grootmoeder (16 oktober 1699; Archief Gouda akten van notaris Bontebal)

Wordt ook genoemt in het testament van haar oom Claes Pieters de Rij van 10 mei 1716. Hierin wordt ook Aagje Maartens Ambagtsman genoemd als zijn dienstmaagd. (Archief Gouda akten van notaris Michel Bontebal) 
van Alphen, Catharina Claes (I5475)
 
2347 Wordt in 1746 72 jaar oud bedeelt door de diaconie van de Nederlandse Hervormde gemeente te Utrecht van der Wouden, Elisabeth (I23495)
 
2348 Wordt in Utrechts Dagblad van 5 jan 1938 genoemd op een passagierslijst naar Indonesië

Zat in WWII in een japans internerings kamp. Zijn vrouw woonde in Malang op Java
( zie http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/gahetnascan/eadid/2.10.50.03/inventarisnr/417/scan-index/366 ) 
Ambagtsheer, Jean Martin (I2741)
 
2349 Wortel, vermeld 1295-1301 van Gymnich, Sophia (I20370)
 
2350 Wouter Jans Orber ende LIjsbet van Dam sijne huisvrouw woonende tot Amer hebben haren soon laten doopen ende is ten uth. Jan genaemt Amer Orber, Jan Wouters (I23635)
 

      «Vorige «1 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 ... 106» Volgende»