Startpagina | Wat is er nieuw | Foto's | (Levens)verhalen | Bronnen | Rapporten | Kalender | Begraafplaatsen | Grafstenen | Statistieken | Familienamen |
Treffers 1,351 t/m 1,400 van 5,248
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1351 | Harmanus van Leeuwen jongeman en Maria Tijsse Bosselaer jongedochter beyde van Schiedam woonende alhier | Gezin F223748656
|
1352 | Heden des[en] 25en junius '81 zoo es voor ons Jan Remoortere ende Hendrick van Zele schepenen van S[in]te-Pauwels ghecommen ende ghecompareert in propre p[er]sone Lievyne Boorms dewelcke kendt en[de] lijdt bij des[en] upghedreghen en[de] met goeder herten ghegeven het derde van haeren goeden zoewel meuble als immeuble, present en[de] toecomende te weten Margueriete V[er]berchmoest d’welck zij ghehadt heeft bij Andries Verberchmoest ende dies eyst bespreck indien dat zij Lievine meer ander ghetraude kin[deren] ghecreghen in hae[ren] huwel[ijck] zoe zal dit kindt deelen manieren ghelijck zij Lievine ’t zelve kindt belooft heeft elck naer huerl[ieden] doot ’t zelve te deelen ende waer ’t bij aldien dat ’t zelve kindt gherackte te huwen en[de] storve zonder hoir zo zal ’t zelve goedt wederomme commen in den handen van [de] gerechtighen hoirs vandaer ’t zelve goedt ghecommen es ende indien ’t zelve kindt gheraeckte te huwen eer dat de vader ofte moedere doot waeren zoe beloven zij ’t zelve kindt te helpen elck zo zij daer eere afbegheeren oft hebben willen elck naer zijn v[er]moghen. Dit es aldus ghedaen ten daeghe en[de] jae[re] als boven. Ons t' orconden. Onderteeckent Jan van Remoortere met zeker handteecken ende Heyndrick van Zele met zeker handteecken. [GOA Kemzeke en Sint-Pauwels register 362 fol 170 pg296; transcriptie door Chris van Dijkum met correcties van Kasper Lundemann en Pauwel via de Leeshulp sectie van Stamboomforum] | Borms, Levine (I21723)
|
1353 | Heden desen 9en februarij anno 1713 compareerden voor mij Coenraad van Rijp notaris publ: etc: ende voor de nabeschregen getuygen d’ Heer Sibert Wor soon van d’ Heer Cornelis Wor wonende tot Utregt voor een sesde part geinstitueerde erfgenaam van juffrou Elisabet Goijaarts weduwe van d’ Heer Antony Buys volgens haar edele testa- ment gepasseerd voor den notaris Bartholomeus van Gilsdorp van sekere getuigen in Dordrecht in dato den 12en maart 1701 ... | Wor, Sijbert Cornelissen (I24331)
|
1354 | Hedent des[en] 13 in april 1577 zo zijn v[er]gadert gheweest ten huyse van Adriaen Maes, weerdt binnen S[in]te-Pauwels, de persoonen hiernaer volghen[de] te wetene; heer P[iete]r Tack, pastoor derselver prochie, ende heer Jan de Burchgrave, capelaen derselver prochie, ende Olivier van Vlierberghe, Matheeus V[er]berchmoest, ende Lauwereye de Wree, aldaer v[er]accordeert sij[n] ter p[re]sentie van de ghetuyghen alsvoren met een vriendel[ijck] appointement irrevocabele eenen Andries V[er]berchmoest met Levine Borms van alle zulcke zaeken die zij soude moghen met malcanderen uuytstaen hebben ter cause van een procuratie ofte generatie van eene vrucht die gewonnen es buyten den huwel[ijcken] staet tusschen hem Andries ende Levyne Borms, genaempt Margueriete ende de houde van [de] kinde es twee jae[ren] ende acht maenden ende des[en] twee p[er]soonen voors. schelden malcanderen quijte alsoo wel d’ één als d’ andere van alle defloratie, beloften die heymel[ijck] oft openbaer soude moghen ghebuert zijn hoe ende in wat qualiteyt dat ghebuert zoude moghen wes[en] alle excepsie huitghe... op coditie soo hiernaer volcht dat hij Andries es ghehouden ( midtsgaders … … ) het voors. kindt Grietien te houden tot dat 17 jaer houdt is ende begheert alsdan de moedere ofte de dochtere ten zeventien jae[ren] van huer vader te scheeden mach, huer v[er]hueren ende gaen dienen daer ’t huert beliefven zal tot hueren ieghen prouffijte ende als dezelve dochtere ten huwelijcken staet zal commen zo zal hij Andries vader schincken liberal[ijcken] de so[mm]e van vijchftich carolus guldenen eens wel v[er]staende waerdt dat dan daernaer dezelve dochtere quame te stervene zonder hoir soo sullen zulcke ghiften van [den] vader ghegeven wedere-omme commen tot den rechteren ende naesten hoore van hem Andries vadere ende waer ‘ t dat hij Andries V[er]berchmoest storve zonder eenighe meer kinderen achter te laethen in den huwel[ijcken] staet soo beset hij bij des[en] het ’t zelve kindt ofte dochter Grietien liberalijcken met zijnen vrijen eyghen onbewonghen van hiemant ende ter presentie van zijn vrienden het derde van zijnen goede, muebele en[de] immueble, toecomen[de] ende present sonder eenighe wederroepen wel v[er]staende alsvoren compt het kindt ofte dochtere te sterven zonder hoor dat alle sustenighe dotacie weder sullen keeren en[de] struyck nemen ten struycke van hem gheveren noch soo es bespreck van ’s moeders weghen dat sou het kindt dotieren en[de] beghyften sal doteert en[de] beghift bij des[en] haer kindt en[de] dochtere voors. van het derde van hae[ren] goede meuble en[de] immuebele p[re]sent en[de] toecommende in also verre als zij gheen kinderen meer en heeft ende waer ’t dat sij meer kin[deren] in den huwel[ijcken] staet dan drye ofte viere ofte zulcx als ‘t Godt beliefven zal soo sullen ma[n]nen gheestel[ijcke] ende weer[lijcke] daertoe gheropen zijn[de] dat schicken naer avenante ’t huerlieder discretie wel v[er]staende quame ‘t zoo dat de dochter sterf onbedeghen alsvoren soo zal dezelve dotatie van de moeder oock volghen haer naeste hoirs. Actum ten daeghe als voren ter presentie van [de] ghetuighen voren ghenoempt. t’ Orconden elck bijsonder zijn handteecken hieronder ghestelt. Onderteeckent Andries V[er]berchmoest met zeker handtteecken, bij laste Livine Borms met zeker handteecken, bij laste Lauwereye de Wree met zeker handteecken, Burchgrave met zeker handteecken, Vlierberghe met zeker handteecken ende Matheeus V[er]berchmoest met zeker handteecken. [GOA Kemzeke en Sint-Pauwels register 362 fol 170 pg 295 en 296; transcriptie door Chris van Dijkum met correcties van Kasper Lundeman en Pauwel via Stamboomforum] | Gezin F223748619
|
1355 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I1047)
|
1356 | Heemraad van Oost-IJsselmonde. | Leenaert Japhets (I2631)
|
1357 | Heer Jansdochter | de Herbais, Jenne (I22638)
|
1358 | Heer van Renswoude. Kreeg omstreeks 1363 het leengoed Grevenbroeck geschonken en noemde zich vanaf toen Robert van Grevenbroeck Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te 's-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7. Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als 'grand seigneur' kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier 'Van Renswoude' genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden 'van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens'. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d' Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38. Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149. Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r. Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye. Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie's oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren '50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen. Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo'n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen. (website Karel de Grote; reeks 97) | van Grevenbroeck, Robert (I17740)
|
1359 | Heidenschap | Martje Wierts (I22953)
|
1360 | Heinderick Matisse Catarina Muelemans moeder Johannes Jacob Gilsemans vader Appolonia Matijs Catrina Lecht | Gilsemans, Johannes (I23850)
|
1361 | Heinderick Matisse Catrina Müelemans Matijss Beateres Matijss Catrina Lutselkerck | Matijs Heindericks (I23856)
|
1362 | Heinderick Wagens Catrina Müelemans Anna het k indt Jacob Schats | Wagens, Anna Hendricksdr (I23855)
|
1363 | Heindrick Dircksz Mull, wonend buiten het Hofpoortje, bekent 300 gld geleend te hebben van Pieter Maertensz, ambachtsheer van Schiebroek -als voogd van zus Liedewitge Maertens. Ze komen een betalingsregeling overeen. Tot borgen stellen zich Ary Aryensz Keyser, wonend buiten het Hofpoortje, en Frederick Augusthynsz Joncker, wonend buiten de Delftse Poort. [schuldbekentenis 04/05/1647; ONA Rotterdam; inv 538;Akte/Blz. 33/39;Notaris Isaac Troost] | Liedewitge Maertens (I21694)
|
1364 | Heliksuinda is stichteres van de dom van Schweinfurt. In 1003 weet ze de verwoesting van de kerk en het kasteel van Schweinfurt te voorkomen als het leger van de koning de opdracht heeft om de opstandige Hendrik van Schweinfurt zo te bestraffen. Ze sloot zich op in de kerk en liet het leger weten dat als ze de kerk zouden afbranden, ze haar mee moesten verbranden omdat ze de kerk niet zou verlaten. Uit respect voor de oude dame heeft het leger de kerk ongemoeid gelaten en slechts enkele symbolische stenen van het kasteel verwijderd. Heliksuinda is begraven in de dom van Schweinfurt. [wikipedia] | van Walbeck, Heiksuinda (I20868)
|
1365 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin F223748490
|
1366 | Hendrick Jansse van Esterbrugge ijsercooper weduwenaer van Rotterdam ende aldaer woonende Judick Adriaense Wor j.d. van Dordreecht wonende bij de vleyshouwerstraet getrouwt hier binnen den 3 january 1638 proclamatie tot Rotterdam | Gezin F223749299
|
1367 | Hendrick Tijmens 't k[ind] Tijmen | Dingsté, Tiemen (I405)
|
1368 | Hendricus s. van Gerrit Morre en Grietje Jans | Morre, Hendricus Gerrits (I17794)
|
1369 | Hendrik Ambachtsheer, 71, 1445 Cassadaga Road, Orange... January 11, 1986 Hendrik Ambachtsheer, 71, 1445 Cassadaga Road, Orange City, died Wednesday. Born in Holland, he moved to Orange City from Venezuela in 1961. He was a former employee of an oil company in South America and had worked in industrial construction and farming. He was a member of the Dutch Reformed Church. Survivors: wife, Hilda; son, Pieter C., DeLand; daughters, Geertrui E., Orange City, Victoria C. Lane, Longwood; sister, Nel Nieuwenhuizen, The Netherlands; four grandchildren. Allen-Summerhill Funeral Home, DeLand. | Ambachtsheer, Hendrik (I118)
|
1370 | Hendrik Ido Ambacht | van Driel, Anthonis Cornelisz (I16649)
|
1371 | Hendrik Pouwels wed van de Nijstad, Mechteld Jacobs j.d. van Oldenheel | Gezin F223745123
|
1372 | Hendrik Tijmen Dingstee j.m. van Meppel en Roelofje Jans Lefferts j.d. van Dwinglo | Gezin F190
|
1373 | Hendrik Wor j.m. alhier Hester de Voijs j.d. te Gouda attestatie gegeven aen Gouda den 24 aug 1800 | Gezin F223749386
|
1374 | Hendrik erfde van zijn vader grote familiebezittingen rond de Main en in het gebied tussen de Main en de Donau. Hij volgde hem bovendien op als markgraaf van de Nordgau, graaf van Schweinfurt (stad), Radenzgau en de Volkfeld. Hendrik steunde in 981 de Italiaanse veldtocht van Otto II met 40 ridders. Later werd hij verbannen door Otto III wegens zijn conflicten met de bisschop van Würzburg dat begon doordat Hendrik onrechtmatig een vazal van de bisschop de ogen had laten uitsteken. Hendrik steunde de kandidatuur van de latere keizer Hendrik II in ruil voor de belofte van functie van hertog van Beieren. Toen Hendrik wel tot keizer was gekozen maar zijn belofte niet inloste, steunde Hendrik de opstand van Boleslaw Boles?aw I van Polen, die echter in 1003 werd neergeslagen. Het huwelijk van dochter Eilika met Bernhard II van Saksen heeft vast met deze verwikkelingen samengehangen. Een aantal andere hoge edelen nam ook deel aan de opstand, de opstand was een algemene uiting van onvrede met de houding van de koning die teveel inbreuk maakte op de rechten van de adel. Hendrik werd dan ook soepel behandeld door de legers van de koning. De kastelen van Hendrik vielen snel in handen van de troepen van de koning, die het bevel om de versterkingen te slopen in de regel negeerden. Van de burcht van Schweinfurt werden slechts symbolisch enkele stenen verwijderd, toen Hendriks moeder Eilika zich in de kerk van het kasteel opsloot een dreigde dat ze zich zou laten verbranden als de koninklijke troepen het kasteel in brand zouden steken. Een ander kasteel werd overgegeven in ruil voor vrije aftocht van de bezetting en van Gerberga en haar kinderen, ook dat kasteel werd nauwelijks beschadigd. In 1004 vroeg Hendrik om vergiffenis. Hij werd voor onbepaalde tijd opgesloten onder hoede van een bisschop, maar nadat hij in drie dagen en nachten in hoog tempo alle psalmen had gezongen en bij iedere psalm een kniebuiging had gemaakt, kreeg Hendrik genade en werd ook weer in deel van zijn lenen hersteld. Hij diende daarna de keizer als veldheer en overleed na een langdurig ziekbed. Hendrik werd begraven bij de kloosterkerk in Schweinfurt. [wikipedia] | van Schweinfurt, Hendrik (I20865)
|
1375 | Hendrik s. van Gerrit Morren en Grietjen Jans | Morren, Hendrik Gerrits (I17792)
|
1376 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin F223748428
|
1377 | Hendrik van Leeuwen, naar alle plaatsen 17 april 1761 folio 27verso | van Leeuwen, Hendrik (I20126)
|
1378 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Gezin F223748428
|
1379 | Hendrik volgde in 1082 zijn vader Walram I op als graaf van Limburg. Hij verzette zich in 1094 tegen de benoeming van Arnold I van Loon als voogd van Sint-Truiden voor de bezittingen in het bisdom Metz. Zelf werd Hendrik in 1095 benoemd tot paltsgraaf van Neder-Lotharingen. Hij volgde zijn hertog Godfried van Bouillon in de eerste kruistocht en keerde daarna naar huis terug. In 1101 werd hij benoemd tot opvolger van Godfried als hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van het markgraafschap Antwerpen. Zijn bestuur wordt vooral herinnerd omdat hij de schenking van tienden door Godfried aan Antwerpse kerken, ongedaan maakte. In 1106 moest Hendrik zijn functie opgeven omdat hij trouw bleef aan Hendrik IV (keizer) na de coup van diens zoon Hendrik V (keizer). Hendrik werd zelfs gevangen gezet maar wist te ontsnappen. In 1108 nam Hendrik paltsgraaf Siegfried gevangen die een complot tegen Hendrik V zou hebben beraamd. Hierdoor kwam Hendrik terug in de gunst van de keizer. Maar in de volgende jaren koos ook Hendrik de kant van de tegenstaners van de koning. Hij vocht mee met de Lotharingse edelen die in 1114 de keizer versloegen bij Andernach. In 1115 was hij een van de aanvoerders van de Lotharingse troepen die de Saksen hielpen tegen de keizer in de slag bij Welfesholz, waar de keizer opnieuw werd verslagen. Op de terugweg veroverden de Lotharingers Münster (stad), en verwoestten ze de palts van Dortmund en een aantal kastelen. In Mainz werd vervolgens een wapenstilstand bemiddeld. Daarna zijn geen bijzonderheden over Hendrik bekend. [wikipedia] | van Limburg, Hendrik I (I20820)
|
1380 | Hendrik volgde in 1131 zijn vader op als graaf Geldern en Wassenberg, in 1138 erfde hij het graafschap Zutphen van zijn moeder. Hendrik had goede relaties met het aartsbisdom Keulen en met keizer Frederik I van Hohenstaufen. Daardoor wist hij zijn positie in het hele gebied van Friesland tot aan de Maas uit te breiden met een aantal versnipperde bezittingen. Hij verkeerde daardoor op gespannen voet met de bisschoppen van Utrecht, Luik, Münster (stad) en Paderborn (stad), en met de abt van Corvey. Daarom sloot Hendrik een verbond met de stad Utrecht maar moest dat onder Hollandse druk weer opzeggen. Hendrik overleed in 1182 en werd opgevolgd door zijn zoon Otto I. Hij werd begraven in het klooster Kamp [wikipedia] | van Gelre, Hendrik (I20307)
|
1381 | Hendrik was graaf van de Wormsgau, stierf als een jonge man en werd begraven in de dom van Worms [wikipedia] | van Spiers, Hendrik (I20744)
|
1382 | Hendrik zoon van Roelof Jans op de Kievitshaere en Grietjen Hendriks zijne huisvrouwe | Hendrik Roelofs (I5728)
|
1383 | Hendrina d. van Gerrit en Grietje | Hendrina Gerrits (I17793)
|
1384 | Hendrine d. van Gerrit Moeren & Grietien Jansen | Morre, Hendrina Gerrits (I11865)
|
1385 | Herbert volgde in 902 zijn vader op als graaf van de Vermandois. In 907 trouwde hij met een dochter van Robert van Bourgondië en werd daardoor lekenabt van de Sint-Medardusabdij te Soissons en graaf van Meaux. In 918 werd hij ook graaf van Mézeray en de Vexin. Herbert hielp in 922 de aartsbisschop van Reims om diens vazallen te onderwerpen. In 922 steunde hij Karel de Eenvoudige nog tegen de opstand van Robert van Parijs maar in 923 vocht hij aan de kant van Robert in de slag bij Soissons. Robert sneuvelde in deze slag en zijn schoonzoon Rudolf werd tot koning gekozen. Herbert kreeg door een list Karel in handen (hij had hem naar zijn gebied gelokt met een aanbod voor onderhandelingen) en nam hem gevangen, en sloot hem op in Château-Thierry. Herbert zou Karel tot diens dood in 929 in zijn macht houden, om koning Rudolf onder druk te kunnen zetten met de dreiging Karel vrij te laten. In 924 verwierf Herbert Péronne (Somme) en bouwde daar een kasteel waarin hij Karel voor de rest van zijn leven opsloot. Vanaf 924 wist Herbert in hoog tempo zijn macht uit te breiden: 924 veroverde hij samen met Arnulf I van Vlaanderen Eu (Seine-Maritime) op de Vikingen 925 werd zijn vijfjarige zoon Hugo benoemd tot aartsbisschop van Reims 926 werd Herbert graaf van Amiens en bezette hij tegen de wil van Rudolf, Laon en bouwde daar een fort 927 sloot Herbert een bondgenootschap met de Rollo, graaf van Normandië 928 vergezelde Herbert Rudolf bij een bezoek aan Bourgondië. Ook liet hij in 928 Karel voor korte tijd vrij om Rudolf meer onder druk te zetten. 930 bezetten Herbert het kasteel van Vitry, dat eigendom was van de broer van koning Rudolf Vanaf 931 werd Herbert harder aangepakt door koning Rudolf en Hugo de Grote. In 931 veroverden ze Reims en benoemden een andere aartsbisschop. In de paar jaar daarna moest Herbert ook Vitry, Laon (behalve het fort), Château-Thierry en Soissons opgeven. Door bemiddeling door Hendrik de Vogelaar werd een vrede gesloten waarbij Herbert zich aan Rudolf onderwierp, en al zijn bezittingen terugkreeg behalve Reims en Laon. In de jaren daarna zou Herbert nog meer functies verwerven zoals graaf van Troyes en lekenabt van Saint-Crépin te Soissons. In 938 moest hij wel zijn fort bij Laon opgeven. In 941 kwam hij samen met Hugo de Grote en Willem I van Normandië in opstand tegen Lodewijk IV van Frankrijk. Met hun steun kon hij Reims veroveren en zijn zoon weer tot aartsbisschop maken. Het conflict werd beëindigd na bemiddeling door Otto I de Grote. Herbert werd begraven in Saint-Quentin. Na zijn dood verdeelde Hugo de Grote Herberts bezittingen onder zijn zonen, om de macht van Vermandois op te breken. [wikipedia] | van Vermandois, Herbert II (I20892)
|
1386 | Heribert, was via zijn vader Pepijn van Vermandois en zijn grootvader Bernard van Italië (die een onecht kind was), een directe afstammeling van in de mannelijke lijn Karel de Grote. Door een succesvoll bestuur en een handige politiek in de strijd rond de koningstitel van West-Francië werd Herbert een van de machtigste edelen in het noorden van Frankrijk. In 886 versloeg Herbert de Vikingen bij Parijs en werd hij graaf van Soissons en lekenabt van Saint-Crépin in Soissons, in 888 werd hij graaf van Meaux en Madrie, en gaf leiding aan de verdediging van de Seine en de Oise tegen de Vikingen. Hij was samen met aartsbisschop Fulco van Reims en zijn broer Peppijn, een van de leiders van de oppositie tegen de nieuwe koning Odo van Parijs, die in 888-898 de eerste Capetinger op de Franse troon was. In deze periode herbouwde Herbert het kasteel van Château-Thierry. Op 28 januari 893, de verjaardag van het overlijden van Karel de Grote, kroonden Herbert, Peppijn en Fulco, Karel de Eenvoudige tot tegenkoning. Odo wist echter gaandeweg de aanhangers van Karel voor zich te winnen, en Herbert moest in 895 naar Bourgondië vluchten. Het volgende jaar verzoende Herbert zich met Odo en kreeg daarbij de Vermandois toegewezen. De verzoening werd bezegeld door het huwelijk van hun kinderen. Daarop werd de Vermandois echter veroverd door Rudolf van Cambrai, broer van Boudewijn II van Vlaanderen, die meende zelf recht op het graafschap te hebben. Herbert wist hem echter te verslaan en doodde Rudolf op 28 juni 896. Vervolgens breidde Herbert zijn gezag uit en werd heer van Beauvais, de Vexin, Chartres en Senlis, en lekenabt van St. Medardus te Soissons, Péronne en Saint Quentin. In 900 viel Boudewijn II van Vlaanderen Herbert nog een keer aan, maar zonder succes. Het lukte het Boudewijn later wel om Herbert en Fulco van Reims te laten vermoorden. De datum van de dood van Herbert was 6 november, het jaartal is niet bekend maar ligt tussen 900 en 907. [wikipedia] | van Vermandois, Herbert I (I20841)
|
1387 | Hermannus van Leeuwen Maria Thijsse Bosselaar | Gezin F223748656
|
1388 | Herpen 1233-1267 | van Kuyc-Herpen, Rutger I (I5679)
|
1389 | Hertog van Frankenland en koning van Oost-Francië (later het Heilige Roomse Rijk) van 911 tot 918. Toen Lodewijk IV het Kind stierf in 911 en men geen aanvaardbare Karolingische opvolger kon vinden werd Koenraad op aanraden van Hatto I, aartsbisschop van Mainz gekozen als koning te Forchheim op 10 november 911. Het is niet duidelijk of Koenraad gesteund werd door alle edellieden ten oosten van de Rijn, of enkel door de Franken en de Saksen. De edellieden van Lotharingen verkozen echter de West-Frankische Karolinger Karel III de Simpele. In 913 huwde Koenraad met Cunigonde van de Alaholfing familie van Zwaben en weduwe van Luitpold van Karinthië. Zijn bewind werd gekenmerkt door de hevige strijd om de oude Karolingische koninklijke tradities in stand te houden tegen de toenemende macht van de hertogen van Saksen, Beieren en Zwaben. Zijn militaire campagnes waren een mislukking en hij was niet in staat het koningschap in zijn familie te houden. Hij overleed na een veldslag tegen de Magyaren op 23 december 918. Hij had beseft dat slechts de hertog van Saksen voldoende macht had om hem op te volgen en verzocht op zijn sterfbed zijn broer, Everhard III van Franken, om de scepter, kroon en andere rijksinsigniën over te brengen. Hendrik I de Vogelaar was daarmee de eerste die volgens het principe van designatio, geschiktheid, aangewezen werd. [wikipedia] | van Franken, Koenraad I (I20801)
|
1390 | Hester Verwout, husvrouw van Dirk Roeters in de Blomstraat voorbij de laatste dwarsstraat | Verwout, Hester Hendrix (I23664)
|
1391 | Het Not. Archief Rijsoord 7052 dd. 27-12-1666 geeft alle kinderen als erfgenamen van Ary Teunisse, in leven schout van Hyronimus Ambacht, namelijk: Jacob Cornelisse de Vries, heemraad van Ridderkerk, getr. met Neeltie Teunis, Cornelis Ariens Ruyter, getr. met Ariaen- tie Teunis, wonende op de Oostendam, Cornelis Ariens Boer, getr. geweest met Lijsbeth Teu- nis zalr., wonende op Dubbeldam, Dirck Otte, getr. met Grietje Teunis, wonende op Dubbel- dam, Jacob Teunisse, wonende aan de Pruymendijck, ook als voogd van de kinderen van Jan Giele, getr. geweest met Maria Teunisse. | Teunis (Anthonis) Aerts (I1117)
|
1392 | Het derde huwelijk van Teunis vermeldt door diverse bronnen met Geertje Brandwijk is volgens A. J. Stasse incorrect hij meldt dat dit een huwelijk is geweest met Arien Teunissen. Nadere bestudering van de bron wijst echter uit dat dit huwelijk wel degelijk een derde huwelijk van Teunis Teunisse kan zijn geweest. - 8 aug. 1705: Cornelis Cornelisz. Swartbol, Cors Ariensz. van Sluijs en Theunis Theunisz. Ambachtsheer, inwoners van Hardinxveld, verklaren dat zij aan Haeringh Juriaen van Workum in Friesland een schip vol biezen verkocht hebben, waarvoor zij door koper "danckelijck" betaald zijn, "sonder dat sigh daer ijmant anders met het coopen van voorsz. biesen hadde bemoeijt." Ambachtsheer tekent met een merkje. (ORA Hardinxveld inv. 15, zonder folionrs.) (transcriptie Bas Haksteen) «u»SAD 632, ORA Hardinxveld 15, 1692-1710: «/u» fol. 457, dd. 8-8-1705: voor schepenen in Hardinxveld compareren Cornelis Cornelisse Swartbol, Cors Arienssen van Sluijs en «i»Theunis Theunissen Ambagtsheer«/i», onze inwoners, die verklaren dat zij aan Haringh Juriaen van Worcom in Friesland "een schip vol biesen" hebben geleverd en verkocht, en dat deze de biezen "danckelijk hadde voldaen ende betaelt sonder dat sigh daer ijmant anders met het coopen van voorsz. biesen hadde bemoeijt". Theunis Theunissen Ambagtsheer ondertekent met een merk. (transcriptie Kees Sigmund) - 11 febr. 1694: comp. voor schout en schepenen van Hardinxveld Theunis Theunisz. Ambagtsheer en Arien Ariensz. Rouwen, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Theunis Lauwen Boer en Joosjen Ariensdr. [Rouwens ?], in hun leven echtelieden en wonende onder Hardinxveld. Comparanten verkopen. in hun voornoemde hoedanigheid aan Ambrosius Cool, als Heilige Geest Armmeester van Hardinxveld, voor 11 gl. 1/3 part van een stukje land, groot 4 hont 33 roeden 4 voeten land, zijnde griendingen, gelegen onder de Benedenpolder van Hardinxveld in Jan Hendriksweer. (ORA Hardinxveld inv. 4, f. 99v) (transcriptie Bas Haksteen) - 5 dec. 1696: Maria Holaert, weduwe van Jan Boer, baljuw van Wieldrecht, verhuurt aan Teunis Teunisz. Ambachtsheer, Teunis Teunis Teunisz. Ambachtsheer de Jonge, Sint Jansz. van den Bergh en Hendrick Jansz. van den Bergh, allen wonende te Hardinxveld, zeker stuk "gorssinge", gelegen achter de Bovenpolder van Dubbeldam, voor een periode van tien of twaalf jaar en voor 36 gl. per jaar. De huurders tekenen met een merkje. (ONA Dordrecht inv. 596, f. 104) (transcriptie Bas Haksteen) | Ambagtsheer, Teunis Teunisse (I2726)
|
1393 | Het diamanten paar woont sinds twee jaar in verzorgingshuis De Bundeling, nadat het in 1994 vanuit het Utrechtse Baambrugge naar Ruurlo is verhuisd. Joop Roosenmaallen (87) werd geboren in Baambrugge waar het echtpaar voordat het naar de Achterhoek trok, bijna altijd heeft gewoond. Miep Ambagtsheer (86) werd in Amsterdam geboren. Nadat ze op 4 november 1942 in het huwelijk traden in het stadhuis van Abcoude, maakten Joop en Miep na de oorlog voor vier jaar een kort uitstapje naar Amsterdam om vervolgens in 1949 terug te keren naar Baambrugge. Joop werkte meer dan vijfendertig jaar als elektricien bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij in de Amsterdamse haven. Mede omdat hun dochter Corrie al vele jaren in Lochem woonde verhuisden Joop en Miep in 1994 naar de Achterhoek. En daar hebben ze tot op de dag van vandaag geen enkele spijt van. "Wel hebben we moeite met het dialect dat de mensen hier spreken. Vooral als ze onderling aan het praten zijn en ze een borreltje op hebben", vertelt Miep die met haar tongval niet verhult dat ze uit Amsterdam komt. Het tweetal is zeer regelmatig te vinden bij de diverse activiteiten die in het verzorgingshuis worden georganiseerd. Zo bezochten ze vorige week nog de bonte avond in de recreatieruimte, want van humor en een geintje houden Joop en Miep wel. "Humor vormt toch de basis van het leven", aldus Joop. Tot voor kort waren beiden ook nog fanatiek aan het sjoelen. Menige prijs wist het paar in de wacht te slepen. Ook lezen ze beiden nog dagelijks de krant en doen ze actief mee aan de diverse woord- en beeldspelletjes op de televisie. Joop speelt met een aantal bewoners van De Bundeling nog regelmatig een potje biljart. Naast een dochter heeft het jubilerende echtpaar een zoon, vier kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Joop en Miep hadden maandagmorgen alle bewoners van De Bundeling uitgenodigd om in de koffiezaal van De Bundeling samen met hen het heuglijke feit te vieren dat ze zestig jaar getrouwd waren. Burgemeester L. de Zeeuw bracht maandagmorgen een bezoek aan het echtpaar. En daar waren Joop en Miep best een beetje trots op. In besloten familiekring vieren ze volgende week hun huwelijksjubileum [ Contact Elna, 04-11-2002]. | Gezin F223745834
|
1394 | Het dogtertjen van Jan Geerts en Femmigjen Jans op 't R:v: gen: Marrigjen | Marrigje Jans (I418)
|
1395 | Het echtpaar maakt in 1681 hun testament op ten behoeve van de langstlevende. In het testament worden vermeldt hun drie jongste zonen Dirck, Joris ende Cornelis Cornelis Huijsman en ook hun twee oudste zonen Hubert ende Cornelis Cornelis Huijsman. En verder nog Isbrand Cornelis Huijsman haer derde outste soon. Hieruit afgeleid dat het tweede kind dat bij zijn doop niet met naam werd vermeld in het doopboek ook Cornelis heette. | Gezin F223749059
|
1396 | Het geslacht Waard/Waert of Weert vindt zijn oorsprong met Jan Thonisz die omstreeks 1592 waard was op de Hoogen Dijck bij Sliedrecht. Cornelis is 1 van zijn kleinzonen • «i»Van 1653 tot 1699 huurt Cornelis Weert van de weduwe Claes van de hennip voor ƒ 11,- een huis aan het Staatjessteiger, Kortendijk Oz. (Gemeentearchief Gorinchem nr. 459) «/i»• «i»Op 20.1.1676 verkoopt Cornelis Jansz. Waert, inwoner van Sliedrecht, aan Gerrit en Jacomijntje Andries van der Sluys, een huis met 100 roede land, bestaand uit Hennipland met een boomgaardje, gelegen onder het ambacht van Niemantsvriendt, strekkende van het schoor van de Merwede tot noordwaarts op het land van dominee Kocxius, grenzend ten oosten en westen aan land van voornoemde dominee ten bedrage van ƒ 450,-. «/i»• «i»Lidmatenlijst d.d. 15.10.1679: Cornelis Jansen, obiit (=overleden) en Merrighjen Roukens (Kerkarchief Hervormde gemeente Sliedrecht) «/i»• «i»Op 21.1.1713 was Marrichje Rooken doopgetuige van haar kleindochter Marrichje Venus. «/i» [«b»Familie de Waard uit de Alblasserwaard; R. van Koert met aanvullingen van Arie de Waard d.d. 5.10.2004; http://www.historie-sliedrecht.nl/WAARD%206.pdf]«/b» | Waert, Cornelis Jansz (I21286)
|
1397 | Het gezin arriveert in HemelumerOldeferd op 24 juni 1916 vanuit Hengelo Op 5 oct 1917 voegt zwager Giel Gielen zich bij het gezin komend vanuit Haarlemmermeer | Gezin F223749451
|
1398 | Het gezin kwam uit Jutphaas op 29-09-1906 naar Nederhorst den Berg. Op 04-01-1926 vertrok het gehele gezin met uitzondering van Pieter naar Jutphaas omdat er steeds minder werk was in de hoepelbuigerij. Zoon Pieter was namelijk al op 17-09-1925 vertrokken naar de gemeente Ter Aar. | Ambagtsheer, Boudewijn (I4104)
|
1399 | Het gezin vertrekt op 15 oct 1920 naar onbekende bestemming vanuit Sneek (Koudum). Bij deze inschrijving in het bevolkingsregister worden geen kinderen genoemt en geen datum van inschrijving | Gezin F223749451
|
1400 | Het gezin woonde in Hoogeveen te Huizen waar op Berend na alle kinderen zijn geboren | Gezin F223748914
|