Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen
Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Stamboom:  

Treffers 1,901 t/m 1,950 van 5,249

      «Vorige «1 ... 35 36 37 38 39 40 41 42 43 ... 105» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1901 ORA H'berg, inv. nr. 2078, fol. 22. 14-03-1665 Rekening van Gerrit Cornelisz Stolck als gegaderd hebbende de boelcedule van de verkochte meubele goederen als bij Neeltgen Pieters Stolck metterdood ontruimd en nagelaten. Present de gemene erfgenamen Stolck, Gerrit Cornelisz (I18835)
 
1902 ORA H'berg, inv. nr. 2078, fol. 65v. 08-09-1666 Rekening van Nicolaes van Teijlingen als bij de gemene erfgenamen van Witte Pauwelsz tot het administreren van de boedel geauthoriseerd. Present Arij Willemsz van Teijlinge v.h.z. en Leendert Leendertsz Klijnckert gehuwd met Trijntge Willemsdr, kinderen van zaliger Annetge Pauwelsdr, Cornelis Jansz Vermole als man en voogd van Marijtge Pauwels, Arien Leendertsz Cleij v.h.z., Jan Leendertsz Kleij, Jan Ariensz tot Craelinge gehuwd met Marijtgen Leenderts, Dirck Pietersz Wensveen gehuwd met Annetgen Leenderts, Jan Cornelisz Stolcksman als vader en bloedvoogd van Adriaentge Jansdr, kinderen van Machteltgen Pouwels, allen tezamen naast hem rendant zelf erfgenamen ab intestato van vsz Witte Pauwelsz. Witte Pouwels (I16270)
 
1903 OV 1983 blz. 204: parenteel Koos Dirksz., opgesteld cm de belanghebbende op ca. 4*ï genet land in oud Khoon en Pemis te kunnen nagaan Coos Dirksz (I2467)
 
1904 Ocker Bott Cornelissen twijnder
Adriaenen Godtscalcx Wor dochter beide van Dordrecht 
Gezin F223749195
 
1905 Ocker Gerritse Corpershoeck j.m. en Maritje Ariens van Berckel j.d. beyde woonende binnen deeser steede Gezin F1836
 
1906 Odilienberg, proost en thesaurier te Munster van Kuyc, Gerard (I6161)
 
1907 Officier in de orde van Oranje Nassau. Oud lid van de gemeente raad van Batavia. Oud lid van de volksraad van Nederlands Indië van Aalderen, Johan Carel (I12405)
 
1908 Oktober 1797; beroep Kroegier; Johannes Keller (leeftijd 44) inwoner van Goes A 98, Ganzepoortstraat (Archief Gewestelijke Besturen inv. nr 256; www.zeeuwengezocht.nl) Kelder, Janis (I21576)
 
1909 Om half 2 in de Broerekerk begraven van Aalderen, Hermannus (I12485)
 
1910 Om half 2 op de bethlehem Kerkhof behraven in de grave no 17 van de Hage van Aalderen, Hendrikus (I11677)
 
1911 Omdat Arnulf in Gent geboren was, werd hij ook wel Arnulf van Gent (Gandensis) genoemd. Arnulf wordt voor het eerst (samen met zijn ouders) vermeld op 26 oktober 970. Aarnout komt evenals zijn vader en aanvankelijk met hem in tal van Vlaamse oorkonden voor. Arnulf was de eerste die oorlogen voerde tegen de opstandige West-Friezen. Hij schonk een deel van zijn bezit in het Schieland aan de kloosterkerk te Egmond, waaronder Bergan (thans Hillegersberg) en Schie (thans Overschie), mogelijk in verband met de ontginningen van de Egmonder monniken van het Hollandse veengebied. Hij vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome in 983 en breidde zijn gebied naar het zuiden uit.
In 993 viel hij met zijn leger, het gebied van de West-Friezen binnen. Bij Winkel werd hij op 18 september verslagen en sneuvelde hij in de strijd. Zijn vrouw Liutgard kon alleen met hulp van koning Otto III het graafschap voor haar zoontje bewaren. Arnulf is met diverse andere familieleden begraven in de toenmalige Abdij van Egmond en werd later heilig verklaard.
[wikipedia] 
van Gent, Arnulf (I20957)
 
1912 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I21859)
 
1913 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I22694)
 
1914 Omgekomen bij de slag tegen de Friezen a.d. Rekere bij Schoorl. Begraven in de abij van Egmond van Egmont, Allard (I19530)
 
1915 Omstreeks 1108 trouwde Floris II met Geertruida van Saksen, dochter van Diederik II van Lotharingen, de hertog van Opper-Lotharingen en een halfzus van de Rooms-Duitse koning Lotharius III van Supplinburg. Geertruida veranderde haar naam waarschijnlijk bij haar huwelijk in Petronilla. Hiermee wilde ze vermoedelijk uiting geven aan haar verbondenheid met Petrus en de paus. Floris II beëindigde het conflict met bisschop Burchard van Utrecht, waarschijnlijk door hem in 1101 als leenheer te erkennen. In ruil daarvoor ontving hij van de bisschop het Rijnland (gouw) in leen en kreeg van hem de titel Graaf van Holland. Floris II is de eerste die zo werd genoemd, daarvoor werd zijn domein nog als het graafschap Friesland aangeduid.
Floris verwierf grote rijkdom door de ontginning van de veengebieden in het Rijnland en door tolheffing op de grote rivieren, met name bij Vlaardingen waar in die tijd de Lek, Waal en Maas samen in de Noordzee uitmondden. Hij heeft zijn bijnaam waarschijnlijk aan deze rijkdom te danken. Floris heeft tijdens zijn bewind diverse houten kerken vervangen door kerken van tufsteen.
Floris overleed toen zijn oudste zoon Dirk nog maar 7 jaar oud was. Hij is begraven in de abdij van Egmond.
[wikipedia] 
van Holland, Floris II (I20925)
 
1916 Omstreekst 715 is hij graaf van de Haspengouw. Hij trouwt met Williswinda (ca. 715 - na 764), dochter van Adalhelm - een grootgrondbezitter in het Rijndal. In 742 is hij paltsgraaf en doet hij een schenking aan de abdij van Sint-Truiden. Rond 750 wordt hij graaf van Rijngouw en de Wormsgau.
[wikipedia] 
van Haspengouw, Robert I (I20848)
 
1917 Ondertrouw meldt Baltus Ambachtsheer geboortig van en wonende te Heer oud Lands Ambagt
of geboren in Heer oudelands Ambacht
kan ook op 4 jan 1767 gedoopt zijn in Hendrik Ido Ambacht 
Ambagtsheer, Baltus (I61)
 
1918 Ondertrouwboek RBSO 804 brl 257-258 Gezin F223744975
 
1919 Ondertrouwboek nr 736 blz 63-64 Gezin F223745364
 
1920 Ons Voorgeslacht 1957, bldz 5: Grafzerk uit kerk te Rijsoord: "Hier leijt begraven Huijg Jacobse LEEGERWERF oud 68 Jare en sterft den 27 Meij anno 1709" Legerwerff, Huijgh Jacobsz (I19818)
 
1921 Onsenoort, 5 feb bapt. Joannes filius Valerij Molitaris in Onsenoort patrini Valerius Joannes et Maria Philiberti Joannes (I24614)
 
1922 Ontfangen van Jan Stoffelsz Groote van dat Cornelis Jansz sijn soon inde kerck int hoochkoor begraven is VII £. Groote, Cornelis Jansz (I23902)
 
1923 Ontfangen van Jan Stoffelsz Groote van dat Heijndrick Jansz sijn soon int hoochcoor vande kerck begraven is VII £ Groote, Heijndrick Jansz (I23903)
 
1924 Ontslag uit de voogdij van Cornelis en Elizabeth van de Vaarde. Voogd zal erfporties (notulen 20-9-1770)
[Weeskamerarchief Goes 19W 42r 8-8-1788] 
Johanna Adriaanse (I541)
 
1925 Onwettig kind Ambagts, Willem Fredrik (I3096)
 
1926 Op 16 juni 1759 laten Willem Kouwenberg en Johanna Nieuwenhuysen hun huwelijkse voorwaarden opmaken voor notaris Adrianus Bolten te Alkmaar. De toekomende echtelieden worden resp. weduwnaar en weduwe genoemd, zonder vermelding van de namen van hun overleden echtgenoten."' Johanna Niewenhuysen was eerder gehuwd met Antony Pothoff, blijkens hun huwe- lijkse voorwaarden d.d. 7 oktober 1750 en haar testament op 17 maart 1755.Willem Kouwenberg en zijn tweede echtgenote testeren op 2 mei 1765 voor notaris Andries Bootsman te Alkmaar. Zij benoemen elkaar tot enige en uni- versele erfgenaam. * Kort daarop moet Johanna Nieuwenhuysen zijn overleden. Met zijn derde vrouw Ariaantje Bouwkouw testeert Willem Kouwenberg op 4 mei 1767 eveneens voor notaris Andries Bootsman. Zij benoemden elkaar tot enige en universele erfgenaam. Wat langstlevende zal nalaten gaat voor de ene helft naar de geïnstitueerde erfgenamen van de testateur en voor de andere helft naar die van de testatrice. Bij deze gelegenheid benoemt Willem Kouwenberg voor de resterende helft tot zijn erfgenamen: 'het kind, de kinderen of wettige descendenten van wijlen zijn broeder Jan Kouwenberg wonende te Vugt in de Meijerij van 's-Hertogcnbosch' (tesamen voor de ene helft) en 'het kind, de kinderen of wettige descendenten van wijlen zijn zuster Maria Kouwenberg in huwelijk verwekt bij Philippus Bothoff wonende te Swijndrecht bij Dordrecht' (voor de wederhelft). Het is echter de vraag of de erven Kouwenberg en Bothof nog wat ontvangen hebben uit de nalatenschap van hun oom Willem. Na zijn overlijden laat zijn weduwe Ariaantje Boukouw op 12 mei 1780 weer een tes- tament opmaken, waarin zij het testament van 4 mei 1767 herroept. Behoudens enkele legaten benoemt zij tot haar enige en universele erfgenaam de Roomsche Armen binnen Alkmaar. Tot executeurs-testamentair stelt zij de heren Nicolaas Goudsblom en Willem Lelyvelt aan. Willem Kouwenberg was voor 'A deel eigenaar van de molen De Zwart, gelegen ten nooroosten van de Schermerpoort op de Stadswal. Ariaantje Boukouw transporteert dit 'A deel op 6 mei 1780, vlak voor haar overlijden aan Ysbrand Breek voor 1000 gulden. Het echtpaar Kouwenberg-Boukouw bezat ook een huis gelegen aan de oostzijde van de St. Annastraat.
[Ons Voorgeslacht 1999 pg 41] 
Kouwenberg, Wilhelmus (I2989)
 
1927 Op 1 aug 1762 ondertrouwt Johan Gerhards Bekker (chirurgijn) met Margaretha Dijken, attestatie te Groothuizen

onduidelijk of dit dezelfde persoon is of misschien zijn vader 
Becker, Johan Gerard (I22952)
 
1928 Op 1 oktober 856, op twaalfjarige leeftijd, werd ze door haar vader uitgehuwelijkt aan de 51-jarige koning Aethelwulf van Wessex, die twee jaar later stierf. In datzelfde jaar (858) huwde ze voor de tweede keer, nu met Aethelwulfs zoon koning Aethelbald, dus met haar eigen stiefzoon. Aethelbald overleed al in 860. Judiths laatste huwelijk werd later nietig verklaard op grond van bloedverwantschap (niet letterlijk, maar omdat ze zijn stiefmoeder was), en zij werd terug gezonden naar haar vader. Judith was na haar huwelijk met Aethelwulf tot gemalin van de koning gekroond, zodat zij op hetzelfde niveau kwam als de koning. Dat zorgde later voor heel wat wrevel bij de Saksische bevolking.
Voor de derde maal trouwde ze met Boudewijn I met de IJzeren Arm, die haar rond Kerstmis 861 in Senlis had ontvoerd. Om uit de klauwen van haar woedende vader te blijven zwierven ze een tijdje in Europa rond en schuilden ze tot in oktober bij haar oom Lotharius II. Uiteindelijk vluchtten ze op bedevaart naar Rome en door tussenkomst van de paus traden ze 13 december 863 officieel in het huwelijk in Auxerre.
[wikipedia] 
van West-Francië, Judith (I2025)
 
1929 Op 12 december 1901 vrijgesteld van militaire dienst wegens broederdienst Ambagtsheer, Arie (I3951)
 
1930 Op 12 juli 764 is Williswinda weduwe en sticht ze samen met haar zoon Cancor de abdij van Lorsch in de Rijngouw.
[wikipedia] 
Williswinda (I20849)
 
1931 Op 13 januari 1657 laten Marc en Chyken een akte opmaken dat zij ondertrouwt waren maar na een "swaere twist en grooten onlust tusschen hunlieden geresen ende ontstaen zijnde sulcx zijlieden malckanderen niet langher en conden verstaen noch verdraeghen"
De akte stelt dat zij al 3 jaar van tafel en bed gescheiden geleefd te hebben en zonder nog niets van elkaar te verlangen gescheiden zullen zijn. 
Gezin F223748764
 
1932 Op 15 december 1900 ingeschreven in Oss woonend op Krakenburg gekomen uit Vianen.
Gezin bestaat uit: zijn vrouw Grietje, stiefzoon Hendrik Klop (16/7/1887; Papendrecht), Boudewijn, Arie, Willem, Lijntje en Teuntje. 
Ambagtsheer, Pieter (I3628)
 
1933 Op 15 sept. 1666 comp. voor schout en schepenen van Nieuw-Lekkerland Adriaen van de Graeff, schepen van Dordrecht, ontvanger van de convooien en licenten aldaar en mansman van Zuid-Holland, als gemachtigde van Matthijs Pompen heer van Slingeland, baljuw van Zuid-Holland, volgens procuratie gepasseerd voor Mannen [de Hoge Vierschaar] van Zuid-Holland op 15 sept. 1666. Comparant transporteert aan Arijen Arijensz. de Jonge, wonende te Bleskensgraaf, omtrent 3 morgen land, gelegen in Herbertsweer te Lekkerland en ongeveer 250 roeden land in Goris Dircxenweer in Lekkerland, gekomen van Cornelis Pietersz. alias 't Ambachtsheertgie, jongman van Bleskensgraaf, "sijnde 't selve landt bij den voorsz. Hove ende Hooge Vierschaer van Zuijthollandt wegens een manslach bij denselven Cornelis Pietersz. geperpetreert aen den persoon van Hendrick Thonis, jonghman van Wijngaerden, nedergeslagen, ten proffijtte van de Hooge Overicheijt geconfisqueert." Comparant verklaart voor de twee partijen land betaald te zijn met 680 gl. contant. (ORA Nieuw-Lekkerland inv. 13, f. 1v en 2) Cornelis Pietersz (I11063)
 
1934 Op 15-11-1649 compareren Cornelis Dirks van der Goude, Willem Cornelisse Schansman als man van Sytgen Dirksdr, Jan Henricxz als man van Pietertje Dircksdr, kinderen en erfgenamen van 's vaders zijde, voor de helft, ende Henrick Egberts voor sijn selven mitsgaders hem sterck maeckende voor Govert Bastiaens ende voor Jacob Willems Moockhoek als man van Jorisje Cornelisdr(¥) ende noch als oom ende bloetvoocht, hier mede present, neffens Jan Aryens Punct, mede oom ende bloetvoocht van de nagelaten weeskinderen van sa. Lenert Aryens Punct en Lyntgen Egbertsdr sa., ende noch transport hebbende (soo hij seyde) van Bastiaen Cornelisse, all tesamen mede kinderen ende erfgenamen van 's moeders syde elc voor een gerecht sesde part, in de wederhelft van de nagelaten boedel van sa. Dirck Pieters van der Goude ende Neeltje Cornelisdr sa. hare vader ende moeder, schoonvader ende schoonmoeder respectieve. Zij verkoopen ende transporteeren aan Cornelis Henricxs als man van Grietje Gornelisdr(¥), eertijds weduwe van Gijsbert Daniels die mede een dochter is van de voors. Neeltje Cornelisdr sa. ende oversulcks mede-erfgenaam in de wederhelft voor een gelijck sesde part, een huysinghe, erve ende boomgaert aan den buytenkant van den droosgewaerd onder dese jurisdictie. [NL 75(1958)435] Sijgje Dirks (I4206)
 
1935 Op 16-11-1641 comp. Evert Hendrickse, kleermaker, wedr. van zalr. Elisabeth Joosten ter eenre en Joost Jans Tuck als grootvader en voogd van de zeven nagelaten kinderen van dezelf beiden, geass. met zijn schoonzoon Abram Hendrickse ter andere zijde doen uitkoop, kinderen met name Hendrick Evertse 20 jaar, Jan 17 jaar, Dirck 14 jaar, Baeltje 12 jaar, Gerrit 8 jaar, Andries 3 jaar en Elsge 15 weken. Evert Heyndricksz (I2229)
 
1936 Op 17-12-1618 Neltgen Cornelis, weduwe van Fop Adryaens Koem(m)en, geassisteerd met haar gekoren voogd Crijn Adryaens Huysaert, enerzijds, en anderzijds Dirck Foppens, voor zichzelf en als rechte bestorven bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Crijntgen Foppensdr., met schout Pioen Harmens als de voogd van ’s heren wege van de kinderen, en Cornelis Foppens den oude, voor zichzelf, en Aeryaenken Foppens, met haar gekoren voogd, voornoemde Dirck Foppens, voor haarzelf, en Cornelis Foppens den jongen, geassisteerd met zijn oom Teus Symonss. (trouwde in 1605 te Rijsoord de weduwe Geertgen Aryens, een zuster van hun vader Fop). Cornelis Foppens den Jongen kreeg 'den huys, hoff, bergen, schuer, boogaert ende telynge', een merriepaard, ploegen, wagens, eggen etc, alsmede de bruiklanden, waarvoor hij beloofde aan de voornoemde personen 1350 Car. gld. in termijnen uit te reiken. Indien Cornelis den ouden of Aeryaenken zouden komen te trouwen, dan zouden zij eerst hun deel krijgen. Tevens zou Cornelis den jongen zijn moeder 'houden' voor de tijd van vijf jaren. Verder werd er een regeling getroffen voor het land van zijn moeder, dat hij in pacht zou nemen. Bij akte gedateerd 6-4-1619 kavelden Neeltgen en haar kinderen landerijen ter grootte van ca. 11 mergen over diverse percelen verdeeld. Blijkens een notitie in de marge van deze akte kavelden de kinderen onderling op 12-2-1623, zodat hun moeder toen niet meer in leven zal zijn geweest. Neeltje Cornelisdr (I4267)
 
1937 Op 18 april 1553 werd Frederick van der Meulen beleend met een akker, genaamd "Oosterwaard" in Wimmenum, bij dode van Pieter van der Meulen zijn vader, bevestigd door Cornelis en Gijsbrecht van der Meulen, broers van Pieter; Huig van Alkemade trad hierbij op uit naam van Frederik van der Meulen (bron: OV 34 (1979) 428). "Sterff in october 1570 (zeer wrsch is 1572 onjuist in zijn vaders geschrift) in den oorloge van duc d'Alba sonder kinderen". (Gysbert van der Meulen ? of is dit zwager Gysbert Ruysch?; Huig van Alkemade zal wrsch.oom Huych Jansz van Alkemade zijn). van der Meulen, Frederick (I2359)
 
1938 Op 21 april 1610 verkocht Aegatha Jansdr., weduwe van Willem Cornelisz. Stuy, met voogd- hand van Adryaen Cornelisz. Baes, een losrente. Dirck Geeritsz. Krouff, man en voogd van Marijken Adriaensdr., Adriaen Cornelisz. Baes, man en voogd van Maertijntge Adriaensdr., en Marijken Adriaensdr., 'genaemt ouwe sus", met voornoemde Baes als haar zwager en gekoren voogd in deze, allen erfgenamen van Martijntge Cornelisdr., weduwe van Aryaen Aryaensz. de Vogel, transporteerden op 14 febr. 1611 een boomgaard in Schobbelandsambacht.
Op 19 jan. 1613 stierf Martijntge, de vrouw van Baes, en werd in de kerk van Ridderkerk begraven onder een zerk met het volgende opschrift: "Hierleyt begraven Marijken Ayensdr. de hupvrouwe van Adryaen Comelk. Baes. Sij sterf den 19 Januasy anno 1613". Opmerkelijk genoeg is zij in het opschrift Marijken i.p.v. Martijntje genoemd. Dirck Geeritsz. Krouff, man en voogd van Marijken Adriaensdr.,voor hem zelf, en Adriaen Cornelisz. Baes, weduwnaar van Marthijntge Aryensdr., mede voor hem zelf en tevens als voogd van hun moeder Marthijntge Cornelisdr. , transporteerden bij akte gedateerd 18 dec 1613 een huis in de Nieuwestraet te Zwijndrecht.
[Uit Geslachten van IJsselmonde deel 3; door K J Slijkerman] 
de Vogel, Marijke Arijensd (I20452)
 
1939 Op 25 januari 1555 moest er exuegeld betaald worden aan de stad Haarlem na het overlijden van Elisabeth van Alckemade op 27 oktober 1551: Vande goeden bij toverlijden van joffrou Elisabeth van Alckemade binnen deser gestrorven inde Wijngaertstraet de seven ende twintychsten octobris anno XVc een ende vijftich, voer een portagie ende deele geerft ende gevallen up joffrou Florentina van Craeck, huysvrouw van meester Wilhem Scuytgen tot Leyden, ende uuyter contributie der stede van Hairlem vervoert ende getransporteert sijn, bedragende allen legaten bespreck ende lasten offgenomen ter somme van twee hondert ponden van veertich groten Vlaems tpondt, blijckende bijden inventaris diemen alhier overleyt bijden voirs. joffou Florentina van Craeck besworen ende bij eede verclaert deuchdelick ende uprecht te sijn ende nyet achterhouden off versweegen te weesen ende bij Joost van Hillegom, burgemeester de stede van Hairlem opten vijf ende twintychste dach january anno XVc vijf ende vijftich nae gemeen scrijven onder geteyckent, coomt daer omme die stede van Hairlem hier voer trecht vanden exuwe over den tiende penninck vande voirs. twee hondert ponden die somme van ... XX lb (bron: NHA, SH, inv.nr.437 fol.6 rekening exuegeld). van Alckemade, Elisabeth Frankdr (I2369)
 
1940 Op 25 januari 1576 kocht Jan van Ryckel der goudsmit het volle smedenambacht van Hasselt voor de som van 4 goudgulden. Tussen 1581 en 1610 werd hij vijfmaal aangesteld tot meester van den vier van dat ambacht.

In 1623 werd hij nog uitdrukkelijk vermeld als goudsmid bij de verkoop van een huis gelegen op Wolfkens aan Wouter Frans.

Jan van Ryckel de Alde, als vruchtgebruiker, en zijn kinderen bepaalden in de verkoopvoorwaarden dd. 27 juli 1629 dat bij het te koop geboden pand De Salm, gelegen op de Botermarkt, twee kleine huisjes, een paanhuis met kuipen, alsook de muurvaste inbegrepen waren. De familie reserveerde zich alle goudsmidgereedschappe en de houten beeltenis van de heilige Antonius. De woning moet toegekend geweest zijn aan zoon Arnold van Ryckel want deze verkocht het huis in 1642 aan zijn schoonzoon Gerard Martens. Arnold die in 1604 met Catharina Goetsbloets getrouwd was, woonde reeds lang bij zijn vader in. Vermoedelijk oefende hij het beroep van goudsmid uit, hetgeen de emigratie van zijn broers-collega’s zou verklaren.

 
van Ryckel, Jan (I22151)
 
1941 Op 25-09-1686 koopt Huijgh Ariens Zeeuw wonende aan de Pruimendijk uit de boedel van Hendrik Herberts gewoont hebbende aan de Pruimendijk een huis, schuur en melioratie van dijkerf, belend oosten Cornelis Cornelis mijnvrients kinderen en westen Huig Ariens Zeeuw voornoemd voor de som van 250 gld. en een rentebrief van 350 gld. gepasseerd op 25-04-1671, speciaal op dit huis gehypoticeerd.
Bron: ARA, ora Ridderkerk, invent.nr.14, fol.33

Op 12-06-1688 compareren Arien Ariens Zeeuw wonende Ridderkerk als voogd over de weeskinderen van Huigh Ariens Zeeuw, zijn broeder zaliger, mede als last hebbende Teunis Teunis (Kranenburgh) als mede voogd over deze weeskinderen en Ariaantje Pieters weduwe van Huigh Ariens Zeeuw geassisteerd met Pieter Pieters wonende onder oost-Barendrecht haar broer als haar gekoren voogd. Zij verkopen aan de heerAbram Stoop, oud schepen van de stad Dordrecht, de nombre van 2 mergen 300 roeden land in Oud-Reijerwaard voor de som van 900 gld. waarvan 500 gld. die de voornoemde koper daarop sprekende heeft.
Bron: Ons Voorgeslacht 1999, blz.334, art. dhr.A.B.Maliepaard.

Huigh Ariens Zeeuw zaliger en zijn weeskinderen geproduceert bij Leentje Cornelis Boterclomp zijn eerste huisvrouw zaliger aangekomen bij kavelingen tussen Pieter Cornelis Boterclomp en Dammis Cornelis Boterclomp van de nagelaten goederfen van Cornelis Teunis Boterclomp haar lieden vader en grootvader zaliger zijn gepasseerd op 19-10-1681 voor schout en schepenen van Ridderkerk.
Bron: ARA, ora Ridderkerk, invent.nr.14, fol.81v. 
Huich Ariens (I803)
 
1942 Op 26-1-1682 wordt Jannetje Cente, d. v. Cent Janse bij testament benoemd tot universeel erfgenaam van Willem Jacobs Heijers en Willemtje Pieters, echtelieden te Strijen (nat. arch. Strijen nr. 7653). Op 6-4-1683 gaat Willemtje Pieters dan wed. van Willem Jacobs Heijers een overeenkomst aan met Willem Pieters Bestebreurtje, echtgenoot van Jannetje Cente waarin hij genoegen neemt met «i»f «/i»lOO,- i.p.v. het zijn vrouw testamentair toekomende gedeelte in de erfenis. Schalkoord, Jannigje Cente (I1487)
 
1943 Op 27 juni 1634 maakt Sijbert Sijberts Wor en zijn vrouw Janneken Lievens hun testament op.
Sijbert laat al zijn goederen na aan zijn kinderen alleen zijn drie dochters Josijne, Maria de oude en Maria de jonge leven nog. Zijn zoon Dierick en dochter Petronella worden niet genoemt in het testament. Van de overige kinderen, Anneken, getrouwt met Laurens Hendricxs de Leeuw, Cornelis, getrouwt met Clara Hendricx en zoon Jan, getrouwt met Tanneken Pave zijn al overleden en elk van hun weeskinderen erven een gelijk zesde deel.
Zijn vrouw Janneken Lievens laat verder aan haar nog enig levende dochter Maria de jonge, getrouwt met Gerrit Schut, al haar kleederen, juwelen, zilverwerk en alle andere goederen na. 
Wor, Sijbert Sijbertsz (I23333)
 
1944 Op 29 maart 1587 deed Arien Cornelisz. Baes belijdenis te Ridderkerk. Zijn vrouw Martyntie Adriaens deed dit pas tien jaar later en wel op 5 april 1597. In 1588 maakt een akte melding van Aren Cornelisz. Baes als Heilige-Geestmeester. Sinjeur Maerten Boel, als procuratie hebbende van sinjeur Johan Boel, transporteerde op 2 febr. 1597 aan Adryaen Cornelisz. Baes 6 mergen 3 hont in Oud-Reyerwaard, gelegen in een weer van 12 mergen 4 hont 50 roeden, dat zich uitstrekte van de Droegendick tot de Tyentwech.
Adriaen Cornelisz. Baes transporteerde op 16 febr. 1603 uit naam van Pieter Gerits Deelf (?), die hiervoor weer procuratie had van joffrouw Aliwintge, weduwe van doctor Ariaen van Blijenborch, in leven schout van Dordrecht, land in Nieuw-Reyerwaard. Joehan Boequet, dijkgraaf, Mr. Aert Muys van Hoely en Cornelis Willemsz. Jonckynt, heemraden van Ridderkerk, als opperkerkmeesters, en Cornelis van Collwijck, als ontvan- ger van "de heeren den staeten van de Gemeen Kerck diensten goederen", compareerden op 9 sept. 1604 ten huize van Adryaen Cornelisz. Baes. Evenzo compareerde ene Ruyt Jacobsz. uit Nieuw-Lekkerland op 27 mei 1606 ten huize van Arent Cornelisz. Baes, dan genoemd "waerd in de Zwan tot Ridderkerck". 27 Uit deze laatste akte blijkt derhalve dat Baes een herberg dreef en tevens kan het ontstaan van de bij zijn nakomelingen optredende naam (van der) Swaen verklaard worden. Op 20 juni 1612 bevond Adriaen Cornelisz. Baes zich met o.a. Mr. Thomas Laurensz., pre- dikant te Bleskensgraaf, en Pleun Hermansz. (de schoonvader van Adriaen's broer Cornelis Baes) te Dordrecht, waar zij bemiddelden in de zaak van doodslag van Bleskensgraafse timmerman Jan Reyniersz. door diens dorpsgenoot Pieter Govaertsz.
Neltgen Huygendr., weduwe van Willem Dammysz, verkoos op 23 nov. 1614 Adryaen Cornelisz. Baes, heemraad van Ridderkerk, om haar zaken waar te nemen enz. Onder meer in akten van 21 mei 1621 en 27 april 1623 wordt Adryaen Cornelisz. Baes genoemd als collecteur van de kerkelijke goederen en een akte gedateerd 15 mei 1627 spreekt van Adriaen Cornelisz. Baes als kerk- meester van Ridderkerk. Op 30 juli 1627 was Aryen Cornelisz. Baes voogd van Aeltgen Teus, weduwe van Meus Arensz. In het Ridderkerkse verpondingskohier van 1627 komt Baes diverse malen voor. Hij bezat 6 mergen 300 roeden in het Breetweer, een perceel van 493 roeden in Geeraert Roeloffs X W Mergen in Oud- Reyerwaard en 1 112 mergen in Aert Beysens XLT Mergen in Nieuw- Reyerwaard. De woning met 8 mergen stond eveneens in de laatstgenoemde polder en hier- van was (kennelijk zijn zoon) Aryen Ariensz. (Baes) mede-eigenaar. Daarnaast had Baes nog ongeveer 17 mergen land in de voornoemde polders en in de noorden voor Oud- en Nieuw-Reyerwaard in huur van o.a. de heer van Petersshem en de kerk van Ridderkerk. Baes bezat kennelijk een kapitale woning, want in het verpondingskohier van de huizen was hij met 30 gld., tezamen met ene Aert Wijte, de hoogstaangeslagene der heerlijkheid Ridderkerk. Als vooraanstaand ingeland was hij tevens taxateur der verpondingen. In een akte van 9 juli 1629 kwam ik Baes voor de laatste maal in leven tegen en wel toen hij in funktie was als heemraad van Ridderkerk.
[Uit Geslachten van IJsselmonde deel 3; door K J Slijkerman] 
Baes, Arien Cornelisz (I20453)
 
1945 Op 4 april 1613 deed Neeltgen Ariensdr. Baes, tezamen met haar broer Adriaen, als kin- deren van Arien Cornelisz. Baes en Mariken Cornelis (moet zijn: Martijntgen Adriaensdr.!), belijdenis te Ridderkerk. Neeltjen's eerste echtgenoot Dirck Woutersz. Verduyn bezat volgens het Ridderkerksever- pondingskohier van 1627 4 mergen 25 roeden in Geeraerts Roeloffs XVIJ Mergen in de polder Oud- Reyerwaard. Kennelijk was dit land van zijn vrouw afkomstig, want ook haar vader was toen in dit weer gegoed. Daarnaast had hij in die polder 6 mergen "heel schoon weijlant" in huur van Cornelis Pauwelsz. te Gouda en in Nieuw-Reyerwaard 2 mergen van jonker Frans van der Duyn. Kennelijk woonde hij op een pachtboerderij, want hij komt niet voor in het verpondingskohier van de huizen. Inderdaad kocht hij pas een jaar later een boerderij. Cleys Cornelisz. van Driel, als man en voogd van Pietergen Ariens Fonckaertsdr., transpor- teerde op 11 nov. 1628 aan de in Ridderkerk wonende Dirck Woutersz. Verduyn 4 mergen 300 roeden in Nieuw-Reyerwaard, liggend in een weer van 6 mergen, volgens het dorpsko- hier in de 32e hoeve, en dat volgens de op 2 febr. dat jaar tussen hen opgemaakte koopce- dule. Tevens werd overgedragen een woning met schuur en berg benoorden de Kerckesteech. De hooiberg was aan de overzijde van de steeg op het erf van Agaetha Jans gelegen. Het genoemde land werd door de voormalige eigenaresse Pietert en Fonckaert gebruikt van de Heilige- Geestarmen ter Grote Kerk binnen Dordrecht. De kerk van Ridderkerk transporteerde bij akte van 6 mei 1631 aan Dirck Woutersz. Ver- duyn 1100 roeden onder Nieuw-Reyerwaard in Maerten Symons XXV Mergen. Kort voor zijn dood transporteerde Verduyn 1 merge 500 roeden in genoemd weer aan de Dordtse borger en poorter Jaecob Stoop. In hetzelfde jaar werd Verduyn in de kerk van Ridderkerk begraven onder een zerk met het volgende opschrift: "Hìer leyt begraven Dierck Wouterse Verduien sterf.... anno 1632". Neeltjen Baes hertrouwde in 1634 en in 1638 komt haar echtgenoot Lenert Hendricxz. int Velt in het Ridderkerkse kohier van de 200e penning naar voren als één der meest welge- stelde inwoners met een vermogen dat geschat werd op 13000 ponden.
[uit Geslachten van IJsselmonde deel 3; K.J. Slijkerman] 
Baas, Neeltje Ariens (I20450)
 
1946 Op 9 sep 1664 laat Maritje Leenders Dubbelschoon, ziek op bed liggende, haar testament opmaken. Op dat moment heeft ze van Willem Cornelis van Rijn vijf kinderen. De kinderen worden niet met name genoemd. Schoon, Maritje Leenders (I23412)
 
1947 Op adres C50 (Korte Kerkstraat 2)
Is op 18 januari opgenomen in het Gasthuis op rekening van het Armbestuur 
Kelder, Susanne (I22098)
 
1948 Op basis van vernoemingen moet er een zoon Evert zijn geweest. En hij wordt ook in enkele bronnen genoemd als zoon in dit gezin. Ik heb van hem geen doop teruggevonden in Ridderkerk. Evert (I4760)
 
1949 Op de Pk van Johan staat bij datum 3jun40 het adres Woerden Nieuwstr 7 doorgestreept en daaronder staat (zonder datum) Waalre Stationsstr 105.
De plaats van het huwelijk zou dus Waalre kunnen zijn wat op zich ook logischer is. 
Gezin F223745974
 
1950 Op de immigratie papieren worden 2 kinderen genoemd die niet gematch kunnen worden op bekende namen:
Lousise 21 juli 1946
Hellene 23 dec 1949
De bekende kinderen Willemine en Harry kunnen hierin niet herkend worden.
na contact met 1 van de kinderen blijkt Hellene een fout op de papieren te zijn is dit kind Willemine. Harry is in Australië geboren dus stond niet op de immigratie papieren. 
Ambagtsheer, Arie (I5498)
 

      «Vorige «1 ... 35 36 37 38 39 40 41 42 43 ... 105» Volgende»