Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen
Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Stamboom:  

Treffers 1,851 t/m 1,900 van 5,248

      «Vorige «1 ... 34 35 36 37 38 39 40 41 42 ... 105» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1851 NG bruid voormalige woonplaats Uffelte Gezin F193
 
1852 NL2000:15,16;NL 1954:114-115, 173 gen.IV, 1970:162, 1971:73-79, 1983:197;OV 2003:277-279, 293, 296-299 van Virneburg, Kunigunde (I17763)
 
1853 Na de dood van haar man en bijna al haar mannelijke familieleden, tijdens een mislukte staatsgreep in 662, was Begga erfgemame van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Als weduwe maakt Begga een pelgrimstocht naar Rome en doet daar de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten. Pas als haar zoon Pepijn in 691 zijn politieke positie en zijn bezit veilig heeft gesteld, sticht zij een klooster in Andenne sur Meuse, bevolkt het met nonnen uit Nijvel en werd er de eerste abdis. Begga stierf er waarschijnlijk op 17 december 693.
De heilige Begga is de patrones van de begijnen, stotteraars en botbreuken en wordt ingeroepen tegen reuma. Het Walcherse dorpje Biggekerke is waarschijnlijk naar haar vernoemd.
Begga heeft niets met de begijnen van doen (begijnen kregen hun naam pas zo'n 600 jaar later), maar wordt vanwege de naamsovereenkomst toch vaak als begijn met kap en gevouwen handen voorgesteld.
Een relikwie van Begga wordt bewaard in de Sint-Amanduskerk te Wezeren in Vlaams-Brabant.
[wikipedia] 
Begga (I20279)
 
1854 Na de dood van haar zus Bastiaantje trekt Clasina in om voor de kinderen te zorgen. Ze kreeg van Cornelis een zoon Arie die voor het huwelijk geboren is en daarom de naam van zijn moeder draagt. Later is ze alsnog met Cornelis getrouwd maar Arie is altijd de naam van zijn moeder blijven houden. Ambachtsheer, Clasina (I2791)
 
1855 Na de dood van zijn vader Boudewijn II erfde Arnulf het grootste (noordelijke) deel van het graafschap, zijn broer Adalolf erfde het zuidelijke deel. Arnulf vocht in 923 aan de kant van Karel de Eenvoudige in de slag bij Soissons. In 924 veroverde hij samen met zijn broer Adalolf en Herbert II van Vermandois de stad Eu (Seine-Maritime) op de Vikingen. Arnulf versloeg de Vikingen nog een keer in 926 maar gaf in 928 het graafschap Guînes in leen aan de Deen Siegfried en gaf hem later zijn dochter tot vrouw.
Vanaf 930 kwam het tot een krachtmeting met Herbert II van Vermandois. Om diens expansie te beteugelen veroverde Arnulf in 931 Dowaai en Mortagne-du-Nord. In 932 verwierf Arnulf het graafschap Artois en versterkte de abdij van Sint-Vaast. Na het overlijden van zijn broer in 933 eigende hij zich diens graafschappen van Thérouanne en Boulogne toe, met voorbijgaan aan de rechten van zijn minderjarige neefjes. Hij adopteerde wel Adalolfs onechte zoon Boudewijn. In 934 kwam het tot een vrede met Herbert en trouwde Arnulf in 934 met Herberts dochter Adelheid. Dit bezegelde niet alleen een vrede maar ook een bondgenootschap tegen Hugo de Grote.
Na de vrede met Herbert kon Arnulf zich richten op de Vikingen uit Normandië. In 939 veroverde hij de stad Montreuil (Pas-de-Calais) op Herluinus II van Ponthieu om de invallen van de Normandiërs tegen te gaan maar de Normandische troepen wisten de stad snel te heroveren. In 942 nodigde Arnulf graaf Willem I van Normandië uit voor een bespreking te Picquigny om de kwestie Montreuil te regelen. Daar aangekomen werd Willem echter door mannen van Arnulf vermoord. In 949 kreeg Arnulf Montreuil definitief in handen. Vervolgens bracht Arnulf een bondgenootschap tot stand met Lodewijk IV van Frankrijk en Otto I de Grote, tegen Normandië. De coalitie belegerde Rennes maar de jeugdige Normandische graaf Richard wist het bondgenootschap uiteen te spelen, en Arnulf trok zich terug naar Vlaanderen. Uit wraak plunderde het leger van Otto Vlaanderen en liet die een kasteel bouwen in Gent, waar hij een burggraaf plaatste. Na de verzoening tussen Arnulf en Otto kreeg Arnulf het kasteel in handen en liet hij de burggraaf met een van zijn dochters trouwen. Arnulf verwierf nadien ook Amiens, Oosterbant en werd lekenabt van de abdij van Sint-Bertinus in Saint-Omer.
Om zijn grenzen te verzekeren huwde Arnulf al zijn dochters uit aan zijn Lotharingse buren en hoge Duitse adel. Politiek koos hij steeds positie tegen de graven van Normandië en de hertogen van de Franken. Hij voerde kloosterhervormingen door met hulp van Gerardus van Brogne en regeerde vooral met hulp van de geestelijkheid, en zoveel mogelijk zonder vazallen.
In 958 benoemde Arnulf zijn zoon Boudewijn tot medegraaf en ging hij feitelijk met pensioen (ongeveer 70 jaar oud). Nadat Boudewijn in 962 op jonge leeftijd overleed, kwamen de zoons van Adalolf in opstand en herwonnen de graafschappen van hun vader. Arnulf sloot toen een overeenkomst met koning Lotharius van Frankrijk: In ruil voor al zijn veroveringen zou Lotharius de opvolging van zijn jonge kleinzoon in het oorspronkelijke graafschap garanderen. Arnulf steunde nog de bisschop van Kamerijk tegen zijn opstandige stedelingen en kreeg in ruil daarvoor de kerkelijke bezittingen bij Lambres. Volgens een overlevering zou Arnulf zijn vermoord door een nakomeling van Herluinus II van Ponthieu.
Arnulf stichtte de kerk van Torhout, het Sint-Donatianus kapittel te Brugge, de Sint-Janskapel te Gent en herbouwde de abdij van Saint-Amand. Arnulf is begraven in de Sint-Pietersabdij (Gent).
[wikipedia] 
van Vlaanderen, Arnulf I (I20962)
 
1856 Na de dood van zijn vader Udo van de Wetterau in 949 werd Herbert graaf van de Kinziggau, de Engersgouw, en de Wetterau. Ook erfde hij de burcht Gleiberg, hoog op een basaltrots in het huidige Gießen (district). In 976 kreeg Herbert de grafelijke rechten voor de Gleiberg en omgeving: het graafschap Gleiberg. Herbert verwierf ook de titel van paltsgraaf. In 981 volgde hij keizer Otto II naar Italië en nam in 982 deel aan de rampzalig verlopen slag van Crotone tegen de Saracenen.
[wikipedia] 
van de Wetterau, Herbert (I20616)
 
1857 Na de dood van zijn vader volgde hij hem op als graaf van de Maasgouw. Ook erfde hij grote bezittingen in Wallonië en langs de Maas. In 886 nam hij deel aan de gevechten tegen de Vikingen tijdens het beleg van Parijs. Hij steunde de zaak van Karel de Eenvoudige tegen Odo I van Frankrijk. In 895 steunde Reinier de benoeming van Zwentibold tot koning van Lotharingen. Reinier werd een belangrijke adviseur van Zwentibold en die beloonde hem in 897 met de benoeming tot lekenabt van St. Servaes in Maastricht en de abdij van Echternach. Zwentibold kwam echter al snel in conflict met de edelen en ontsloeg in 898 Reinier als zijn raadgever. Reinier vroeg toen aan Karel de Eenvoudige om koning te worden van Lotharingen. Als straf daarvoor wilde Zwentibold alle titels en bezittingen van Reinier afnemen maar die weigerde ze op te geven. Reinier verschanste zich met medestanders bij "Durfos" aan de Maas (het is niet bekend welke plaats dat is) en kon een aanval van het leger van Zwentibold afslaan. In 900 werd Zwentibold gedood in een veldslag tegen opstandige edelen en werd als koning van Lotharingen opgevolgd door Lodewijk het Kind. Lodewijk benoemde in 903 Gebhard tot hertog van Lotharingen. Reinier werd in 900 wel benoemd tot lekenabt van de abdij van Stavelot-Malmedy en kreeg ook in 908 formeel de titel van graaf van Henegouwen terug. Toen Gebhard in 910 sneuvelde tegen de Hongaren werd zijn positie waargenomen door Reinier.
Na de dood van Lodewijk het Kind in 910 weigerde de adel van Lotharingen, onder leiding van Reinier, zijn opvolger Koenraad I van Frankenland trouw te zweren maar erkende Karel de Eenvoudige als koning. Karel gaf Reinier als beloning de functie van lekenabt van de Rijksabdij Sankt Maximin te Trier. Zo had Reinier gaandeweg als graaf, lekenabt en als grootgrondbezitter, uitgestrekte gebieden in en rond het huidige Zuid-België en Luxemburg onder controle gekregen. Hij kreeg de titel marchio van Karel in 915. Formeel was dat een benoeming tot markgraaf maar in de praktijk waren de rechten en bevoegdheden dezelfde als die van een hertog. Reinier was onbetwist de militaire leider van het gebied onder Karel. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Giselbert II, maar hun dynastie slaagde er niet in om een hegemonie in Lotharingen te vestigen zoals de Liudolfingen in Saksen en de Liutpoldingen in Beieren.
[wikipedia] 
van Henegouwen, Reinier I (I20719)
 
1858 Na de koop van een huis in de Kerkstraat op 19-2-1675 woonde Cornelis Krijger te Goedereede. Hij was eigenaar van 5 gem. 200 rd in Nieuw Westerloo, geërfd van Daniel Jans Klimmer en verkocht op 25-10-1675, samen met Israël Klimmer van 5 gem. 200 rd in Nieuw Westerloo, geërfd van hun moeder Klara Krijns en verkocht op 4-12-1674, van 3 gem. 75 rd in Nieuweroord in Oude Nieuwland, verkocht in 1675, van 3 gem. in Oude Nieuwland, in 1662 verpacht aan Cornelis Roon en in 1673 verkocht76, van 4 stukken land in Westnieuwland, samen groot 19 gem., verkocht in 1674 van 10 gem. in het Oudeland, waarvan 2 gem. verkocht in 1676, 3 gem. in 1677 en 5 gem. door zijn kinderen in 1687. In 1680 wordt zijn nalatenschap, groot ƒ 2077.19.0, onder de kinderen verdeeld. Krijger, Cornelis Jobse (I21986)
 
1859 Na de moord op haar ouders vond Clothilde bescherming bij haar oom Godigisel in Genève. Zij huwt daarna de Frankische koning Clovis I (zijn tweede huwelijk), op voorwaarde dat die haar christelijk geloof respecteert. Het lukt haar niet om hem te bekeren maar ze mag wel haar kinderen laten dopen. Als hun oudste zoon sterft na zijn doopsel en de tweede zoon zwaar ziek wordt na zijn doopsel, wijt Clovis dat aan de god van zijn vrouw. Wanneer uiteindelijk de tweede zoon geneest en Clovis een veldslag tegen de Alemannen wint, laat Clovis zich op kerstdag 498 in Reims dopen door Remigius. De juistheid van deze datum is discutabel, ook 497, 498, 499, 507 en 508 worden als mogelijkheid genoemd.
Na de dood van Clovis in 511, reist Clothilde het land door en sticht alom kloosters. In 523 zet ze haar zoons aan tot een veldtocht tegen Bourgondië. Als haar zoon Chlodomer daarbij in 524 sneuvelt, probeert ze uit alle macht het leven en het erfdeel van zijn jonge kinderen te beschermen tegen hun ooms. Door een list weten Childebert I en Chlotharius I twee van de drie jongens in handen te krijgen. Zij zenden een bode aan hun moeder met een zwaard (de dood) en een schaar (afknippen van de haren en intrede in een klooster), en de vraag om daaruit te kiezen. In haar woede antwoordt Clothilde dat ze dan liever ziet dat de jongens sterven. Als de bode met dit antwoord terugkeert, worden de jongens inderdaad door hun ooms gedood. De derde jongen weet te vluchten, ziet af van zijn rechten en treedt in een klooster. Hierna sticht Clothilde een vrouwenklooster in Tours dat is gewijd aan Petrus, en trekt zich daarin terug.
Clothildis werd heilig verklaard door paus Pelagius II en is de patroonheilige van de vrouwen, de lammen en de notarissen. Zij wordt aanroepen tegen koorts, kinderziekten en de plotse dood en voor de bekering van de echtgenoten. Haar feestdag is op 3 juni.
[wikipedia] 
Clothilde (I20788)
 
1860 Na de vroege dood van haar man in 1122 voerde zij het regentschap voor haar zoon, graaf Dirk VI. Petronella steunde haar halfbroer in zijn poging om keizer te worden en werd toen dat was gelukt beloond met het Rijnland (gouw), dat daarvoor al door Holland van Utrecht was geleend. Petronella probeerde om haar tweede zoon Floris tot erfgenaam van Vlaanderen te laten benoemen, maar dat mislukte. Petronella vond dat Dirk niet voldoende kwaliteit had om graaf te worden en ze weigerde haar functie op te geven toen hij meerderjarig werd. Dat deed ze pas toen haar tweede zoon Floris meerderjarig werd. Ze moedigde hem aan om de macht te grijpen ten koste van Dirk, maar dat mislukte.
Petronella benoemde haar kapelaan tot abt van Egmond, tegen de wens van de monniken, en was gedwongen hem terug te roepen toen hij volledig onbekwaam bleek. In 1133 stichtte zij de abdij van Rijnsburg. Haar dochter Hedwig werd hier non. Petronilla werd in de abdij, voor het koor van de grafelijke kapel begraven. Haar restanten werd in 1949 gevonden bij de opgraving van de kapel. Forensisch onderzoek toonde onder ander aan dat de gravin een grote en grof gebouwde vrouw geweest moet zijn.
[wikipedia] 
van Saksen, Petronilla (I20926)
 
1861 Na het overlijden van Gerardus is Catharina met haar 5 kinderen op 21 februari 1911 verhuist naar Den Haag naar de van Ravesteijnstraat 299. Op 18 okt 1930 is zij verhuist naar Loosduinen. Haar broer Jacobus woonde toen in Scheveningen en is een paar maanden later naar Den Haag gekomen Hubregtse, Catharina (I46)
 
1862 Na het overlijden van de moeder valt dit gezin binnen een jaar volledig uit elkaar.
op 17/2/1922 vertrekken Gerarda en Cornelia uit het gezin. Ze worden opgenomen in Gest 9/266
Johannes vertrekt op 18/4/1923 en gaat bij ene Johannes ...Vall...inwonen
Maria gaat op 21/8/1922 naar neef Dirk Ambagtsheer (een broer van haar vader) en zijn vrouw J C Dupuy. Daar woont ze enkele jaren en gaat in 13/7/1928 naar het weeshuis "De Voorzienigheid" in Steenwijkerwold.
Haar zus Adriana gaat daar al eerder heen op 15/5/1922
Johannes vertrekt op 18/4/1923 en gaat bij ene Johannes ...Vall...inwonen
Tot slot wordt vader op 25/2/1925 wordt opgenomen in Gest 18/7 
Ambagtsheer, Hubertus (I5362)
 
1863 Na het overlijden van haar broer Hendrik erfde zij Zutphen. Haar zoon Hendrik was de eerste die zowel graaf van Zutphen als van Gelre was. Sindsdien vormt het graafschap Zutphen een deel van het hertogdom Gelre.
[wikipedia] 
van Zutphen, Ermgard (I20310)
 
1864 Na het overlijden van haar moeder grootgebracht in het gezin van haar oom Albertus Johannes en Griet Stegemans van Aalderen, Geertruida Jozepha (I13427)
 
1865 Na het overlijden van zijn vader Adalbert van Ivrea in 923/924, werd Berengar een van de machtigste edelen in het noorden van Italië. Hij was graaf van Milaan en markgraaf van Ivrea, Piemonte en Lombardijen. Hij was een belangrijke vazal van koning Hugo van Arles en trouwde met diens nicht Willa (912 - na 966). In 926 vocht hij voor Hugo tegen Rudolf II van Bourgondië toen die tevergeefs probeerde om voor de tweede keer koning van Italië te worden. Tot 945 bleef het relatief rustig in Italië. In dat jaar vertrouwde Hugo (die tegen die tijd overal samenzweringen vreesde) de machtspositie van Berengar en zijn broer Anskar (hertog van Spoleto) niet meer. Hugo liet Anskar vermoorden en nodigde Berengar uit aan het hof, met het doel om hem de ogen uit te steken. Hugo's zoon Lotharius waarschuwde Berengar die naar Duitsland kon vluchten. Met toestemming van Otto I verzamelde hij een leger in Zwaben. Daarmee keerde Berengar terug naar Italië en versloeg Hugo. Lotharius werd tot koning gekroond maar Berengar werd de sterke man achter de troon.
In 950 overleed Lotharius en Berengar liet zichzelf op 15 december te Pavia tot koning kronen, zijn zoon Adalbert werd tot medekoning gekroond. Berengar en Willa wilden dat Lotharius' weduwe Adelheid (heilige) met Adalbert zou trouwen maar zij weigerde dat, en werd gevangengezet in Garda. Zij wist te ontsnappen en vroeg koning Otto I om hulp, en trouwde uiteindelijk met hem. Dit was de aanleiding voor Otto I om Italië binnen te vallen en zich de Italiaanse troon toe te eigenen, zonder de gebruikelijke koningsverkiezing. Berengar vluchtte naar San Marino maar ging later in op onderhandelingen. Op 7 augustus 952 erkende Berengar te Augsburg het gezag van Otto, en nam genoegen met de positie van onderkoning van Italië. Friuli en het strategische markgraafschap Verona bleven echter onder Duitse controle.
Toen Otto's oudste zoon Liudolf van Zwaben tegen zijn vader in opstand kwam, gaf dit Berengar de gelegenheid om Verona en Friuli weer te bezetten. In 957 verzoenden Liudolf en Otto zich weer en Liudolf trok naar Italië om orde op zaken te stellen. Berengar werd gevangengenomen maar omdat Liudolf korte tijd later overleed, werd Berengar weer vrijgelaten en kon hij zijn positie hernemen. Toen Berengars zoon Wido in 959 Spoleto veroverde voelde de paus zich zo in het nauw gebracht dat hij, samen met enkele edelen, Otto vroeg om in te grijpen. In 961 trok Otto naar Italië en kon Berengar eenvoudig verdrijven omdat die door zijn troepen in de steek werd gelaten. Berengar en Willa zochten hun toevlucht in de vesting San Leone, bij Urbino, in de Kerkelijke Staat. Otto liet deze situatie voortduren tot 963 en toen zette hij de paus af en nam Berengar en Willa gevangen. Berengar werd verbannen naar Bamberg en werd na zijn overlijden met koninklijke eer begraven in Regensburg.
[wikipedia] 
van Italië, Berengarius (I20683)
 
1866 Naam niet vermeld in doopregister doop kan dus ook verwisseld zijn met Jan Josijne Sijberts (I23880)
 
1867 Naam niet vermeld in doopregister doop kan dus ook verwisseld zijn met Josijne Wor, Jan Sijberts (I23876)
 
1868 Naar gedane belijdenis tot de gemeenschap onder Kerke aangenomen Wilmtje Pieters van der Brugge Verbrugge, Willempje Pietersdr (I4185)
 
1869 Naast markgraaf van de Beierse Nordgau was Berthold ook graaf van de Radenzgau, aan de Naab, Volkfeld, Ammerthal en Cham. Daarmee beheerste hij het noordelijke deel van Beieren en de Beierse grens met Bohemen en heeft daardoor meerdere malen met Bohemen en de Hongaren moeten vechten. Berthold hield hof te Regensburg.
In 941 kreeg hij van koning Otto de opdracht om de opstandige graaf Lothar II van Walbeck gevangen te houden. Blijkbaar kregen Berthold en Lodewijk een uitstekende verstandhouding want later zou Berthold met Lothars dochter Heliksuinda (ook Eilika) trouwen. In 964 werd Berthold verantwoordelijk voor de bewaking van de voormalige koning Berengar van Italië en zijn vrouw Willa, in hun ballingsoord Bamberg. In 974 voorkwam hij een opstand van Hendrik II van Beieren (hertog) wat er twee jaar later nog toe leidde dat ze onderling een korte oorlog uitvochten. De status van Berthold wordt nog onderstreept doordat hij koning Otto II op 13 augustus 978 publiek berispte op een rijksdag, omdat Otto een graaf Gero had laten onthoofden ondanks dat die in een tweegevecht (weliswaar door geluk) zijn tegenstander had gedood en daarmee volgens het gewoonterecht zijn onschuld had bewezen. Berthold overleed aan een ziekte en deed op zijn sterfbed nog een schenking aan het klooster van Sankt Emmeran in Regensburg.
De afkomst van Berthold is niet gedocumenteerd. De meest gehoorde theorie is dat hij een zoon of neef zou zijn van Arnulf I van Beieren.
[wikipedia] 
van Schweinfurt, Berthold (I20867)
 
1870 Nb d 15 sept 1727 is mijn dogter Magdalena geboren en de 21 gedoopt van Eck, Magdalena (I22898)
 
1871 Neder-Lotharingen (Brabant) 1142-01-13, doet afstand 1183, voogd van Tongerlo van Brabant, Godfried III (I20353)
 
1872 Neeltge Gillis j. dr. getrout sijnde in october 1653 met eenen Pieter Bouwens vertreckt na Abbenbroeckt ende ...
kerkelijck attestatie gedateert 16 december 1653 
Neeltje Gillis (I22439)
 
1873 Neeltje Willemsdr is uitvoering beschreven in OV 2011 blz 158. Haar familienaam van Gaesbeeck wordt hier in twijfel getrokken. Neeltje Willemsdr behoorde wel tot de rijkste in het gebied rond Rhoon. Zij werd in 1633 in de dubbelle 1000e penning aangeslagen voor een vermogen van 36000 pond. van Gaasbeek, Neeltje Willems (I625)
 
1874 Neeltjie Knelis Verschoor Nieuwenhof, Knelia (I3188)
 
1875 Niet zeker of waegenmaecker als familienaam werd gebruikt of alleen een aanduiding van zijn beroep is geweest. (Waegenmaecker), Anthonis Cornelis (I23997)
 
1876 Ninove en Rumpst, vermeld 1230-48 van Grimbergen, Adelize (=Alix/Aleidis) (I6305)
 
1877 No. 31 De kinderen van Jan Stoffelse Groote verkopen vee, voertuigen en gereedschap. 23 april 1671. de Groote, Jan Stoffels (I1233)
 
1878 Not. Arch. Delft 2143, 309, d.d. 30-8-1668: Testament van Cornelis Arents Groenheyde en Neeltgen
Alders van der Klerck, echte man en vrouw, bouwluiden, won. Hasersoude. Langstlevende is universeel
erfgenaam. De kinderen krijgen gezamenlijk 300 gld bij bereiken van de meerderjarigheid. Langstlevende
voogd is voogd met macht van assumtie.
Not. Arch. Delft 2266, f. 168, d.d. 10-12-1680: Testament van Huijbrecht Cornelis Huijsman, bouwman,
en Neeltge Alders van dr. Clercq, echteluijden, won. aan de Noordpoort buiten deze stad onder ‘t Hof van
Delft. De testateur benoemt tot zijn erfgenaam zijn vrouw, Neeltge Alders van dr. Clercq. De testatrice
benoemt tot haar erfgenamen, haar kinderen alleen in de legitieme portie, haar man voor een kindsgedeelte
en voor de rest de Armen van Charitate van Delft. Maar, indien de voogden van haar minderjarige
kinderen binnen zes weken na haar overlijden een Staat en Inventaris laten opmaken, dan krijgen haar
voor- en nakinderen in plaats van de legitimie portie een bedrag van 200 gulden bij het bereiken van de
meerderjarigheid.
Voogden over hun gezamenlijke kinderen: de langstlevende. Voogden over haar voorkinderen: Willem
Crijns van Leeuwen en Arij Cornelis Jongeneel, haar zwagers.
O.R.A. Zegwaard 60, f. loSv, d.d. 8-5-1682: Transportacte van een huis in Zegwaard door de
erfgenamen van wijlen Claesgien Jansdr. Berckel, wede. v. Leendert Sijmons de Haes, o.a. Huijbert Corn.
Huijsman, als getrouwd met Neeltie Alderts van dr. Clerck.
O.R.A. Hof van Delft 1892 IX, litt k’’’, f. 24v, d.d. 14-2-1697: Neeltge Alders van der Klerck, wede. v.
Huijbrecht Huijsman, geeft gifte aan Wouter Bosschaert van 300 roeden onvrij hofland in ‘t Hoefslag van
Voordijckshoom.
Not. Arch. Zevenhuizen 8929, acte 47, d.d. 5-3-1699: Quitantie door de erfgenamen van wijlen Marija
Alderts Huijsman, huisvrouw van Michiel Dircxe Levelangh, o.a. haar halfzuster Neeltjen Alderts, won.
onder de jurisdictie van Delft.  
van der Klerck, Neeltje Alders (I23428)
 
1879 November 1745 10 dito
Sr. Dirck Wor in de Voorstraat bij de Vismart met twee coetsen boven't getal laat een soon na 
Wor, Dirck (I24424)
 
1880 November 26 sterft het kint van Mr. Tij-Jan sijn eerstgebooren bij Anneken van Welfelt. ten Thij, Jenneken (I5055)
 
1881 Nr. 64 folio 60 d.d. 07-03-1705.
Op 27-04-1684 compareerden voor notaris Roelant van Edenburg te Delft: Arij Jansz.
Dockum, bouman en Neeltje Mees Leeuwerschilt wonende Vlaardinger-ambacht. Zij sluiten
de weeskamer uit en stellen als voogden aan: Jacob Jansz. Dockum en Ridder Jans Dockum
zijn broeders en Mees Jans Leeuwerschilt en Jan Meese Leeuwerschut haar vader en broeder.
Het testament is gevisiteerd en in orde bevonden.
[WA Vlaardinger-Ambacht; inv 1-7 bewerkt door M.A. Struijs en Anthonius van der Tuijn] 
Dockum, Jacob Jansz (I21384)
 
1882 ONA Rtd. 413/230 - 27-10-1666:
Abraham Danielsz. Climmer v.h.z. en verv. Jan Jobsz. Roos als in huw. hebb. Cornelia Daniels Climmer, Adriaen Cornelisz. Bogertman als in huw.hebb. Barbertie Daniels Klimmer t.e.z. Klaertje Krijns wed. van za. Daniel Jansz. Glimmer, Cornelis Jobsz. Crijger als in huw.hebb. Aechie Daniels Climmer, en IJsrael Danielsz. Klimmer, meerderj. nazoon van vsz. Daniel Jansz. Climrner, overleden tot Goedereede, ter tweede zijde, en de weduwe en nakinderen t.a.z., welke laatsten zullen uitreiken aan de 4 voorkinderen 100 gld. elk en nog 100 gld. aan Daniel Jansz. Roos, zoon van vsz. Jan Jobsz. Roos, alsmede 1/3 deel van 800 roeden land in Kralingen. 
Klimmer, Daniel Jansz (I23904)
 
1883 ORA H'berg, inv. nr. 1823, fol. 196 IIv. 27-12-1646 Comp Willem Coenen(?) gehuwd met Neeltge Engelbrechts, Cornelis Cornelisz jonge Tasch gehuwd met Willemtge Engelbrechts en beiden nog als voogden, mitsgaders Pieter Maertensz Ambachtsheer als vader van het nagelaten weeskind van Annetge Engebrechts, Cornelis Claes Wittenz gehuwd met Liedewij Ariens, Arien Ariensz en Willem Ariensz, mitsgaders Grietge Ariens, alle drie voor zichzelf, en de voornoemde Pieter Maertensz Ambachtsheer en Cornelis Cornelisz Tasch als voogden van Pieter Ariensz, Neeltge Ariens, Leentge Ariens, en Engebrecht Ariensz, tezamen kinderen van Pleuntge Engebrechts, geprocreëerd bij Arie Ariensz. Arien Claesz en Lambert Claesz, beiden voor zichzelf, Pieter Jacobsz Olijman gehuwd met Annetge Claesse, en deze drie in de naam van Allert Claesz, tezamen kinderen van zaliger Maritge Engebrechts, geprocreëerd bij Claes Allertsz, allen tezamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van zaliger Leentge Lamberts, die weduwe was van wijlen Engebrecht Willemsz, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1823, fol. 198. 28-12-1646 Comp Allert Claesz, Arien Claesz en Lambert Claesz, alle drie voor zichzelf, en Jacobsz Olijman gehuwd met Annetje Claesse, tezamen kinderen van zaliger Maritge Engebrechts, en medeerfgenamen van zaliger Leentge Lambrechts, die weduwe was van wijlen Engebrecht Willemsz en hebben verkaveld. 
Leentge Lambrechts (I11042)
 
1884 ORA H'berg, inv. nr. 1823, fol. 5v. 05-03-1634 Comp Cornelis Pietersz Stolk, Simon Pietersz Stolk en Maerten Pietersz Stolk voor zichzelf, Arien Ariensz Schouten gehuwd met Jannetje Pieters Stolk en Trijntje Pieters Stolk, elk voor zichzelf, geassisteerd met Dirk Pietersz Kater, hun gekozen voogd en Cornelis Cornelisz Cleijwegh als vader en voogd van Maritge Cornelisse, nagelaten dochter van Maritge Pieters Stolk, zijn huisvrouw zaliger, allen erfgenamen van Pieter Cornelisz Stolk, hun overleden vader zaliger en Commertje Cornelisse, hun overleden moeder, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1823, fol. in marge 118. 20-06-1640 Comp Cornelis Pietersz Stolk, Simon Pietersz Stolk, elk voor zichzelf, Arien Ariensz Schouten gehuwd met Jannetje Pieters en Cornelis Pietersz voornoemd als oom en voogd in deze van Maritge Cornelisse, nagelaten dochter van Maritge Pieters, ter eenre en Maerten Pietersz Stolk voor zichzelf en in de naam van Neeltje Pieters ter andere zijde en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 2054, nr. (0130) 10-01-1664
Comp Pieter Cornelisz Stolk voor zichzelf en in de naam van Pietertje Cornelisse, zijn zuster, Gerrit Cornelisz Stolk en Arien Cornelisz Stolk, kinderen van Cornelis Pietersz Stolk. Arien Simonsz Stolk, jonge Cornelis Simonsz Stolk, Claes Cornelisz van der Willich als geordonneerd voogd over Maritge Simons, innocente persoon, Jan Simonsz Stolk en tezamen in de naam van Pieter Simons Stolk, ouwe Cornelis Simonsz Stolk en Trijntje Simons, kinderen van Simon Pietersz Stolk. Lenert Jansz van der Pols gehuwd met Maritge Cornelisse, nagelaten dochter van Maritge Pieters Stolk, Gabriel Willemsz in de naam van Jannetje Pieters Stolk, tezamen erfgenamen ab intestato van Neeltje Pieters Stolk, en hebben verticht. 
Stolck, Pieters Cornelisz (I18822)
 
1885 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 10v. 21-03-1652
Zijn gekomen Witte Pouwels, Cornelis Pouwels, beiden voor zichzelf, Willem Egberts, wonende te Kralingen, als getrouwd geweest zijnde met Annetge Pouwels zaliger, Cornelis Michiels, nagelaten zoon van zaliger Barber Pouwels, Cornelis Jansz Vermolen gehuwd met Maritge Pouwels en Jan Cornelisz Stock gehuwd met Magteldje Pouwels, allen tezamen erfgenamen van Maritge Gerrits, die weduwe was van wijlen Pouwels Ariensz, mitsgaders erfgenamen van zaliger Arien Pouwels, en bekenden verkaveld te hebben.... 
Maritge Gerritsz (I16269)
 
1886 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 10v. 21-03-1652
Zijn gekomen Witte Pouwels, Cornelis Pouwels, beiden voor zichzelf, Willem Egberts, wonende te Kralingen, als getrouwd geweest zijnde met Annetge Pouwels zaliger, Cornelis Michiels, nagelaten zoon van zaliger Barber Pouwels, Cornelis Jansz Vermolen gehuwd met Maritge Pouwels en Jan Cornelisz Stock gehuwd met Magteldje Pouwels, allen tezamen erfgenamen van Maritge Gerrits, die weduwe was van wijlen Pouwels Ariensz, mitsgaders erfgenamen van zaliger Arien Pouwels, en bekenden verkaveld te hebben.... 
Vermolen, Cornelis Jansz (I11048)
 
1887 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 147v. 05-05-1657
Zijn gekomen Witte Pouwels voor zichzelf, Cornelis Jansz Vermole gehuwd met Maritge Pouwels, Jan Cornelisz Stolksman gehuwd met Machteldje Pouwels, Cornelis Michielsz, nagelaten zoon van Barber Pouwels, Arien Willemsz van Teijlingen, Claas Willemsz van Teijlingen, mitsgaders Lenert Lenertsz Klinkert gehuwd met Trijntje Willems van Teijlingen, kinderen van Annetge Pouwels, tezamen erfgenamen van Cornelis Pouwelsz zaliger, en hebben verkaveld. 
Cornelis Pouwels (I16271)
 
1888 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 177v. 21-03-1658 Zijn gekomen Pieter Cornelisz Stolk voor zichzelf, Pieter Cornelisz de Groot gehuwd met Pietertje Cornelisse Stolk, Gerrit Cornelisz Stolk en Arien Cornelisz Stolk, mede voor zichzelf, tezamen kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz Stolk en Neeltje Claasse, beiden zaliger, en hebben verkaveld. Stolck, Cornelis Pietersz (I18820)
 
1889 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 261. 14-03-1665 Zijn gekomen Leendert van der Pols voor 1/4, Arien Simonsz Stolk, jonge Cornelis Simonsz Stolk en Claes Cornelisz van der Wilck als voogden over Maertge Simons Stolk voor zichzelf en in de naam van Pieter Simonsz Stolk, ouwe Cornelis Simonsz Stolk, Jan Simonsz Stolk en Dirk Ariensz Keet gehuwd met Trijntje Simons Stolk, allen kinderen van Simon Pietersz Stolk, mede voor 1/4 part, Pieter Cornelisz Stolk, Gerrit Cornelisz Stolk, Arie Cornelisz Stolk voor zichzelf en in de naam van Pieter Cornelisz de Groot gehuwd met Pietertje Cornelisse Stolk, allen kinderen van Cornelis Pietersz Stolk, voor gelijk 1/4, en Gabriel Willemsz in de naam van Jannetje Pietersz Stolk voor het resterende 1/4, tezamen erfgenamen van Neeltje Pietersz Stolk, en hebben verkaveld. Stolck, Neeltje Pietersz (I19444)
 
1890 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 261. 14-03-1665 Zijn gekomen Leendert van der Pols voor 1/4, Arien Simonsz Stolk, jonge Cornelis Simonsz Stolk en Claes Cornelisz van der Wilck als voogden over Maertge Simons Stolk voor zichzelf en in de naam van Pieter Simonsz Stolk, ouwe Cornelis Simonsz Stolk, Jan Simonsz Stolk en Dirk Ariensz Keet gehuwd met Trijntje Simons Stolk, allen kinderen van Simon Pietersz Stolk, mede voor 1/4 part, Pieter Cornelisz Stolk, Gerrit Cornelisz Stolk, Arie Cornelisz Stolk voor zichzelf en in de naam van Pieter Cornelisz de Groot gehuwd met Pietertje Cornelisse Stolk, allen kinderen van Cornelis Pietersz Stolk, voor gelijk 1/4, en Gabriel Willemsz in de naam van Jannetje Pietersz Stolk voor het resterende 1/4, tezamen erfgenamen van Neeltje Pietersz Stolk, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 37v. 01-02-1672 Zijn gekomen Leendert Peijensz Hogerwaard gehuwd met Neeltje Pieters die weduwe was van Jan Simonsz Stolk, en Arien Gerritsz Leeflang gehuwd met Crijntje Claase, die weduwe was van Cornelis Simonsz Stolk, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 42. 23-03-1672 Compareerden Arie Gerritsz Leeflang gehuwd met Trijntje Claasse, weduwe van Cornelis Simonsz Stolk, mitsgaders Dirk Ariensz Keet en David Claasz Watering als voogden over de nagelaten weeskinderen van Cornelis Simonsz Stolk voornoemd; en hebben uitkoopt gedaan tegen Leendert Peije gehuwd met Neeltje Pieters, weduwe van Jan Simonsz Stolk, mitsgaders Arie Simonsz Stolk en Pleun Maartensz van Terbregge als voogden over de nagelaten weeskinderen van Jan Simonsz Stolk voornoemd. (in de marge: compareerde Cornelis Jansz Stolk, zoon van Jan Simonsz Stolk, en verklaarde betaald te zijn d.d. 01-03-1705.) 
Stolck, Simon Pieters (I18824)
 
1891 ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol.305v. 04-12-1669 Zijn gekomen Aldert Lambertsz Bos, schout van Schiebroek, Jacob Dirx Crijsman en Arien Ariensz Jongenelen, voogden over de kinderen van Ewout Jacobsz Koot geprocreëerd bij Neeltje Lambrechts, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 33v. 08-01-1672 Zijn gekomen Jacob Ewoutsz Koot, geassisteerd met Jan Cornelisz Vormer, zijn schoonvader, Aldert Lambertsz Bos, schout van Schiebroek, Jacob Dirx Crijsman en Arie Ariensz Jongenelen, voogden over de kinderen van Ewout Jacobsz Koot, geprocreëerd bij Neeltje Lambrechts, en hebben verkaveld.

vanaf 1671 Ambachtsheer van Schiebroek 
Bos, Aldert Lambertsz (I14714)
 
1892 ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 12. 20-12-1670
Zijn gekomen Jan Cornelisz Vermolen voor zichzelf en in de naam van Leendert Pietersz Ambachtsheer gehuwd met Cijtje Cornelisse, kinderen en erfgenamen van Cornelis Jansz Vermolen ter eenre, Claas Vrancken Vuijck, Pieter Cornelisz Stolk gehuwd met Maartje Vrancken, Gerrit Abrahamsz van Oosten gehuwd met Neeltje Vrancken, Leendert Pietersz Kerkhof gehuwd met Dieuwertje Vrancken en Dirk Simonsz Geneugelijk gehuwd met Barber Vrancken, kinderen en erfgenamen van Maertge Pouwels, ter andere zijde en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 29v. 30-11-1671
Zijn gekomen Jan Cornelis Vermeulen en Leendert Pieterse Ambachtsheer gehuwd met Cijtje Cornelisse, kinderen van Cornelis Jansz Vermeulen, en hebben verkaveld. 
Vermolen, Cijtje Cornelis (I2949)
 
1893 ORA H'berg, inv. nr. 1825, fol. 21. 13-04-1671
Zijn gekomen Pieter Cornelisz Corenmolenaar, weduwnaar, Maarten Pietersz, Neeltje Pieters, weduwe van Jan Simonsz Stolk, Pieter Dirksz Reeuwijk gehuwd met Trijntje Pieters en Pleun Maartensz van Terbregge als voogd over Dirk Pieters en Marijtge Pieters, kinderen en erfgenamen van Marijtge Maartens zaliger, en hebben verkaveld. (in marge: d.d. 14-12-1681 geroyeerd). 
Stolck, Jan Simonsz (I18840)
 
1894 ORA H'berg, inv. nr. 2054, nr. (0002) 06-05-1651 Comp Jan Ariensz, cleermaker, Maertje Ariens, Barbara Ariens en Jannetje Ariens, alle vier voor hun zelf, Pieter Maertensz Ambachtsheer en Cornelis Ariensz van der Vliet als geordonneerde voogden over Neeltge Pouwels, Annetje Pouwels, Arien Pouwelsz, Aaltje Pouwels en Cornelis Pouwelsz, kinderen van Trijntje Ariens, mitsgaders over Arien Gerritsz, Jan Gerritsz, Trijntje Gerrits, Neeltje Gerrits, Aaltje Gerrits en Gerrit Gerritsz, kinderen van Gerrit Ariens, allen tezamen kinderen en kindskinderen en erfgenamen van Annetje Maertens, die weduwe was van Arien Jansz, cleermaker, en hebben verticht. Cleermaker, Arien Jansz (I11050)
 
1895 ORA H'berg, inv. nr. 2070, fol. 99. 28-01-1618 Comp Allert Philipsz en heeft verticht tegen Philips, Cornelis en Dirk Allertsz, allen voor zichzelf, Lambrecht Cornelisz gehuwd met Neeltge Allerts en Vranck Ariensz als vader en voogd van Ariaentge Vrancken, weeskind van Lijsbeth Allerts, allen erfgenamen van Maritge Dirks.

ORA H'berg, inv. nr. 2071, fol. 86. 15-12-1625 Rekening van Lambrecht Cornelisz, schout van Schiebroek, als broeder en voogd van Machteldge Cornelisse, getrouwd met Cornelis Cornelisz.

ORA H'berg, inv. nr. 2071, fol. 87v. 15-12-1625 Comp Cornelis Cornelisz gehuwd met Machteldge en bedankt Lambrecht Cornelisz Bosch, schout tot Schiebroek, zijn huisvrouws voogd.

ORA H'berg, inv. nr. 1822, fol. 247. 09-02-1632 Comp Cornelis Allertsz, molenaer, en Dirk Allertsz, beiden voor zichzelf, Lambrecht Cornelisz, schout van Schiebroek gehuwd met Neeltge Allerts, Vranck Ariensz van 't Woudt als vader en voogd van Ariaentge Vrancken, zijn dochter, geprocreëerd bij Lijsbeth Allerts zaliger, Pieter Philipsz, Claes Philipsz, Cornelis Jansz Dorp gehuwd met Geertge Philips, mitsgaders Gerrit Claesz Vuijck als oom en voogd in deze over Cornelis, Dieuwertge en Dirk Philipsz, kinderen van zaliger Philips Allertsz, kinderen en erfgenamen van zaliger Allert Philipsz, molenaer, en hebben verkaveld.

ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 104. 14-01-1655 Zijn gekomen Lambrecht Cornelisz Bosch, schout van Schiebroek, gehuwd met Neeltje Allerts ter eenre en Maritge Jans, weduwe van Pieter Philipsz, Cornelis Jansz Dorp gehuwd met Geertje Philips, Iefge Cornelisse, weduwe van Claes Philipsz, Cornelis Jansz Cloot gehuwd met Betge Jans, weduwe van Cornelis Philipsz, Isaac Jacobsz, coornmolenaar te Rotterdam, gehuwd met Dieuwertje Philips en Grietge ....., weduwe van Dirk Philipsz, kinderen van zaliger Philip Allertsz, Cornelis Franken Metselaar gehuwd met Ingetje Cornelis, dochter van Cornelis Allertsz, voor zichzelf en in de naam van Neeltje Pieters, weduwe, mitsgaders Pieter Cornelisz Molenaar, zoon van de voornoemde Cornelis Allertsz, Bruijn Cornelisz, weduwnaar van Ariaentje Vranken die een dochter was van Lijsbeth Allerts, geasssisteerd met Vrank Ariensz, haar vader, tezamen erfgenamen van Dirk Allertsz zaliger, Simon Cornelisz van der Bregge voor zichzelf, Arien Dirx Meppel gehuwd met Leentje Cornelisse, de voornoemde Simon Cornelisz als voogd over de nagelaten weeskinderen van Maritge Cornelisse, Jan Thijsz, timmerman, gehuwd met Trijntje Cornelisse, kinderen van Maritge Thijsse de oude, Simon Cornelis Thijsse voor zichzelf, Arent Lourisz Schoenmaker gehuwd met Pietertje Cornelisse en de voornoemde Simon Cornelis Thijsz in de naam van Cornelis Cornelisz en Lenert Cornelis Thijsz, kinderen van Cornelis Thijsz, Crijntje Pieters, meerderjarige ongehoude dochter, nagelaten dochter van Pieter Thijsz, Alewijn Cornelisz Maen gehuwd met Trijntje Thijsse, Simon Meesz Maen, zoon van Geertje Thijsse, tezamen erfgenamen van Maritge Thijsse de jonge, die weduwe was van Dirk Allertsz, ter andere zijde en hebben verkaveld. De voornoemde Lambrecht Cornelisz Bosch en Dirk Allertsz hadden tezamen goederen in het 53 gemeen.

ORA H'berg, inv. nr. 2054, nr. (0126) 14-04-1663 Comp Tielman Jacobsz Pellemeester en Jan Lodewijcksz Naaldemaker als bij de Heren 114 Weesmeesteren der stad Rotterdam geordonneerde voogden over Cijtge Cornelisse, nagelaten weeskind van Cornelis Cornelisz Verveer, Pleuntje Cornelisse Verveer voor zichzelf, Lambrecht Cornelisz Bosch, schout van de ambachte van Schiebroeck, als op huiden geordonneerd voogd over Claas Cornelisz Verveer, Maritge en Claesge Ariens Couwael, kinderen en kindskinderen van Machteld Cornelisse Bosch, geprocreëerd bij Cornelis Cornelisz Verveer en Arien Ariensz Couwael respectieve, beiden zaliger, tezamen erfgenamen van de voornoemde Machteld Cornelisse, en hebben verticht.

ORA H'berg, inv. nr. 1824, fol. 286. 20-05-1667 Zijn gekomen Lambrecht Cornelisz Bos, schout van Schiebroek, als oppervoogd, en Dirk Thomasz Rijswijk als geordonneerd voogd over Marijtje Cornelisse, nagelaten dochter van Cornelis Andriesz Cleijwegh, geprocreëerd bij Trijntje Ariens, Pieter Ariensz Dijkshoorn, wonende op 't Woudt buiten Delft, gehuwd met Maartge Cornelisse Cleijweg voor zichzelf en in de naam van Arie Cornelisz Cleijweg, zijn zwager, en hebben verkaveld.

Grafzerk te vinden in de Hillegondakerk te Hilligersberg. Helaas is jaartal van overlijden en leeftijd niet meer te lezen.

Lambert Cornelisz Bosch, schout in Schiebroeck, en zijn vrouw Neeltge Aldertsdr benoemen elkaar wederzijds tot erfgenaam, en vermaken aan hun kinderen het volgende.
Aan hun zoon Jan Lambertsz Bos wonend te Hillegersberch 2.500 gulden zoals zij hem bij zijn huwelijk hebben gegeven, en 2 margen wei,- en hooiland in de Butterdorpse polder onder Hillegersberch.
Aan de kinderen van hun overleden dochter Neeltge Lambertsdr 2.500 gulden, en 14 hont weiland, gelegen in het ambacht van Berckel en Roorijs. Aan hun jongste zoon Aldart Lambertsz Bos bij zijn huwelijk ook 2.500 gulden, en 14 hont land gelegen in 2 campen in het ambacht Schiebrouck.
Als belending wordt genoemd bij het land in de Butterdorpse polder: Berchwech, het land van de weduwe van Cornelis Aldertsz, Arent Cornelisz Bruynsen, de erfgenamen van Dirck Aldartsz en Maertge Claesdr, Tijs Dircxsz en de kerck van Hillegersberch. Bij het land in het ambacht van Berckel: Leendert Teunisz, Symon Ariensz, Pieter Vrancken, Euwout Jacobsz.
Bij het land in Schiebrouck: Arien Maertensz Donder, ten westen Anneken Pietersdr, de weduwe van Cornelis Maertensz Excellent.
[testament 02/06/1654; ONA Rotterdam Inv 215;Akte/Blz 16/42] 
Bosch, Lambrecht Cornelisz (I14712)
 
1896 ORA H'berg, inv. nr. 2071, fol. 22. 09-04-1624 Comp Arien Simonsz gehuwd met Maritge Lenerts en bedankt Engebrecht Willemsz, zijn huisvrouws voogd.

ORA H'berg, inv. nr. 2071, fol. 130. 20-05-1626 Rekening van Engebrecht Willemsz als oom en voogd van de drie nagelaten weeskinderen van Gerrit Willemsz en Heijtge Ariens, in presentie van Maerten Pietersz Verhoogh als mede oom en voogd van dezelfde kinderen.

ORA H'berg, inv. nr. 2071, fol. 208v. 12-04-1627 Rekening van Engebrecht Willemsz als voogd van de nagelaten kinderen van Gerrit Gerritsz Hagen en Trijntge Willems, beiden zaliger, in presentie van Gerrit Jansz Hagen, Ewout Gerritsz en Jan Gerritsz.

ORA H'berg, inv. nr. 1822, fol. 83. 19-06-1628 Staat en verdeling voor de drie kinderen van Gerrit Willemsz en Heijltge Ariens. De voogden zijn Engebrecht Willemsz en Maerten Pietersz Verhoogh. Abraham Gerritsz is uit de voogdij gesteld. Erfgenamen: Willem Gerritsz, Abraham Gerritsz en twee weeskinderen. 
Engebrecht Willemsz (I11041)
 
1897 ORA H'berg, inv. nr. 2073, fol. 224. 29-04-1647 Rekening van Cornelis Cornelisz Tas als voogd van de vier jongste nagelaten weeskinderen van Pleuntge Engebrechts zaliger, daar vader af is Arien Ariensz Feijsz, van de goederen, de kinderen aangekomen door het overlijden van Leentge Lambrechts, die weduwe was van wijlen Engebrecht Willemsz, de voorszegde kinderen moederlijke grootmoeder zaliger, in presentie van Pieter Maertensz, ambachtsheer van Schiebroek als medevoogd over dezelfde kinderen, mitsgaders Arien en Willem Ariensz als broeders en Cornelis Claesz Wit gehuwd met een zuster van voormelde kinderen.

ORA H'berg, inv. nr. 2073, fol. 264. 04-11-1647 Rekening van Willem Coenen en Cornelis Cornelisz Tasch als voogden van Lenert Pietersz, nagelaten weeskind van Annetge Engebrechts zaliger, daar vader af is Pieter Maertensz, ambachtsheer van Schiebroek, mede present. (Leentge Lambrechts is des kinds moederlijke grootmoeder, cavelcedule d.d. 27-12-1646).

ORA H'berg, inv. nr. 2074, fol. 109v. 01-11-1649 Rekening van Willem Coenen als voogd van Lenert Pietersz, het weeskind van Annetgen Engebrechtsdr, van wie vader is Pieter Maertsz Ambachtsheer, gedaan sedert 04-11-1647. Present Cornelis Cornelisz Tasch als medevoogd, alsmede de vader. Genoemd (110v) de huur ontvangen van het huis aan de zuidzijde van de Rotte bij het Ommoortse Verlaat, toekomende het weeskind voor de helft.

ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 69. 08-01-1652 Rekening van Willem Coenen als voogd van Lenert Pietersz, weeskind van zaliger Annetgen Engebrechtsdr waarvan vader is Pieter Maertensz Ambachtsheer, gedaan sedert 01-11-1649. Present Cornelis Cornelisz Tasch als medevoogd en Pieter Maertensz Ambachtsheer de vader.

ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 178. 03-02-1654 Rekening van Cornelis Cornelisz Tasch als voogd van Leendert Pietersz, het weeskind van Annetgen Engebrechts, van wie vader is Pieter Maertensz Ambachtsheer, gedaan sedert overlijden van Willem Coenen zaliger, administrerende voogd d.d. 08-01-1652. Present de vader.

ORA H'berg, inv. nr. 2076, fol. 78v. 19-02-1657 Rekening van Cornelis Cornelisz Tasch als behuwdoom en voogd over Lenert Pietersz, weeskind van Annetgen Engelbrechtsdr, van wie vader is Pieter Maertsz Ambachtsheer, gedaan sedert 03- 02-1654. Present de vader en Lenert Pietersz zelf. 
Annetje Engelbrechts (I5474)
 
1898 ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 22. 16-05-1651 Rekening van Cornelis Cornelisz Tasch als voogd van de 4 jongste weeskinderen van zaliger Pleuntgen Engebrechtsdr, van wie vader is Arien Arien Feijssen, van de goederen opgekomen door overlijden van Leentgen Lambrechtsdr, die weduwe was van Engebrecht Willemsz, moederlijke grootmoeder zaliger, gedaan sedert 29-04-1647. Present Pieter Maertensz Ambachtsheer als medevoogd en Pieter Ariensz zelf. Genoemd (25) Engebrecht Ariensz, idem (27) Pieter Ariensz, nu uit voogdij ontslagen.

ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 213v. 07-12-1654 Rekening van Cornelis Cornelisz Tasch als voogd van Leentgen Ariensdr, Neeltgen Ariensdr en Engebrecht Ariensz, weeskinderen van zaliger Pleuntgen Engebrechtsdr waarvan vader is Arien Arien Feijssen, gedaan sedert 15-05-1651. Present Pieter Maertensz Ambachtsheer als medevoogd en Engebrecht Ariensz zelf, Claes Pietersz van 't Slot gehuwd met Neeltgen Ariensdr en IJsbrant Dircxz. Westerheij gehuwd met Leentgen Ariensdr. Genoemd (214) Pieter Ariensz die reeds uit voogdij was, en idem (218) de 3 genoemde kinderen, ook uit voogdij ontslagen. 
Pleuntge Engebrechts (I11045)
 
1899 ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 272v. 19-04-1655 Rekening van Lenert Coenen als administrerende voogd van de 3 jongste kinderen van Willem Coenen en Neeltgen Engebrechtsdr beiden zaliger, gedaan sedert begin van zijn voogdij. Genoemd (273) de erfenis van de moeder in 10 parten verdeeld. Idem (273v) Maritgen Willemsdr, een der kinderen. Idem (274) Jannetge Willemsdr en Willem Willemsz. Nog (275v) Liedewij Willemsdr en (278) Coenraet Willemsz.

ORA H'berg, inv. nr. 2076, fol. 90v. 09-03-1657 Rekening van Leendert Coenen als oom en administrerende voogd over de 3 minderjarige weeskinderen van Willem Coenen en Neeltgen Engelbrechtsdr, beiden zaliger, met name Maritgen, Liedewij en Coenraet Willems, gedaan sedert 19-04-1655. Present Cornelis Cornelisz Tasch als medevoogd, Dirck Willemsz gehuwd met Liedewij Willemsdr vsz, die nu uit de voogdij ontslagen wordt, alsmede Coenraet Willemsz, die eveneens nu uit voogdij gaat.

ORA H'berg, inv. nr. 2077, fol. 127. 05-04-1660 Rekening van Lenert Coenen als oom en administrerende voogd over Maritgen Willemsdr, weeskind van Willem Coenen en Neeltgen Engebrechtsdr, beiden zaliger, gedaan sedert 19-03- 1657. Present Maritgen Willemsdr zelf, die nu uit de voogdij ontslagen is. 
Neeltge Engelbrechts (I11043)
 
1900 ORA H'berg, inv. nr. 2075, fol. 281. 19-04-1655
Rekening van Jan Ariensz van den Bergh als oom en i.p.v. Pieter Maertensz Ambachtsbewaerder(!) en Cornelis Ariensz van de Vliet, gesurrogeerde voogd van de 5 jongste weeskinderen van zaliger Trijntgen Ariensdr, van wie vader is Pouwels Pietersz, metselaer, gedaan vanwege het sterfhuis van zaliger Annetgen Maertensdr, moederlijke grootmoeder van de kinderen. Present Pieter Maertensz Ambachtsheer en Cornelis Ariensz van de Vliet. 
Trijntge Ariensdr (I16249)
 

      «Vorige «1 ... 34 35 36 37 38 39 40 41 42 ... 105» Volgende»