Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 301 t/m 350 van 5,248
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
301 | 6 kinderen erven bij het overlijden van Cornelis Rapholm Swaan (hun oom) op 30 augustus 1828 een netto bedrag van 30 gulden. | Gezin F37
|
302 | 6 oct 1724: Volgens overschrijving van de Secr. van Bergambagt, hebben Schout ende Schepenen van Amm. getaxeert de nalatenschap van Willem Pouwels, overleden in Bergambacht. Een grient groot omtrent een ½ hont, leggende bij den lijnbaen, bel; t.o. Heijndrick de Lijndraeijer, t.w. Jan Tonisse Griek, getaxeert op 20-0-0. Item een grient leggende agter de Kerck, bel; t.o. Cornelis den Hoet, t.w. Tonis Blom, groot omtrent 7½ roede, getaxeert op 20-0-0. Aldus getaxeert bij Cornelis Niepoort Schout, Arij Tonisse Griek ende Abram de Bruijn, Schepenen van Amm. gedaen in gevolgen de ordonnantie ende placcaten van haer Ed Groot Mog. Heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant. Actum den 6 oct 1724. [Hogendia; Ammerstol - RA nr. 25 Register van aangifte en taxatie voor het collateraal 1668-1734 ; B. Eikenboom] | Griek, Jan Teuniss (I21915)
|
303 | 6-11-1678 getuige bij doop Jeremias zoon van Cornelis Geerits Vucht en Jaqemijntje Pieters van Baesbanck | Aert Jacobs (I5437)
|
304 | 6-2-1671 Marichjen Claesd wde van Cuijnder Jansz won alhier, te eenre en Arijen Andrijese als neef en bloedvoogd paternel van Jan Cuijndersz, zijnde nagelaten weeskind van eerst genoemd echtpaar, te andere. Deling als volgt: 1.de wde erft alles, maar moet kind opvoeden tot mondige dagen en dan 3 cg moet uitreiken. (bewerking WA inv 2 door Ir. A.I. Grabowsky † m.m.v. B. de Keijzer ) | Marigjen Claes (I10961)
|
305 | 6. (juni) Gerrit Henrix Morre te half twee op Bethlehem kerkhof | Morre, Gerrit Hendriksz (I17783)
|
306 | 7 feb, 26 feb Pieter Pietersz, weduwnaar van Maergien Joosten, won. Putterschoeck en Aariaentie Willemsdr, jd van Strijen, won Puttershoeck met att. van Strijen | Gezin F596
|
307 | 7 jan 1619; Leen 100 rijksgulden van Adriaen Cornelis, steenhouwer. Vervalt 7 jan 1620 met 1/16 rente per jaar. Voldaan 2 nov 1627 [SA Breda inv 518, fol 3v; vestbrieven] | Aert Dirck Aerts (I22430)
|
308 | 7 juni 1752 geeft Saars Jans Griek aan het lijk van Teuntje Saarse Bouwman van Ammerstol..pro deo | Bouman, Teuntje Saarse (I21916)
|
309 | 7 septembrii Rutgerus et Maria gemelti van Goeken Anninck en Garardina Etgerinck parentes Engelberta Etgerinck patrina | Annink, Rutger (I21460)
|
310 | 7 weken oud; moeder niet vermeld | van Aalderen, Willem (I12238)
|
311 | 8 feb; Ary Oudijn sullende alhier begrav sijn vrouws vader Chiel Ambagtsheer, geeft hem aan ... pro deo | Ambachtsheer, Machiel Reyerse (I10696)
|
312 | 8 july Pieter Wor en Neeltje Wapperoom get. Johanna de Leeuw; Hendrikus | Wor, Hendrikus (I24475)
|
313 | 8 jun 1754: 203) Pieter Smits, Hermanus Snel, Teunis de Bruijn, Willem Snel, Pieter den Bonsert en Reijer Verbaan, Schout en Schepenen van Ammerstol, erkennen, mits deze openen brief, dat Jan van der Horst, Geregtsbode deser stede, uit kragte van sekere authorisatie bij geswoorene van sHeeraartsberg en Bergambacht, in dato den 9-3-1754 op hem verleent bij somme van discreet, na voorgaande sommatie arrest, sondagse proclamatien en andere solemniteijten, daartoe gerequireert op den eerste Julij 1754 publ. verkocht heeft, aan Cornelis den Vries, als eerste mijnende, zeker huisinge en erve toebehoord hebbende Jan Tonis Grieks wed. staande en gelegen alhier, bel; ten o Huijg Kok, ten w de wed. Huijg de Bruijn. [Hogendia; Ammerstol - RA nr. 9 Protocol van opdrachten en schuldbrieven 1692-1757 ; B. Eikenboom] | Griek, Jan Teuniss (I21915)
|
314 | 8 jun 1754: Overgebragt bij den rendant aan handen van Schout en Schepenen van Ammmerstol, ten bij wesen van de pretente geintresseerden op heden den 8e junij 1754. Reekening bewijs en reliqua, die doende is Jan Braat in qualiteijt als Secr. van Amm. van de penn. ten sijnen Secretarie geconsigneert geprovenieert van de bij executie verkogte huijsinghe en erve van Jan Tonisse Griek wed. Ontfang. 1 junij 1754 heeft Jan v d Horst geregtsbode van Amm. op behoorlijke authorisatie, na voorgaande sommatie, arrest en proclumatie publiek ten overstaan van Schout en Schepenen van Amm. verkogt zeeker huijsinghe en erve, staande ende gelegen te Amm. toegekomen hebbende Jan Tonisse Griek wed. aan Cornelis de Vries voor de somme van 160 gld. Uijtgeef. Den rendant voor executie kosten. 14.2.0 Verschoten treckgeld. 2.0.0 Bet. aan den Gadermr. voor ordinaire verpondingen van 1748.49.50. 6.2.12 Bet. aan de erve van den geweesen Gaarmr A.v.Gilst. 18.19.8 Comt de Secr. consignatiegeld. 2.13.12 Het schrijven van de reekening met vacatie. 6.0.0 Voor het grosseeren van dien. 1.16.0 Schout en Schepenen voor haare vacatie. 3.6.0 De Bode voort citeeren van de Gerechte. 0.12.0 Meerdere ontfang als uijtgegeven, verklaart Jan Harlaar in qualite als voogd over de kinderen van wijlen Jan Schenk, bij deze onderteekening, bekendt ontfangen te hebben in mindering van het speciaal hypotheek, dat dezelve kinderen op het voorn. bij executie verkogte huijs en erve hebbe aldus gedaan gerekent en geslooten bij de rendant en in handen, als benevens het hooft dezer gemeld, in het regthuijs van Amm. 8 junij 1754. [Hogendia; Ammerstol - RA nr. 22 Inventarissen en boedelscheidingen 1668-1762; B. Eikenboom] | Griek, Jan Teuniss (I21915)
|
315 | 8 juni 1635; Jacob Gilsemans als getrout hebbende Anneken Molemans, soo voor hemselven ende als voocht over de twee naegelaeten weeskinderen van Andries Lensen en Catharina Molemans, ende Hendrick Wagesn als getrout hebbende Catharina Molemans, machtigen Anneken Molemans en Jacobs Gilsemans om in Ceulen te vercoopen een huis ende erve, aenbestorven bij doode van Jan Molemans ende Ytgen Gemenich hun ouders. | Gilsemans, Jacob (I22446)
|
316 | 8 junij baptisata et prels Walteri Adriani Moiterus in Onsenoort et uxor Gerarda; susceptor Servatus Henricus, Johanna Joannes prelis Henricus | Henricus (I24617)
|
317 | 8 may 31 may Tijs Rooon j.d. en Petronella Wor j.d. bijde van hier | Gezin F223749363
|
318 | 8 sep 1931 gearriveed in Wanneperveen (B6) 3 sep 1936 verhuist naar Raamsdonk | van Aalderen, Lulof (I12831)
|
319 | 8 sept Pieter C. Wor en Neeltje J. Wapperse get...; Marrigje | Wor, Marrigje (I24471)
|
320 | 8 weken oud | van Aalderen, Willempje (I19293)
|
321 | 838. Rekening van ontv. en uitg. van de goederen nagelaten door: Adriaen Verstelle (vader), Geertruijt Verstelle (grootmoeder) en Willemijnken Dirkx (moeder) t.b.v. Geertruijt Verstelle. 1666- januari 23. Overgebracht door: Cornelis Verstelle, Cornelis Wagenaer, Mattheus Oije (gehuwd met Geertruijt Verstelle, voogden). 1 katern. | Verstelle, Adriaen Anthonisse (I22459)
|
322 | 9 Gerrit de Haan, Elizabeth Maesten; Cornelis | de Haen, Cornelis Gerritsz (I24528)
|
323 | 9 Gilya Barta van Domselaar weduwe van Hendrik van Hulstyn laat kinder naa | van Domselaar, Gilia Bartha (I2380)
|
324 | 9 Tuenis Verwout tafelakewerker bij de pestbrugh buytend' leytse poort | Verwout, Tuenis (I23688)
|
325 | 9 feb 1683; Aryen Willemsz voor hemzelf en als voogd van Aert Willemsz, Jan Willemsz, Aefje Willems en Meynsje Willems, mitsgaders Tijs Cornelisz Slinger voor hemzelf en in opdracht van Tijs Willemsz, Jacob Aertsz van Vliet x Neeltje Willems, Jacob Aryen Damen x Crijntje Willems, Willem Jan Bouwens x Marritje Willems (volmacht van notaris Jacobus Backer te Stolwijk d.d. 9-1-1681), kinderen van Willem Ariensz, verkopen aan Aryen Aryensz (won. Gouderak) een huis en erf in de Hoge Nesse aan de Groenendijk, naast staande huizing van Goosse Janse Schaer, alles in de belending volgens opdracht d.d. 29-5-1655. Prijs 69.5.0. [samh.nl; Oud-rechterlijke archieven ; transporten en hypotheken] | Willem Ariensz (I21943)
|
326 | 9 jaar dienst van VOC ter kamer Amsterdam op het schip "De Generale Vrede" naar Oost-indie gevaren en op terugreis overleden, dit was in 1711 | Ambagtsman, Cornelis Maartense (I18773)
|
327 | 9. Matheus de Haan, Bregyna den Nijver; Gerrit | de Haan, Gerrit Matheusz (I4789)
|
328 | 93680 No. 119/132v dd 06.07.1709 Johan van Asperen, schout, Arien Willems Eyckelenboom ende Arien Joosten, heemraden. Compareerde Gerrit Thijsen timmerman als getrouwt hebbende Neeltje Gilles de Heck, woonende onder Hardinxvelt, Ambrosius Cool als in Huywelijck hebbende Catharina Aertsdr weduw wijlen Aert Gilles de Heck, woonende onder Naeltwijck, te samen erfgenamen ab intestato van wijlen meester Jan de Heck, in sijn leven schoolmseester in Sliedregt, voor de ene helft ende Arien Sterrenborght als in huywelijck hebbende Teuntje Jans, woonende op Giessen Nieuwkerck ende Cornlis Jans, woonende op als taetst gemelt, te samen voor 1/4, Willem Pieters, woonende onder Bleskensgrafeff, Jan Pieters, woonende op de Haer in het landt van ARckel, Grietje Pieters, woonende o de Laege Giessen onder het landt van ARckel ende Teunis Jacobs, getrouwt hebbende Geertruyt Pieters, woonende in Molenaersgraeff, Pieter Teunis Ambagtsheer, woonende op hardinxvelt, mitsgaders de voorss Willem Pieters, Jan Pieters ende noch als voogden van Arien Teunis Ambagtsheer, de twee laetst gemelte kinderen van wijlen Duyfje Pieters, overleden onder Hardinxvelt, te samen jegens het laetste 1/4 part ende als testamentaire erfgenamen van wijlen Cornelia Cornelis, gewesene huysvrouw van wijlen meester Jan de Heck voornoemt, de welcke verclaerde te samen te cederen aen Teunis Ariens Kroos, woonende onder Naeltwijck, seeckere buyten hysinge ende erve, mitsgaders boomgaert, staende ende gelegen onder Naeltwijck buytendijcks, streckende van de buyten kant van de dijck suytwaerts op tot in het Diepje toe, belent ten oosten de weduwe van Egbert Cornelis ende ten westen wijlen Jan Pieters Baen, cum suis. (uit Sliedrecht tot 1715 deel 17; ARA 1119 gerecht van Naeltwijck) | Duyfje Pietersdr (I3115)
|
329 | :Hillegersberg . .Hillegersberg f 3,- | Gezin F1190
|
330 | :Hogendijk . «tab» ;t Hang | Gezin F1183
|
331 | :Hoofdstraat . .Vissersdijk | Gezin F1178
|
332 | :Rotterdam . .Rotterdam pro deo. | Gezin F1242
|
333 | :Zoetensteeg . .Wijnstraadt | Gezin F1174
|
334 | ; moeder vermeldt als Christina van Dockum | Christina Gerritsen (I23949)
|
335 | ;;;AKH 16/214 sub b:c.269 ITEM 171 ROLE 117-09 GIVN Hendrik SURN van Voorne/Voorneburg | Voorneburg, Hendrik/van Voorne (I20369)
|
336 | 1293-1293; Voert men is sculdich Janne van Dordrecht borgher van Brugghe ende Jacob sijnen sone jofte den ghenen die die hantveste brenghet van horen weghen, vijftich pont ghelts Parizijs, jaerlijchs te gheldene tote Brugghe op onser Vrouwen dach tote half ogheste, wie langhe van hem tveen hoerre een levet. Zie noot bij vermelding Jan van Durdrecht/Dordrecht | van den Worde, Jan Florence (I24026)
|
337 | 14 mrt 1293; Clais die Vos ende Ogene zijn wijf gauen halme ende wettelike ghifte Diedericke vuten Rosen ser Jans boef van Durdrecht van enen ymete lands, lettel meer jof lettel min, ligghende binder prochie ende binden ambochte van Sinte Crues vp sproefs ende jn steden tusschen Willems van Otseis enter zieker lieden, streckende jnde Reye. Ende sie weddents Diederike vten Rose vors. te ser Jans boef van Durdrecht te wetten, te waerne wech ende land, quite land met sire rechter sproefs scult te zinen vrien eghijndome ser Jans van Durdrecht vors. jeghen elke mensche. Dit kennen redenars vp sproefs, Gillis f. Gosins ende Clais f. Willems. Dit was ghedaen tsaderdaghes naer alf vastene, anno Domini millesimo CCo nonagesimo secundo. | van den Worde, Jan Florence (I24026)
|
338 | 2 januari 1306; tallen den ghuenen die deser letoren sullen sien jof horen lesen ic Jacop Utensacke portre in Bruoghe saluut in onsen Heer je doe u te wetene dat ick hebbe ontfanghen van Jan Florence van den Worde portre van Dordrecht drie goudene grote van den sculden die mie die van Dordrecht sent sin waur of je mie houder wert ghe- part ende verlonent dat of te quitane jeghen elken mensche in woontscepen van de sen … gheseghelt met minen segheler huuthanghende ghemaect ende ghegheven sondags vor dartien daich int jare ons Heren dusentichdriehondertendevive | van den Worde, Jan Florence (I24026)
|
339 | 24 juni 1284: Jc Michiel Bacheleer van Rupelmonde portre in Antwarpen make kont ende kenleec alle den ghenen die desen brief sullen sien ende horen dat ic hebbe ontfanghen bi Janne den clerc van Dordrecht drie hondert pont Hollantse van sulker sculd alse mi die graue van Holland sculdech was, daer die van Dordrecht borghen of waren bi haren letteren, ende lye dat ic daer mede ghehel[.]ke ende al betaeld bem vander [...]seider* sculd. Jn orkonde desen bri[...] daer omme so biddic iou Willem vanden Steenhuse, die mijn ward sijt te Dordrecht, dat ghi den scepenen al daer hore letteren van dier sculd weder gheuet die onder iou lecghen. Jn orkonde minen seghele. Dese brief was ghegheuen jnt jaer ons Heren M° CC° viere tnde tachtich, sente Jans messe. | van den Worde, Jan Florence (I24026)
|
340 | Citaat uit "De oudste stadsrekeningen van Dordrecht 1283-1287": Hand II. Deze hand schreef bijna de gehele eerste Dordtse stadsrekening (te weten een post op blad 1, ende bladen 2-8 grotendeels; zie afb. 4). Daarnaast is hij bekend van 24 oorkonden uit de periode 1278-1290, van welke stukken er 23 uitgingen van of bestemd waren voor de stad Dordrecht; voorts schreef hij een grafelijke oorkonde bestemd voor de inwoners van Pendrecht. In een door II geschreven oorkonde zien we Janne de clerc van Dordrecht handelend optreden, reden voor Gysseling om te veronderstellen dat deze Jan identiek is met de hand. In de stadsrekeningen wordt deze Jan de klerk herhaaldelijk genoemd, zo onder andere in de rekening van de uitgaven van 1284-1285, in de posten die betrekking lijken te hebben op de uitvaardiging van een aantal door II gemundeerde oorkonden. In die posten wordt melding gemaakt van het uitvaardigen van voor de stad blijkbaar belangrijke stukken, die de hantvesten worden genoemd. Voor de bezegeling van de betreffende stukken diende men een reis te maken naar de grafelijke klerk meester Gerard van Leiden; deze hantvesten waren derhalve door Floris V uitgevaardigde oorkonden. De stukken werden echter in de stad geschreven, tijdens een feestelijke bijeenkomst in het huis Brandenborg, in aanwezigheid van een aantal magistraten en Jan de klerk. Het kan bijna niet anders of deze posten hebben betrekking op de reeks van zeven op 14 september 1284 door de graaf uitgevaardigde oorkonden, welke reeks bestaat uit negen stukkken (een oorkonden is in drievoud uitgevaardigd), waarvan er zeven zijn gemundeerde door hand II. Een en ander vormt een bevestiging van Gysselings veronderstelling dat hand II identiek is met Jan de klerk. Over Jan de klerk is verder wel het een en ander bekend. In deze tijd betekent het woord clerc nog steeds 'geestelijke', speciaal een met een lagere wijding: ook Jan zal zo'n wijding hebben ontvangen. Hij heeft in ieder geval Latijnse oorkonden geschreven, waaruit volgt dat hij die taal machtig was, wat weer wijst op een status als geestelijke, of in ieder geval op een opleiding vaan een kapittel- of kloosterschool. Hierboven is al melding gemaakt van de belangrijke positie van Jan de klerk in Dordrecht. Het door hem gebruikte dictaat, aantoonbaar vanaf 1277, oefende grote invloed uit op het dictaat van de andere Dordtse stedelijjke klerken, waaruit blijkt dat hij bovenaan stond in de in de 'ambtelijjke' hierarchie. Zijn taak beperkte zich niet louter tot het redigeren en schrijven van oorkonden en andere stukkken. Zo blijkt uit de rekeningen dat hij de graaf anchterna reiste voor het verkrijgen van stedelijke priivileges, dat hij financiele regelingen trof met betrekking tot schulden van de stad bij derden, en dat hij reizen maakte naar onder andere Nijmegen, Zeeland, Putten en Strijen. Jan bekleede een belangrijke functie in dienst van de stadsregering, als een pensionaris avant la lettre, in welke functie hij de eerste was in een lange reeks. Hij moet een aanzienlijk persoon zijn geweest, en was niet onbemiddeld. | van den Worde, Jan Florence (I24026)
|
341 | Aagtje dogter van Daniel van Rij en Annetje de Kroock, get. Lijsbeth Tuinraat gedoopt den 23 october 1729 | van Rij, Aagje Daniels (I1196)
|
342 | Aalderen, K. van geboren 17 april 1910, heeft de reis gemaakt met het schip Groote Beer, aangekomen in Australië op september 1951, emigratiekaart in kaartenbak Sydney (zie ook: http://proxy.handle.net/10648/76abe13c-e8eb-102c-b6de-005056a23d00 ) | van Aalderen, Klaas (I12669)
|
343 | Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als 'Festkrönung') nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het 'Leugenveld' bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk 'de Duitser' en Karel 'de Kale', die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in 'fraternitas' te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar. [website Karel de Grote] | Lotharius I koning der Franken en Lombarden (I1928)
|
344 | Aangevinge gedaan door Pieter Crijnsz van Dijk als sullende trouwen met Maria Roeters woonende tot Delft | Gezin F186
|
345 | Aangifte als Cornelis Ambagtsheer zonder vermelding van vader | Hoogendoorn, Cornelis (I3093)
|
346 | Aangifte gebeurt door Johannes ter Burg deze is getrouwd met Arendje van Aalderink. Het ontbreken van een doop van een kind Arendje bij deze ouders doet vermoeden dat deze Arendje de 25-feb-1781 gedoopte buitenechtelijke dochter van Annegien Aarts is. Deze laatste is dan een vermoedelijke zuster van Johanna | van Aalderink, Azwerus (I15428)
|
347 | Aangifte gedaan door Erik Ambagtsheer oud 69 jaren | Ambagtsheer, Herman (I14758)
|
348 | Aanname dat Jacobus geboren 1723 de zelfde is als de met Jacomina Jacobs getrouwde op grond van naam eerste zoon en het feit dat leeftijd klopt met trouwdatum alsook dat er rond die tijd geen andere Jacob van Aalderen/Aalderink van deze leeftijd in Zwolle verbleef. 1 oct 1750; Jacob van Aalderink begraaft een kind 12 aug 1751; Jacobus van Aalderink begraaft een kind 19 aug 1760; Jacobus van Aalderink begraaft een kind 2 apr 1767; wed Jacobus van Aalderen uit 't Mannen Armenhuis begraven | van Aalderen, Jacobus (I12899)
|
349 | Aantje Arends van Lopik | Ambagtsheer, Ariaantje Jacobse (I10649)
|
350 | Abraham Aresteijnse en Ariaentge Phillips | van der Muijnck, Matheus Andriesse (I22661)
|